BINDWERK LANG Geluidsgolven

Vier luidsprekerconussen, elk bevestigd aan twee staande buizen, staan opgesteld in een ruitvorm. In elke conus is een metalen draad gespannen in een halve boog. Vlak voor die draad hangt een metalen plaatje, dat een elektrisch circuit sluit als ze elkaar raken. De kortstondige spanning geeft het plaatje een opdoffer, hoorbaar als een flinke knal. René van Peer bespreekt de Dick Raaijmakers-expositie ‘Geluidsgolven’ in GEM.

‘Ideofoon III’ is een van de weinige installaties die Raaijmakers ontwierp. Het was de laatste in een serie van drie waarin hij luidsprekers een andere rol gaf. Het achterliggende idee was ze te verheffen boven hun dienende functie als tussenstap in de keten die geluidsbron verbindt met de luisteraar. In deze drie installaties uit begin jaren 1970 zijn luidsprekerconussen zelf de bronnen van geluid. De naam lijkt dan ook een versmelting van de woorden ‘idee’ en ‘idiofoon’, voor instrumenten die door eigen trilling geluid voortbrengen.
Deze laatste Ideofoon is qua ontwerp en werking misschien wel de meest elegante van de drie. Vier luidsprekerconussen, elk bevestigd aan twee staande buizen, staan opgesteld in een ruitvorm. In elke conus is een metalen draad gespannen in een halve boog. Vlak voor die draad hangt een metalen plaatje, dat een elektrisch circuit sluit als ze elkaar raken. De kortstondige spanning geeft het plaatje een opdoffer, hoorbaar als een flinke knal. Als het plaatje terugvalt, raakt het de draad opnieuw met een zacht rinkelend geluid. Het wegschieten en terugvallen voltrekt zich in een onregelmatig ritme. De werking van de installatie wordt blijkbaar beïnvloed door luchtverplaatsing in de ruimte. Met andere woorden: hoe groter het aantal bezoekers dat er rondloopt, hoe meer er te horen zal zijn.
GEM-curator Jelmer Wijnstroom legt in deze expositie in kort bestek verbanden tussen Raaijmakers en vier eigentijdse componisten uit Den Haag. Met ‘Geluidsgolven’ als titel richt hij zich daarin op dat ongrijpbare, mysterieuze verschijnsel van golven die pas waarneembaar worden wanneer ze het gehoororgaan raken, door het brein omgezet worden in klank, en vervolgens door processen van associatie enerzijds verwerkt worden tot structuren, anderzijds gekoppeld worden aan de geheugenbanken van de grijze massa die voor herkenning zorgen, het opslaan voor toekomstig gebruik, en het eventueel verbinden aan beelden en emoties. Die golven gehoorzamen aan natuurkundige wetten. Ze breiden zich uit in een cirkel vanaf de bron van de trilling, verplaatsen zich rechtlijnig, kaatsen terug van objecten die ze tegenkomen. Maar ook beïnvloeden die golven elkaar, als ze elkaar raken.

Grote-tromslagers

Niet alleen komt dit verschijnsel vanuit sterk uiteenlopende perspectieven aan bod in de expositie, Wijnstroom heeft ‘Ideofoon III’ in de derde ruimte opgesteld. Je ondergaat de verschillende werken daardoor niet vanuit het perspectief van de installatie van Raaijmakers, maar het werkt als culminatie van de vertrekken waar je doorheen bent gelopen. Bovendien leidt hij je eerst langs de contrasterende installaties van Yota Morimoto en Matthias König. Morimoto laat in de eerste ruimte een cluster van mini-speakers abrupt wentelend en kantelen, die frequenties boven de gehoorgrens produceren. Door interferentie worden ze hoorbaar als een fel sissen wanneer ze van de wanden en het plafond kaatsen, zodat de geluiden overal vandaan lijken te komen. Een tweede installatie brengt tonen voort die voelbaar zijn als trillingen in een perspex plaat die voor speakers is bevestigd. König heeft in het volgende vertrek een bonte verzameling spullen verzameld. Diabolisch achterstevoren zang klinkt geregeld op, terwijl kleurige, gemaskerde figuren in een processie voorbijtrekken, geprojecteerd op een van de wanden: een Zuid-Duitse carnavalsoptocht.
De laatste ruimte baadt in het daglicht. Behalve ‘Ideofoon III’ zijn daar twee raadselachtige werken geplaatst. Aan de wand hangt een werk van Bram Vreven. Het zijn twee vellen waar rimpelingen doorheen trekken, veroorzaakt door nauwelijks waarneembare geluidstrillingen uit luidsprekers. Verder een ligbank met een koptelefoon waarin spookgeluiden zijn te horen, gecreëerd door Barbara Ellison. Voor je oren ontvouwt zich een wereld vol beweging, waar van alles levendig kraakt, knispert, klopt en ruist. Maar het verwonderlijkst zijn nog die vier luidsprekers van Raaijmakers die het beeld oproepen van grote-tromslagers, nauwelijks nog bij machte om op de benen te staan, laat staan een vast ritme te slaan. Een beeld dat de maker, geboren in carnavalsstad Maastricht, mogelijk zeer zou hebben aangesproken.

tekst:
René van Peer
beeld:
GC147-Post-ExpoDickRaaijmakers
geplaatst:
zo 2 sep 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!