Grenzen aan de perfectie

Vakantie! 25 graden! Dunk!festival! Wat moet een mens nog meer hebben? Enfin, niks vakantie: de immer gestrenge Gonzo (circus)-hoofdredacteur was duidelijk: kom niet terug zonder een vuistdik verslag! Probeer niet om een band te skippen, ik heb ze geteld. En geen kwaad woord over Swans!

Collega Nico had dit jaar andere verplichtingen, dus trok De Geluidsarchitect alleen naar Zottegem. Na een joyride met de Gonzo-mobiel, raampjes open en gps-stem met spraakgebrek luid door de boxen, parkeerden we netjes in de schaduw aan het Kouterken, bij binnenlandse en buitenlandse bezoekers bekend als de jaarlijkse eindbestemming in Zottegem. Net als de voorgaande jaren is ook nu een groot deel van het publiek uit het (verre) buitenland afgereisd om obscure en exclusieve namen te bekijken. Want dat moet je het dunk!festival nageven: nergens anders vind je zo een affiche, of toch niet op die schaal.

De inrichting van het terrein was weer wat gewijzigd: het grasveldje aan de hoofdtent werd weggepest, maar in ruil daarvoor werd het terrein aan de kleine tent opgewaardeerd en beter benut. En ook de merchandise-stands kregen een nieuwe en betere plek, achteraan in de grootste tent.

En wat met het aanschuifbeleid?  Geen seconde moeten aanschuiven voor het festivalbandje, en de rijen aan de eet- en drankstands waren kort. Alleen bleek eens te meer dat cash betalen voor bonnetjes honderd keer sneller ging dan het moderne elektronische betalen. En de buitenlanders, koopgraag aan de drank- en t-shirtsstands, betreurden dat ze niet met Mastercard of Visa konden betalen. Maar ter zake: we kwamen voor de muziek.

Het was de moeite om op tijd te komen, want de muziek van het Chileense La Ciencia Simple klonk aanstekelijk, en het was nu of nooit om hen live aan het werk te zien. De tent stond ook al aangenaam vol, en was niet eens te warm dankzij de ventilatie. Niettemin: live deed het ons niet veel. Een fatsoenlijke opener, niet meer en niet minder.

Over naar tentje twee. Geen zweterige boiler room zoals vorig jaar, maar een halfopen tent, omboord door een houten terras, met zon en een fris windje: toplocatie! Het Mexicaanse Run Golden Boys paste daar perfect: hun instrumentale indie, opgezweept door conga’s en discodrums, bleek bijzonder dansbaar, en bij de laatste drie nummers was het feest. Voor al uw barbecues!

Het Parijse Lost in Kiev werd een jaar of vijf geleden ontdekt door dunk!, dat prompt hun – inderdaad uitstekende – debuut heruitbracht op dunk!records. Dat ze er ook live stonden, bewezen hun passages op het festival in 2013 en 2014, maar ook het caféconcert dat ze ooit in Brussel gaven voor een man of zes: ook dat knalde alsof ze voor een volle weide stonden. Wie in zo’n setting overeind blijft, verdient alle respect. Ze stonden dan ook terecht op het duistere hoofdpodium, in een ideale setting, met een efficiënt samenspel van licht en knappe visuals, gekruid door een femme fatale. Intussen is er een tweede plaat uit, maar de sterkhouders kwamen toch opnieuw uit het debuut, met ‘Under Close Surveillance’ als straffe afsluiter. Al was deze keer zangeres Nizza er niet bij. Jammer, want dat zorgde indertijd voor extra kippevel. Niks tegen instrumentale muziek, maar als de stem dan toch gebruikt wordt, dan gaat er niets boven the real thing.

Van Flash the Readies zagen we maar een stukje. Wat we hoorden, instrumentale rock verrijkt met toetsen, klonk als een perfect logisch element in de dunk!affiche.

Mutiny on the Bounty, Luxemburgse meesters van de rock déstructuré, misten vorig jaar hun afspraak met het dunk!festival, maar kregen nu een mooie herkansing. En het publiek was er klaar voor: de grote tent stond goed vol, en werd moeiteloos meegesleept in de draaikolk van climaxen en gebroken ritmes. Wie braaf naar de cultuurhuizen gaat voor zijn avondvertier zal zich verbazen over de populariteit van dergelijke tegendraadse groepen hier.

En dan mochten we eindelijk naar het verkoelende dunk!bos. Bij wijze van experiment, zelfs zeer last minute, waren er de afgelopen edities al wat kleinere optredens geweest op een open plek in het bos, en dat viel zodanig mee dat het bos dit jaar een eigen volwaardig podium kreeg,

wat verder gelegen, op een helling, toegankelijk voor een groter publiek. Deze setting maakte de helft van het optreden van M[[O]]ON, een doomy duo. “Hij begrijpt niets van wat ik zeg omdat hij is Frans”, zei de ene helft over de andere foutloos in Franse grammatica. Als de bindteksten goed zijn, zeggen we het ook.

In het bos zaten we mooi buiten gehoorsafstand van de herrie van Terraformer, nog een verbetering tegenover vorig jaar. Al pikten we graag nog wat van die herrie mee. Terraformer is een vaste waarde, zowel op dunk!records als op het dunk!festival, en ontgoochelt nooit. Deze keer deden ze het niet in het midden van het publiek, maar de ambiance was er niet minder om.

Na deze uitstapjes in de buitenlucht kropen we weer de donkere krochten van de hoofdtent in, voor The Black Heart Rebellion. Zonder nieuwe plaat was er niet meteen een aanleiding, maar

de vaststelling dat TBHR samen met The Guru Guru, El Yunque en Flying Horseman één van de beste Belgische live-bands van het moment is, zou mogen volstaan. Zorgde Mutiny on the Bounty al voor een hoop enthousiasme, dan was dit een kleine triomftocht. Die percussie! Die oerschreeuw! Die afgemeten gitaren! Dit was opnieuw zinderende intensiteit, van begin tot eind.

Dan opieuw het bos in voor Ashtoreth: man + gitaar + vuur = drones + kerkelijke gezangen. Ideaal om een dunk!brooodje bij te eten. Maar niet te lang, want we mochten niet te laat zijn voor de apotheose van Spurv.

Spurv is zo één van die bands die de dunk!organisatie, wars van elke economische logica, ontdekt en een mooie kans geeft op het festivalpodium. Hun laatste plaat is inderdaad erg goed, en hoewel ze live (nog) niet zo strak klinken als genregenoten pg.lost of Explosions in the Sky, zijn hun lang uitgesponnen nummers meeslepend genoeg om de hartjes van het dunk!publiek sneller te doen slaan.

Het Zweedse pg.lost was de eerste topper van de avond. Buiten het genre nauwelijks bekend, maar wie ze ooit live gezien heeft weet dat dit grote klasse is. Naar dunk!normen speelden ze hun grootste hits: ze openden meteen met het prachtige ‘Crystalline’ uit ‘In Never Out’, gooiden er ‘Ikaros’ uit hun laatste plaat tegenaan, later volgde nog de klepper ‘Terrain’, zowat de meest catcy instrumentale rocksong die we kennen. Afsluiten deden ze met een flinke hap uit hun tien jaar oude debuut-EP. Er zijn zo van die groepen die live nooit vervelen, en pg.lost is er één van. Tot volgend jaar!

In extremis geen Emma Ruth Rundle op dunk!, de tweede afzegging na Jambinai, maar Steak Number Eight bleek de geschikte vervanger. Steak klonk lekker ruw, er werd flink gecrowdsurft, kortom: feest!

Bij valavond mocht Worriedaboutsatan wat sfeer brengen in het bos: beetje beats, beetje elektronica. Ideaal om wat te blijven hangen, want de reputatie van Swans kennende, hadden we alle tijd om naar de grote tent te wandelen.

En inderdaad: Swans begon een half uur te laat aan zijn meer dan twee uur durende monsterset. En hoewel hun toevoeging aan de dunk!affiche een meesterzet was, bleek het niet geweldig goed te klikken tussen de perfectionistische halfgod Michael Gira en zijn niet al te devote publiek. Na het eerste halfuur intro had een groot deel van de zaal het al geeuwend opgegeven, en toen er na twee uur en een kwartier repetitieve herrie een einde kwam aan wat de apotheose van de dag moest worden, was meer dan de helft van de zaal leeg. Iedereen voelde aan dat een bis niet meer aan de orde was. Op een manier was dit zijn verdiende loon: er zijn grenzen aan perfectie, aan eigengereidheid, aan koppigheid. Is het echt nodig om een halfuur extra te soundchecken als je tijdens de lange opbouw alle tijd hebt om bij te sturen? Is het echt nodig om maniakaal vast te houden aan het licht dat jij wilt als dit enkel een statisch, lelijk, overbelicht blauw-rood kader oplevert? Is het echt nodig om de fotografen weg te jagen voor je begint te zingen? Is het echt nodig om extra volume te vragen, ook al weet je dat het niet toegelaten is? Is het echt nodig om de helft van de tijd te dirigeren, instructies te geven, de geluidsman toe te snauwen, in plaats van muziek te maken? Maar anderzijds geldt ook: de avant-garde, die kwam vandaag van kwieke zestigers. Wat Michael Gira doet met volume en textuur, doen weinigen hem na. En de denderende krautrocktitmes (de laatste plaat stond centraal, geen trage donderende ritmes vandaag) werkten verslavend, voor wie ervoor openstond, zeker in de tweede helft van de set. En er was ook ruimte voor slapstick: de twee bejaarde muzikanten, links en rechts tegenover elkaar, die mooi synchroon op hun chickletten aan het chicken waren (boven de Moerdijk: op hun kauwgum aan het kauwen waren). En het is bijna aandoenlijk hoe Gira met zijn handjes terugzwaait naar het publiek. Dus kijk: perceptie is alles. Zonder devoot publiek werkt het niet meer, zoveel is duidelijk. Maar evengoed was dit avant-garde uit het topsegment.

Morgen meer!

Gezien: Dunk!festival 2017, donderdag 25 mei 2017
Tekst: De Geluidsarchitect – Foto’s: Davy De Pauw

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Lost In Kiev - (c) Davy De Pauw
geplaatst:
vr 26 mei 2017

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!