End Of Mirrors

‘Claustrophobic, gloomy, and epically grandiose’. Zo wordt Alaric omschreven op de website van Neurot Recordings. Wie daarbij meteen iets verwacht à la Neurosis zal nogal schrikken, want met de overdonderende oerkracht van dat woeste vijftal, afkomstig uit dezelfde stad, heeft dit weinig te maken. Alhoewel, er vallen ook wel een paar gelijkenissen te rapen. In z’n kalmere momenten was/is Neurosis soms ook in de weer met de in galm gedrenkte bas en iele gitaarlijnen waar Aleric zich zo graag van bedient, maar dit is een ander beestje. De brute ontladingen en verpulverende agressie worden hier vervangen door een meer gestileerde benadering. De verscheurende bulldozerpassie krijgt vorm in een meer melancholische aanpak, die sterker geënt is op de slepende weemoed en/of versmachtende leegte van de oude postpunk- en gothbands (al wordt dezer dagen vooral gesproken van een nieuwe generatie ‘deathrock’-bands). Er vallen hier en daar wel een paar versnellingen, uitbarstingen of metalgetinte momenten te rapen (met slechts eentje, het titelnummer, dat plots vol inzet op metalriffs), maar het pompeuze oreren van Shane Baker, de slepende en tribale ritmes en de weidse baspatronen van Rick Jacobus refereren vooral aan een scene en periode toen volk als The Cure en Killing Joke grote sier maakten. Door de sluimerende agressie zit het trouwens net iets dichter bij die laatste. Aleric klinkt daarbij theatraal en gekweld, maar gelukkig zonder het te veel te laten uitmonden in het flauwe zelfbeklag of de gratuite misantropie die er een pastiche van zou maken. Doorleefd is het dus wel, maar helaas ook net iets te drammerig en doorsnee om boven het maaiveld van het hedendaagse aanbod uit te steken.

tekst:
Guy Peters
beeld:
Alaric_End_of_Mirrors
geplaatst:
wo 21 nov 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!