Bindwerk: Charlemagne Palestine DVD
Charlemagne Palestine was op veel terreinen actief, maar kreeg de meeste bekendheid door zijn speciale manier van pianospelen: ‘strumming’. Na ruim drie jaar productietijd verscheen zojuist de mooie dvd ‘The Golden Sound’, tot grote vreugde van Gé Huismans.
Na de zeventig minuten die de intrigerende film The Golden Sound duurt, is het nog steeds niet helder waarom de bijna zeventigjarige Charlemagne Palestine naar elk concert en opname een koffer vol pluche dieren meezeult en ze naast zich op het podium een plekje geeft tijdens het spel en ze na afloop ook weer even liefdevol in zijn rode koffertje stopt om ze mee naar huis te nemen. Natuurlijk is het een deel van het ritueel van zijn performances (waar ook zijn kleurige sjaals en cognac deel van uitmaken), maar het waarom wordt niet uitgelegd.
Dat is jammer, omdat Anne Maregianos The Golden Sound een redelijk intiem portret is van een aimabele, zeer getalenteerde en nogal eigenzinnige kunstenaar. Maregiano wisselt bewegende beelden uit het heden (Brussel, Parijs) af met (soms bewegende, maar vaak stilstaande) beelden van vooral de jaren 1960 en 1970, in New York. Een paar zwart-witfotos uit zijn jeugd in de jaren 1950 brengen de kijker naar een liberaal Joods milieu in Brooklyn.
Chaim Moshe Tzadik Palestine (of Charles Martin) blijkt een slimme jongen, die nog zeer goed kan zingen ook. Hij mag naar een speciale school voor muzikale talenten. Van zijn 16e tot 23e (tot 1970) speelt hij iedere dag een half uur carillon in de St. Thomas Episcopal-kerk op Fifth Avenue: vijftien minuten protestantse liederen en vijftien minuten eigen composities. Hij noemt deze periode het begin van The Golden Sound, omdat hij tijdens dit carillonspel zijn specifieke strumming-techniek ontwikkelde, ruim voordat hij die techniek op een piano leerde.
In die tijd ontwikkelt hij ook een grote interesse in schilderkunst, vooral voor abstract expressionisten als Mark Rothko en Clifford Still, die hij elke dag gaat bekijken in het nabijgelegen Museum of Modern Art. Ergens in die periode leert hij de New Yorkse underground kunstenaarsscene kennen, met onder meer Tony en Beverly Conrad, John Cale en La Monte Young. Palestine wordt naar eigen zeggen de mascotte van de underground, omdat hij als carillonspeler een soort Quasimodo is, en dus perfectly subversive.
Begin jaren 1970 vertrekt hij naar Los Angeles, waar hij bij Morton Subotnick studeert aan het California Institute of the Arts. Palestine zoekt pure geluiden, en vindt die bij gebrek aan carillons in orgel en elektronische oscillatoren. Na de studies gaat hij aan de slag als componist, muzikant en als beeldend kunstenaar, maar vooral als performer.
Centraal in Palestines werk staat de al genoemde techniek van strumming, een in zijn geval nogal fysieke en intense manier van het bespelen van een snaarinstrument waar hij boventonen en andere stemmen in de muziek hoorbaar maakt. Hij leerde zich die techniek aan op een flamencogitaar, oefende op carillon en perfectioneerde het op de piano en dan vooral de Bsendorfer Imperial, de grootste en luidste.
The Golden Sound bevat ook mooie beelden (en geluiden) van concerten. Zo zien we Palestine in zijn woonplaats Brussel naar zijn studio met mobiele carillon lopen om daar een prachtig concert te spelen. Een andere opname toont hem in een kerk, achter een piano. Ook van dit concert werden geluidsopnames gemaakt en we zien en horen hem na afloop overleggen met de geluidstechnici.
The Golden Sound is niet Palestines definitieve portret, daar het slechts een deel van zijn (kunstzinnige) talenten behandelt. Maar wat we zien en horen is mooi, bij vlagen zeer mooi. De extras voegen inderdaad wat toe: een boekje met uitleg en (vaak persoonlijke) verhalen, de documentaire The Red Suitcase waarin zijn hoogbejaarde moeder vol trots over haar zoon vertelt, maar ook Body Music uit 1975, een grofkorrelige opname van een fysieke performance in de stijl van Bruce Nauman. De mooiste extra is de kunstzinnige film van een van zijn optredens in Parijs in 1999, door Re:Voir labelbaas Pip Chodorov zelf.
Reacties