728x90 MM

Distance/Collapsed

Het Australische diSEMBOWELMENT hield het in 1993 voor gezien. Veel liefhebbers van doom, sludge en death metal hebben goede herinneringen aan het loodzware trage geluid van dat legendarische kwartet. En dat voor een band die eigenlijk maar één album uitbracht: ‘Transcendence Into The Peripheral’ (1993). Wat later dook de naar een demo van de moederband vernoemde groep d.USK op, maar dat was eigenlijk gewoon een tribute voor diSEMBOWELMENT, dat stilaan ontbolsterde tot Inverloch, waarin de helft van de oorspronkelijke leden zijn terug te vinden (drummer Paul Maziotta en gitarist Matthew Skarajew). Een extra gitarist, een bassist en een zanger werden aangetrokken waarmee in 2012 ‘Dusk/Subside’ werd opgenomen. Die plaat zorgde meteen voor een podiumplaats op Roadburn, alwaar Inverloch voor het eerst live speelde. En nu is er eindelijk een langspeeldebuut, dat de logge doom met hier en daar een sneller stuk old skool death metal. De diepe kelderstem van Ben James geeft Inverlochs doom net dat tikje naargeerstigheid extra. Bij de iets snellere stukken, niet dat het er veel zijn, houdt de man wijselijk zijn mond en laat de storm voorbijrazen, tot hij de treurnis opnieuw mag omarmen. Nu de lente eraan komt, is dit vijf nummers tellend werkstuk een ideaal tegengewicht. Blake K. Green (gitaar, zang, keyboards) en Brittany McConnell (drums, percussie, viool, viola) uit Boise, Idaho vormen sinds 2009 het apocalyptische doomduo Wolvserpent. Beiden hebben een decennialange fascinatie en opleiding genoten voor klassiek geschoolde componisten als Arvo Pärt, Gyorgy Ligeti en Krzysztof Penderecki. Die invloeden verwerkt het duo vanaf het begin in hun soms naar sferische black metal neigende doom. Daardoor klonk debuut ‘Blood Seed’ en de opvolger ‘Perigaea Antahkarana’ net dat tikkeltje anders. Klassiek aandoende fragmenten met viool, of folky stukjes zijn aanzetten, passages, die de loodzware, logge en trage doom in- of begeleiden. Voor de nieuwe plaat kiest het duo voor één stuk van veertig minuten, waardoor de muziek nog effectiever tot ons doordringt dan bij het vorige album, waarop vier lange nummers prijkten die ongetwijfeld, in een meer uitgesponnen versie, nog sterker zouden zijn geweest. Voor ‘Aporia: Kāla: Ananta’ riep het tweetal opnieuw de hulp in van Matt Dettmer, die eerder werkte met Sunn O))) en Boris, al was zijn aandeel een stuk kleiner dan op het vorige album. Vooral in het laatste stuk van het nummer zet hij zijn stempel, door de bas te laten dronen of loeihard uithalen zoals we dat van de monnikskappen kennen. Zeer aan te raden plaat!

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
za 15 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!