728x90 MM

EDITORIAAL: Gonzo (circus) #96

Gisteren stond ik in mijn garage quasi achteloos te staren naar mijn oranje hangmat. Sneeuw viel zonder ophouden uit de lucht, maar ik stond op het middaguur wat onwezenlijk te dromen met een stuk textiel in de hand. Ik gebruik het amper, maar het is me dierbaar en het heeft een grote symboolwaarde in mijn kleine leven. Ik beschouw schommelen in mijn hangmat als één van die zeldzame momenten waarop de wereld stilstaat. Het is mijn perfecte ontsnappingsroute uit een dolgedraaide maatschappij die de pedalen al lang kwijt is. Ik liet het filosoferen voor wat het was en strompelde naar mijn schrijfhonk. Veilige haven of zelfgekozen ballingschap? Mijn mailbox kookte over, gijzeling, de (g)eeuwige ratrace stopt nooit.

Dit blad heeft het in zijn kolommen al vaker gehad over de malaise in de muziekwereld, maar zelden heeft iemand beter, scherper ook, dan Steve Knopper (pagina 52) de onkunde, de onmacht en de onwil (de heilige drievuldigheid) van de platenindustrie uit de doeken gedaan. Er is geen malaise bij de muzikant, de artiest. Het jonge grut – op jeugdigheid staat geen grens, geen maat – leeft in een eeuw die meer dan ooit de eeuw van de vrijheid is. Als er amper nog platen worden gekocht of films enkel nog op het vale scherm van een laptop vluchtig worden bekeken, is compromissen sluiten overbodig geworden.

Ook het schrijversgilde van dit blad leeft in deze moderne tijd. Het is niet alleen een ongecontroleerd zootje dat leeft op een nachtritme, het is vooral een stel gedreven en hongerige wolven die met een onstilbare Sturm und Drang – vaak ongevraagd en ongeschoren – elke plaat, elke groep, elke regisseur, schrijver of stroming tegen het licht houdt. En net dat is hun opdracht. Philip Meyer, misschien wel ‘s werelds meest gereputeerde media-expert, liet ooit noteren dat kranten en tijdschriften geen toekomst meer hebben, tenzij ze zich toeleggen op niches en er een eigen mening op na houden. Het is de missie die dit blad al bijna honderd nummers, twintig jaar lang op de been houdt.

Ik herinner me de talrijke redactievergaderingen waarop de halve redactie dwars gingen liggen (onze natuurlijke houding in dit aardse leven) en elke nieuwste freakfolkrevelatie in de ban sloegen, om bij nazicht van het nieuwe nummer te merken dat de geneugten van freakfolk over een volle twaalf pagina’s breed werd uitgesmeerd. Het genre en de daadkracht van onze medewerkers was niet te stoppen. Ook nu niet. Paul Labrecque heeft een verleden bij Sunburned Hand Of The Man en een toekomst als Head Of Wantastiquet (pagina 37). Ook Use Of Ashes (pagina 26) heeft zijn wortels in de folk, maar beukt met verve tegen de grenzen van het genre. Net als de Nederlandse Martyn (pagina 34), die zich in de voorhoede van de nieuwe lichting dubstepproducers bevindt of ‘wereld’componist Victor Gama (pagina 16) die de genregrenzen al jarenlang overschrijdt. De klok tikt. Nachtritme. Het is te laat om in mijn hangmat te liggen mijmeren. Ik blijf lezen, snuisteren, zoeken, rusteloos, tot het ochtendgloren. Zoals het hoort.

Voor de redactie,

(pds)

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!