Hoezee! Dour is begonnen

Terwijl de plichtsbewuste burger – de goede huisvader en zijn teerbeminde wederhelft – een doorsnee weekeinde in juli doorbrengt aan de Belgische kust of op een camping aan de Costa Brava, zet de snoodaard, de schelm – het schorriemorrie van de samenleving, zeg maar – dezer dagen en masse koers naar een dorpje in Henegouwen, dat (laat ons eerlijk zijn) eigenlijk maar één noemenswaardige bestaansreden heeft. En zo kwam dat de Gonzo (circus) crew het afgelopen weekend integraal spendeerde op Dour Festival 2015.

Veelzijdig als we zijn, verdeelden we onze schizofrene garde keurig in tweeën. Daarbij opteerden de anciens voor een zachte matras en een warme douche, terwijl de iets minder ervaren rotten zich beter thuis voelden tussen het plebs op de bezoekerscamping. Groot was het jolijt van laatstgenoemde, toen bleek dat er voor het eerst in jaren nog een plekje op camping A – vlak naast de ingang van het festival – te scoren viel. Maar goed, over naar de essentie.

En dat is, in tegenstelling tot wat de mainstream media wel eens durven laten uitschijnen, nog steeds de muziek. Ook al was niet iedereen die samen met ons de jonge Brusselse band Recorders onderging op donderdagmiddag nog even bij de les. Wereldschokkend zouden we de passage van de Brusselaars niet noemen, maar hun zweverige sixties indiepop klonk best aanstekelijk. En zo was onze Dour editie 2015 afgetrapt. Hoezee!

Echt toevallig was het niet, dat ons eerste optreden er eentje was in La Petite Maison dans la Prairie: al jaren één van onze vaste stekken op de wei. Maar dit jaar had de organisatie, met Le Labo, zowaar nog een interessanter podium in het leven geroepen. De tent deed denken aan de Castello op Pukkelpop, met het verschil dat de in- en uitgangbordjes in dit geval door zowat iedereen straal genegeerd werden (en terecht). En de eerste act die we er zagen was Romare: niet de naam van een sketchy pizzeria annex pittazaak in Matongé. Wel een nieuwkomer op het befaamde Ninja Tune label. Afgezien van een sporadische Gunther D-sirene, deed de Britse producer zijn label geen oneer aan. We hoorden zeer genietbare en dansbare zomerse clubmuziek.

Wat volgde was een marathon van zomerse grooves en een fijne sfeer (Songhoy Blues), old school stonermetal – denk Marshall stacks, brede langharige getatoeëerde zanger – (Orange Goblin), vanwege de hoge verwachtingen licht teleurstellende swingpop (Unknown Mortal Orchestra), op elektro geïnspireerde hiphop uit Schotland (Young Fathers) en seventies disco-soul inclusief glitterpakjes (Lee Fields & The Expressions). Het festival was een goede vijf uur bezig, en we hadden al hiphop, metal, elektro, indie én soul achter de kiezen. Ja ja, dat is Dour.

Geen van voorgenoemde groepen zal echter een even grote indruk nalaten als de maffe combo van Arabische volksmuziek en platte techno beats, die Omar Souleyman – zonder verpinken – op de Waalse festivalweide losliet. Naar verluidt maakte Souleyman naam als zanger op trouwfeesten. En zo ziet zijn performance er eigenlijk nog altijd uit: tussen de nummers door even rustig met de toetsenist bespreken welk nummer ze vervolgens zouden kunnen brengen, te pas en te onpas houterig in de handjes klappend… De man is bijna een parodie van zichzelf. Maar dat hij dat zelf niet lijkt te beseffen en bijgevolg volledig in z’n eigen verhaal mee stapt, bedelft het geheel onder zo’n een waanzinnige (onbedoelde?) genialiteit, dat we de glimlach echt niet langer konden onderdrukken. Het feit dat hij zijn set afsloot met ‘thank you Copenhagen’, was niet meer en niet minder dan de kers op de taart. Compleet geschift, dit.

Nog voor we volledig bekomen waren van wat we net hadden ondergaan, waren we in de Boombox aanbeland, waar Starflam – we wisten eerlijk gezegd niet dat ze nog bestonden – enkele klassiekers op de massa losliet. ‘El Diablo’, ‘Ce Plat Pays’ en ‘Amnésie Internationale’ (inclusief achtergrondzangeres): ze passeerden allemaal de revue. Alleen ‘La Sonora’ moesten we – helaas – aan ons voorbij laten gaan, om nog een stukje Kvelertak te kunnen meepikken.

Daar stonden nog meer versterkers op mekaar gestapeld dan bij Orange Goblin. Al waren die blijkbaar niet van de band zelf. Hun materiaal had vertraging opgelopen op de luchthaven, en dus hadden ze links en rechts wat instrumenten bij elkaar moeten lenen. ‘If everything sounds shitty, blame it on the airline company.’ Er was gelukkig weinig van te merken. De slechte momenten deden denken aan het meligere werk van Iron Maiden, de goede neigden richting Turbonegro (zij het zonder de ironische knipoog en het sprankeltje genialiteit).

De eerste avond sloten we af met achtereenvolgens Ed Rush & Optical – in de Red Bull Elektropedia Balzaal die de facto helemaal niet uit een zaal bestond, maar wel uit een cool openluchtpodium met beelschermen voor visuals en schijnwerpers vanop de heuvels – en daarna Flume op het hoofdpodium. Die laatste maakte een wat inspiratieloze indruk. Met dubstep-breaks en hand claps schud je ons op dit uur van de dag niet meer wakker. Naar verluidt was hij enkele jaren terug in één van de tenten wel vele malen straffer. We geloven het graag.

Gezien: Dour Festival, 17 juli 2015
Tekst: Nico Kennes
Foto’s: Caroline Lessire

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Sfeer Dour Festival 2015 - (c) Caroline Lessire
geplaatst:
ma 20 jul 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!