Dionysus

‘Anastasis’, de enigszins verrassende comebackplaat uit 2012 blijkt nu toch geen eenmalig fenomeen te zijn. Toen de persoonlijke relatie tussen Brendan Perry en Lisa Gerrard begin jaren 1990 op de klippen liep, leek het erop dat ook hun gemeenschappelijke project, dat ze als sinds 1981 samen runden, rond 1998 ten dode was opgeschreven. ‘Spiritchaser’ uit 1996 zou mogelijk het definitieve album worden – tot die ‘Anastasis’ dus. Zes jaar later is er ‘Dionysus’, het ondertussen tiende studioalbum van dit ongeëvenaarde duo. Inspiratie vond en zocht Perry ditmaal in het verhaal van de Griekse god van wijn, bacchanalen en zinnenlust. Het is overigens niet de eerste keer dat de oude Grieken zijn aandacht trokken. Dat was namelijk ook het geval op ‘Into The Labyrinth’ uit 1993. Doorheen hun hele carrière en discografie puurde het tweetal vaak uit de rijke Europese folk-tradities; en dat zowel muzikaal als thematisch. De ene keer klonk dat als neo-klassiek (‘Within The Realm Of A Dying Sun’); de andere leken ze rechtstreeks uit de Middeleeuwen te zijn getransporteerd (‘Aion’). Om vervolgens de kaart te trekken van oosterse mystiek of Afrikaanse polyritmiek. Maar altijd weer anders en dus steeds verrassend. Dat verrassingselement is er op ‘Dionysus’, dat met een lengte van een dik half uur teleurstellend kort uitvalt, niet. Hoe goed het ook allemaal is, het tweetal kan niet verhullen dat ze ditmaal een herhalingsoefening hebben gemaakt. De formule is namelijk gekend want die werd ruim twee decennia geleden grotendeels geëtaleerd op ‘Spiritchaser’. Vertrouwd zijn de (woordeloze) zang van Gerrard, de warme bariton van Perry, het veelvuldig gebruik van strijkers, de rijke variatie van en nadruk op percussie, de flinke lading omgevingsgeluiden uit de vier windstreken en een uitgebreid gamma aan oude en niet-Westerse instrumenten zoals de fujara of de Iraanse daf-drum. ‘Dionysus’ draagt overduidelijk de stempel van Perry, terwijl Gerrard ditmaal opvallend meer op de achtergrond te horen is. In zeven bewegingen, opgedeeld in twee aktes evoceert Dead Can Dance de spirituele kracht van rites en rituelen die gepaard gaan met de cultus van Dionysus. Het resultaat is mooi, mystiek en bezwerend, maar kan de indruk niet wegnemen dat de inspiratie een beetje zoek was. Dat het album met ‘Psychopomp’ zo onelegant bruusk eindigt, is in dit verband misschien nog het veelzeggendste. Nergens minder dan goed, maar in geen geval hun beste.

tekst:
Serge De Pauw
beeld:
DeadCanDance_Dionysus
geplaatst:
wo 26 jan 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!