Drie batterijen voor een splinterbom

Drie weken na Rock Herk wendde onze Gonzo-mobiel zijn steven weer richting Limburg. Want in de schaduw van de verlaten mijn van Winterslag was er het Absolutely Free Festival.

Onderweg ontweken we op slinkse wijze een file en via het autocircuit van Zolder kwamen we terecht in de buurt van C-Mine in Genk. De plek waar het allemaal te doen is. U kent ons ondertussen een beetje. Wij op zoek naar een bloemenperk om onze mobiel in te parkeren. Niets te vinden. Dan maar de vers gemaaide weide opgedraaid die dienst deed als parking. Het parkeerbeleid was alvast top. Voor een vrije gift mochten we onze mobiel daar de rest van de dag stallen. Terwijl we een aalmoes dropten in de schoendoos van een lokale jongeling aka de parkeerwachter riep hij ons nog na: “Heel fel bedank, man! Hep een fijn festival!”. We sure will, boy!

Knipperlicht

De opgelopen vertraging door die file zorgde er wel voor dat we slechts anderhalf nummer van Mind Rays konden meepikken. Te weinig om er iets zinnig over te vertellen. Jammer, want het was wel de reden waarom we naar ons doen al vroeg aanwezig waren. Volgende keer dan maar, jongens. Hopelijk zonder file onderweg.

Na de drie tafels waarrond de kinderanimatie zich afspeelde vakkundig ontweken te hebben kwamen we terecht in de tent waarin het hoofdpodium stond opgesteld. Daarop zou Piquet aantreden. Vooraf lazen we dat de groep rond Lien Moris Nederlandstalige rock speelt. Dan gaan er al eens knipperlichten aan in ons hoofd. Verrassend genoeg kwam Piquet echter een pak steviger uit de hoek dan verwacht. Moris beschikt ook over een zekere podiumfactor. Jammer dan ook dat de teksten niet altijd even verstaanbaar waren door het wat morsige geluid.

Sterk zonder meer

Mons mag dan al culturele hoofdstad zijn dit jaar, veel bands uit die stad kennen we niet. Maar na AFF staat La Jungle in ons geheugen gegrift. Veel had het duo daarvoor niet nodig. Een drumstel, een gitaar en een kleine synth. Met die minimale middelen creëerde het duo een lap lawaai die het midden hield tussen noise, kraut en mathrock. Ze deden dat met een strakheid die herinneringen opriep aan Lightning Bolt. Zelfs eventjes uitvallende boxen konden hun niet stoppen. Sterk!

En dat was ook zonder meer Double Veterans. Het trio rond Lee Swinnen speelt lekker rammelde garagerock. Getuige daarvan hun nummer ‘Beach Life’. Het zou al twee jaar een zomerhit moeten zijn op elke zichzelf respecterende radiozender. Nogal abrupt en veel te vroeg wordt de set afgebroken. Kan gebeuren denken we dan. Swinnen moet later die dag nog met zijn andere band Tubelight aantreden op Yellowstock. Gefopt, want terwijl de tent al half leeg gelopen was komt de band terug op. “Den helft is al weg ofwa?”, daarna volgt nog een zeer rock’n’rolle freakout inclusief bierdouche voor het publiek.

Het goede moment

Het viertal Supergenius heeft haar sporen al verdiend in bands als Rise And Fall, Wiegedood en Hitch. Samen maken ze nu post-hardcore die helemaal op nineties leest is geschoeid. Hun eerste ep verscheen vlak voor de zomer en de band speelt nog maar haar tweede optreden. Een show waarop de jonge kinderen van één van de bandleden op de eerste rij zitten en instructies krijgen om hun hoofdtelefoon op te houden. Echt veel eigen werk is er dus nog niet, daarom waarschijnlijk de nogal onverwachte cover van een nummer van The Cure. Hier en daar zakt het even in, maar dit is dan ook een groep die nog echt in opbouw is. Benieuwd naar het vervolg.

Tijd om een omweg te maken langs de foodtrucks die opgesteld staan op AFF. Uiteindelijk belanden we toch weer bij de frieten. Maar geen pakje slappe festivalfrieten hier. Waarschijnlijk was het de slogan ‘Pieper Power’ die ons overtuigde. De ‘Friet Speciaal’ (met mayonaise, ketchup en ajuin!) wordt snel veroberd want daar zijn de Bed Rugs al bezig. Terwijl het eten zachtjes wordt verteerd dwarrelt de fijne psychpop van het vijftal over ons heen. Een dreinend orgeltje, lekkere melodieën en de zon in onze rug. Tja, goed bandje op het goede moment.

Een splinterbom

In de XPRMNT-tent is het daarna de beurt aan het viertal El Yunque. Zelf omschrijven ze hun muziek als post-rock noise. Een omschrijving die hun muziek tekort doet. Want was dit allemaal? Tribale drums, woeste gitaaruitbarstingen, kolkende energie op de vierkante meter van het kleine podium. Drummer Mattias Jonniaux aka ‘Lul’ speelde hier zijn derde show van de dag (want ook met BLÆGGER en Piquet stond hij op het podium), maar de energie die hij samen met de andere drie tentoonspreidde was overrompelend. Tussen al die woest uithalen en uitbarstingen was er ook ruimte voor stilte. Die stilte werd soms doorbroken door geprevel of geschreeuw. Zinnen als “Hebt ge hier gekeken? In deze tent? Hebt ge nog een naam als ge hier buitengaat?” trokken diepe sporen. Deze splinterbom alleen al was de inkomprijs van drie lege batterijen waard. Achteraf dan maar snel hun ep gekocht en gehoord dat er snel nieuw werk gaat komen.

Alles wat vlak daarna kwam kon alleen maar tegenvallen. En dat deed Iceage dan ook. En dat lag niet alleen aan de mannen van El Yunque. Daar waar de Denen toch zelf verantwoordelijk voor. Zanger Elias Bender Rønnenfelt heeft de nodige arrogantie op het podium. Arrogantie die iets te vaak overhelde naar onverschilligheid. Dat hun donkere postpunknummers nogal eenvormig en met weinig passie werden afgehaspeld zorgde er ook al niet voor dat we geneigd waren bij de les te blijven.

Inspiratie

In Gonzo (circus) #127 vertelde het duo Onmens al dat ze een voorliefde hebben voor scheve dingen. Dat is dan ook live het geval. Vuile elektronische beats en een schurende gitaar. Meer heeft het duo niet nodig. Daarmee stuiterden ze door nummers als ‘Motherley Bruised’. Vooraan in de tent werd er wild gemosht. Tussen de nummers door duikelde zanger Sigfried Burroughs regelmatig een papiertje met de setlist op uit zijn witte broek. Daarop volgde dan droge mededelingen als “Dees is me nen beat!”. Zowat elk nummer dus. Ondertussen had De Geluidsarchitect zich ook geweldig geamuseerd bij Peter Broderick. De Amerikaan doorspekte zijn mooie liedjes met hilarische verhalen. Over bijvoorbeeld de residentie die hij een paar jaar geleden deed tijdens Incubate. Bedoeling was om tien dagen lang inspiratie op te doen voor nieuwe songs. Uiteindelijk kwam het erop neer dat hij tien dagen gewerkt heeft op de boerderij waar hij verbleef en één nummer heeft geschreven. Een nummer gevuld met hilarische dierengeluidjes. Inspiratie heeft hij er dus wel opgedaan.

Spastisch dansen

Zompigheid troef dan bij het trio Archie Bronson Outfit. De vaste bassist bleek vervangen door een toetseniste maar dat mocht de pret niet drukken. Lekkere psychedelische rock gepresenteerd met in de nodige reverb gedrenkte vocalen en invloeden uit krautrock. Om nu te zeggen dat we helemaal overrompeld waren? Nee, dat nu ook niet. Maar wel lekker meegeknikt.

En meeknikken – en lichtelijk spastisch dansen – dat kun je ook op de artrock van het Canadees/Zwitserse Peter Kernel. Dat hun Mexicaanse drummer dan ook nog jarig én vrijgezel was zorgde voor nog meer feeststemming. In het rustige middendeel zakte het allemaal wel even in, maar gelukkig waren er ook nummers als ‘High Fever’ om het feestje draaiende te houden. Na het nodige gejoel mochten ze nog even terug het podium. Voor een heel korte versie ‘Panico! This Is Love’. Of wat u gedacht?

Oud geworden

Als afsluiter hadden ze in Genk Wire kunnen strikken. Onlangs verscheen hun veertiende titelloze album. Logisch dan ook dat de band rond de oud geworden Colin Newman vooral daaruit putte. De eerste twintig minuten leek het ook een beetje op een fiasco uit te draaien. De muziek klonk rommelig, de zang ondermaats. Maar kijk, plots viel het allemaal op zijn plaats en toen was Wire vertrokken voor een degelijke set artpunk. De nummers werden dus vooral geput uit die nieuwe plaat met uitschieters als het haast lichtvoetige ‘In Manchester’ of het slepende ‘Harpooned’. Hier en daar smeten ze er nog een klassieker als ‘Drill’ tegenaan. Beter dan verwacht optreden misschien wel, maar niet meer dan dat.

Ambitie

Het Absolutely Free Festival maakte haar ambitie weer waar. Een klein, gezellig festival waarop je nog fijne ontdekkingen kunt doen. En dat wordt duidelijk geapprecieerd. Want eens de avond viel over de voormalige mijnsite werd het zelfs behoorlijk druk. Volgens de organisatie daagden er op twee dagen tijd een kleine achtduizend mensen op. En er viel geen onvertogen woord. Zelfs niet tegen de Red Haired Ambiance Kid met zijn speciaal gepimpte STVV-sneakers. En dat in het hart van KRC Genkland.

Alvorens onze steven huiswaarts te keren trokken we nog even langs de bonnenkassa. Daar kregen we in ruil voor onze lege drankbeker nog één euro statiegeld terug. De vriendelijke bonnendame riep ons nog na vanuit de barak: “Seg bedank he mannen en tot volgend jaar!”.

 

Gezien: Absolutely Free Festival, C-Mine Genk, 8 augustus 2015

tekst:
Maarten Timmermans
beeld:
AFF - El Yunque - (c) Maarten Timmermans
geplaatst:
ma 10 aug 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!