Don’t Look Away

Alexander Tucker is al bijna dertig jaar muzikant. Eerst in hardcorebands zoals Suction of Unhome. Na een tijdje begon hij te experimenteren met tapeloops, invloeden uit Britse folk, raar getunede gitaren en elektronica. Die invloeden sijpelen door in zijn solowerk. Want daarnaast werkt hij samen met bijvoorbeeld Stephen O’Malley en vormt hij samen met Daniel O’Sullivan het experimentele electroduo Grumbling Fur. Al die verschillende gedaantes houden zich dus schuil in één persoon. Deze gedaantevorm blijft logisch gezien het kortst bij hemzelf. In openingsnummer ‘Objects’ horen we stuiterende elektronica die overgaat in een riedel op akoestische gitaar. Een combinatie die we verder ook nog horen. In ‘Visiting Again’ vallen de elementen voor de eerste keer op hun plaats. Knisperende elektronica, subtiele zanglijnen, een beetje strijkers en wat kabbelende andere instrumentatie. Verderop de plaat komen we het instrumentale ‘The Saddest Summer 2’ tegen waarin hij even herinnert dat hij ook een niet onaardige fingerpicker is. Een ander –ogenschijnlijk– buitenbeentje is ‘Gloops Void (Give It Up)’. Daarin horen we echo’s van donkere -haast industriële– elektronische klanken uit de jaren 1980. Dat klinkt misschien raar op een plaat die daar verder weinig tot geen raakvlakken mee heeft en toch klopt het. Naast die buitenbeentjes staan er dus ook vooral gewone songs uit het Tucker-universum. Het was ondertussen zes jaar geleden dat Alexander Tucker een plaat onder eigen naam uitbracht. Hij pakte hier moeiteloos de draad weer op en leverde een degelijke album af.

tekst:
Maarten Timmermans
beeld:
AlexanderTucker_DontLookAway
geplaatst:
ma 9 dec 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!