Interview: DeForrest Brown, Jr.

Een gesprek met DeForrest Brown, Jr. over de COVID-19-pandemie, het platformkapitalisme en de Black Lives Matter-evolutie.
De Forrest Brown, Jr.

De COVID-19-pandemie, het platformkapitalisme en de Black Lives Matter-evolutie hebben alle drie een grote impact op de muziekindustrie. Maar hoe leiden deze uiteenlopende maatschappelijke ontwikkelingen de elektronische muziekscene richting een inclusievere en duurzamere toekomst? Daarover spreken we met DeForrest Brown, Jr., waarbij ook zijn nieuwe muziek, schrijfprojecten en andere samenwerkingen aan bod komen.

Ik wilde de luidste baksteen door de ruit gooien, en roepen: ‘Maak lawaai!’

Met zijn nieuwe album ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’ stelt DeForrest Brown, Jr. zich twee doelen: ten eerste wil hij recht doen aan de miskende zwarte wortels van dancemuziek, ten tweede kaart hij de problematiek van ras en klasse aan in de muziekindustrie, en welke invloed dit heeft op de mate waarin mensen van kleur zich in die betreffende scene kunnen bewegen.

DeForrest Brown, ook bekend als Speaker Music, is een journalist, curator en muzikant geboren en getogen in Alabama, maar hij verhuisde naar New York City voor de elektronicawereld aldaar. Juist in die scene heeft Brown in de afgelopen jaren een wezenlijke rol gespeeld doordat hij vecht voor vooruitgang en een progressievere cultuur. Naast zijn onvermoeibare kritiek op de vele manieren waarop mensen van kleur in de scene worden benadeeld, heeft hij zich actief ingezet om aandacht te vestigen op nieuw zwart talent in de elektronische muziek. Door zijn releases bij Planet Mu en zijn vele geschreven artikelen dwingt Brown ons allemaal te reflecteren op hoe wij ras, klasse en geslacht waarnemen in de (Amerikaanse) dancemuziek – niet op zijn minst met zijn ‘Make Techno Black Again’-campagne.

Onlangs luisterde ik een interview, dat onderdeel was van het Dweller Festival, waarin je zei dat je muziekproject Speaker Music uit noodzaak was geboren. Kan je hier meer over vertellen?
‘De afgelopen tien jaar ben ik een soort van achtergrondfiguur geweest, waarbij ik een beetje aan het aanmodderen was in de muziekindustrie als recensent voor bladen als Tiny Mix Tapes, Mixmag, XLR8R, NPR en zo nog een paar. Ondanks mijn groeiende netwerk van labels, redacteuren en muzikanten, begon ik in te zien dat er sprake was van een glazen plafond. Een handjevol witte collega’s, die veel minder ervaring hadden, kreeg banen bij grote mediabedrijven en kunstinstituten, en verdienden veertig- tot tachtigduizend dollar per jaar. Ik moest het ondertussen nog doen met vijftig dollar voor mijn recensies. Na een poosje was het financieel gewoon niet meer te doen, dus begon ik muziek te maken als een soort van uitlaatklep. Dat werd vervolgens opgepikt door Planet Mu.’

Zou je kunnen zeggen dat je die stap zette om mensen te laten zien dat je tot meer in staat was?
‘Ja. Zwarte mensen worden over het algemeen, sociaal en structureel, in een positie gedreven waar we onszelf constant moeten bewijzen.’

Het is goed om te horen dat die stap – het produceren van muziek – zo’n positieve impact heeft gehad. Zou je ons meer kunnen vertellen over je laatste release, ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’, en hoe dat album tot stand kwam?
‘Toen ik nog voor Mixmag werkte, in 2016, zag ik iets raars gebeuren: de Europese dancemarkt probeerde voet aan de grond te krijgen in de Verenigde Staten nadat de EDM-bubbel verzadigd was geraakt. Vice, dat hun kantoor min of meer tegenover het onze had, was net begonnen met hun dancemuziekafdeling Thump, in de hoop hier ook aan te kunnen verdienen. Voor mij voelde dit gelijk al verkeerd: de sleazy-chic American Apparel-stijl, het hele skaterding, maar dan gegoten in een technoverhaal voor de nieuwe EDM-crossovergeneratie. Andere mediabedrijven als Crack, Resident Advisor en DJmag kwamen in groten getale aanzetten in Brooklyn, in een poging om hun voordeel te doen met de lage vastgoedprijzen na de crash van 2008, en maakten allen hun eigen selectie van artiesten die ze de media-aandacht waard achtten. Mad Mike Banks, van Underground Resistance, is aardig militant wat betreft zijn afkeer jegens de programmering van middelmatige mainstream muziek- en kunstinstituten. Het uitbrengen van ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’ zag ik als een voortzetting van zijn message to the majors, over de slechte zakenpraktijken in de muziekindustrie, en als een manier om aandacht te vragen voor de grotere, structurele problemen van een maatschappij die gestoeld is op geweld en slavernij.’

Wat bedoel je met slechte zakenpraktijken?
‘Er is zoveel muziek die onbesproken blijft, of die beschreven wordt vanuit culturele onwetendheid – of zelfs regelrechte neerbuigendheid. Vanuit een zakelijk oogpunt zijn de media er om een soort tussenpartij te spelen, en een tijdschrift dient als een soort platencatalogus. Maar wat je eigenlijk ziet, is dat een paar witte, Europese mannen artiesten selecteren die eruitzien en praten zoals zij zelf. Ze hebben een voorkeur voor artiesten die advertenties kunnen verkopen en zo de nevenactiviteiten van hun platform sponsoren. Je hoort vaak de term boys club, en dat klopt zeker. Muziekbladen, labels, festivals et cetera, worden vaak gerund als een corporale studentenvereniging. Zo heb je bijvoorbeeld Vice en Resident Advisor die zich als onlineplatform presenteren, maar waarbij het vrij duidelijk is dat ze gewoon naar advertentie-inkomsten vissen waar er nog niets te vangen valt: dancemuziek is simpelweg niet populair in de Verenigde Staten. That’s it, punt uit.’

Geloof je echt dat dancemuziek niet populair is de Verenigde Staten?
‘Er is sinds 2008 een waanbeeld dat Amerikanen daadwerkelijk naar de club willen. Je zou er niet verder naast kunnen zitten. Het Taylor Swift-album dat pas is uitgekomen is hiervan het bewijs. Kijk maar naar haar samenwerkingen met The National en Bon Iver, die beide grofweg in dezelfde periode als haar bekend werden, een jaar of tien geleden – ‘Folklore’ is een klassiek return to form-album. Met mijn nieuwe release ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’ wilde ik iets nieuws proberen. Zoals freejazz toen het in de jaren 1960 opkwam the new thing werd genoemd, zo probeerde ik het geluid van de toekomstige vorm van techno te vinden. Techno zoals het wordt begrepen door Europese luisteraars is oververzadigd, en de muziekindustrie heeft de manier waarop mensen muziek consumeren sterk veranderd – vooral door online streaming.’

Onlangs las ik je post op Twitter over streamen en het commentaar van de CEO van Spotify. Kan je daar meer over vertellen?
‘Dit is iets dat ik echt grappig vind. Laatst keek ik met mijn partner de film ‘The Social Network’, vanwege alle QAnon/alt-right-ophef bij Facebook. Ergens in de film zegt Sean Parker van Napster dat hij de muziekindustrie had verbeterd door op ieders tenen te trappen en muziek gratis weg te geven. Voor mij is Daniel Ek (Spotify-CEO, jba) de Sean Parker van onze tijd. Dat laat ook zien hoe onbetrouwbaar de muziekindustrie is. Twee decennia op rij komen twee willekeurige witte mannen met hun achtergrond in media en sales de markt overspoelen. Ze hebben de inventariswaarde van een hele industrie doen kelderen om vervolgens alles als abonnementen in de uitverkoop te zetten.’

Denk je dat het een duurzaam model is?
‘Nee. Zeker niet. Ik bedoel, als je ziet hoe deze publicaties in de dancemuziekscene alsmaar in de problemen raken … dan is dat enkel en alleen omdat ze niet hebben opgelet. Als je ook maar naar een van die sites als Crack Magazine, Resident Advisor, Mixmag of wat dan ook gaat, hebben ze allemaal grote buttons om steun mee te vragen. Spotify en de rest van die bende hebben in deze industrie al tien jaar de touwtjes in handen. Dat is precies waar ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’ over gaat. Dat is een album, een heel werk op zich met elf tracks, en 45 pagina’s aan commentaar en kritiek van zwarte mensen die volledig onzichtbaar zijn op die grote muziekaanbieders. Dit zijn mensen met PhD’s, mensen met een echte verbinding met de kunstvorm, mensen die ik om hulp heb gevraagd bij het herwaarderen van het lief en leed van het zwarte muzikale erfgoed.’

Zou je meer kunnen vertellen over de ‘Make Techno Black Again’-campagne en hoe jij daarbij precies betrokken bent?
‘Het begon allemaal met mijn partner Ting Ding en haar zakenpartner Luz Fernandez, die samen een duurzame, gender-fluïde kledinglijn runnen onder de naam HECHA / 做. Na de verkiezingen van 2016 zette Luz een meme online, een foto van een pet met de tekst ‘Make Techno Black Again’ – als woordspeling op de ‘Make America Great Again’-slogan van de Trump-campagne. Nadat ik Ting ontmoette, en wij elkaar beter leerden kennen, ging ik aan de slag met een mixtape voor PTP genaamd ‘The Wages of Being Black is Death’, samen met Kepla. Het was een korte periode met veel traumatische shit. Ik ben vanaf toen die ‘Make Techno Black Again’-pet gaan dragen, ook in Berlijn, toen ik daar een residentie deed bij het KW Institute for Contemporary Art, en droeg hem in Berghain en zelfs tijdens lezingen.’

Wat betekent ‘Make Techno Black Again’ voor jou?
‘De term is een prefix van technocracy – een overheid of maatschappij beheerd door technische experts – uit het boek ‘The Third Wave’. Juan Atkins las dat boek tijdens de middelbare school voor een vak genaamd Future Studies. Ik las het aan de universiteit. Dat was toen ik serieus begon na te denken over techno. Trumps ‘Make America Great Again’ en de slogan ‘Make Techno Black Again’ zijn technisch gezien met elkaar verweven. Trumps aanpak is dat we onze grenzen moeten sluiten, maar als je de Obama-documentaire ‘American Factory’ kijkt, zie je dat het altijd al typisch Amerikaans is geweest: dingen roepen als ‘onze banen terugkrijgen’ en ‘goederen produceren zoals vroeger’. Maar zoals iedereen kan zien, kunnen Amerikanen niets in hun eentje. ‘Make Techno Black Again’ gaat in principe over terugbetalingen aan de slaven die het grootse en afgrijselijke Amerika hebben gebouwd, tegen hun zin en onder dwang.’

De pandemie en de Black Lives Matter-beweging hebben een grote impact gehad en lijken verandering teweeg te brengen in de elektronikascene. Artiesten van kleur krijgen doorgaans weinig tot geen erkenning voor hun werk, maar er wordt nu verandering geëist. Representatie moet worden verbeterd binnen boekingsagentschappen, line-ups van festivals en de algemene bestuurslagen. Wat vind jij van deze ontwikkelingen?
‘Heel interessant. Ik werk op het moment aan een boek genaamd ‘Assembling of Black Counterculture for Primary Information’. Als ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’ bij wijze van spreken een molotovcocktail was, is het boek een manifest in de vorm van een daadwerkelijke, waarheidsgetrouwe geschiedenis van techno. Ik vertel het verhaal van Amerika aan de hand van de geschiedenis van techno en de Industriële Revolutie. Ze hebben niet direct iets te maken met dancemuziek, maar de historische gebeurtenissen die ik bespreek zijn allemaal uiteindelijk verbonden aan de geboorte en opkomst van techno. Ik heb altijd gezegd dat de neergang van de Verenigde Staten eruit zou zien als de neergang van Detroit in de jaren 1970. Detroit was het toppunt van wat een stad kon zijn, en het mislukte vanwege de onrechtvaardige rassenverhoudingen en de agressie van grote bedrijven tegen vakbonden. Techno kon niet van de grond komen omdat raves illegaal waren, maar het waren juist zwarte mensen die raves organiseerden. Na tien jaar rellen, en de stad die in vlammen opging, zou ik waarschijnlijk zelf ook geen problemen zoeken met de politie. Als je dus de geschiedenis van Amerika bespreekt, en hoe techno ontstond uit het verval van Detroit, dan worden de verbanden met wat zich vandaag de dag afspeelt in de Verenigde Staten duidelijk. Een van de redenen waarom ik naar New York verhuisde was omdat ik wist dat er een economische crash zou plaatsvinden.’

Je wist dat er een economische crash zou plaatsvinden?
‘O, ja! Het gebeurt elke honderd jaar in dit land. Er is altijd een crash in de jaren 1920, het is altijd een naschok van een eerdere crash, twee momenten die door witte mensen nooit met elkaar worden verbonden of worden opgevat als simpelweg één lange gebeurtenis. Zo brak er paniek uit in 1826, die leidde tot een slavenopstand in het zuiden en het opzetten van de Underground Railroad, waardoor tot slaaf gemaakte mensen in plekken als Alabama konden ontsnappen naar ‘vrije’ staten als Michigan. In de twintigste eeuw gebeurde dit nog een paar keer na de Grote Depressie, en de crash in Detroit ontstond door een tekort aan olie in de jaren 1950. Maar Amerika heeft simpelweg te veel geld doordat zij er slaven voor hebben geslagen om daar aan te geraken.

Hoe verhoudt dit zich volgens jou tot BLM en COVID?
‘Het werd allemaal grimmig toen ik de video’s van George Floyd zag. Ik moest het werk aan mijn boek neerleggen en keek alleen nog maar naar wat zich in de werkelijkheid afspeelde, omdat ik inzag dat techno als cultureel artefact er niet in zou slagen om ons ertoe te brengen om technologie en moderniteit in twijfel te trekken. Wat dat wél zou doen, was de wereld die zag wat een witte Amerikaan beschouwt als sociaal en ethisch aanvaardbaar: het gewelddadig knielen op de nek van een zwarte man, negen minuten lang. Dat is eigenlijk het hele idee met mijn ‘Make Techno Black Again’ geweest, met mijn muzikale producties, namelijk het onthullen van de brute en wrede geschiedenis van Amerika, en het blootleggen van hoe de industrie werkt. Dat heeft ook met de pandemie te maken. Het is meer dan een wereldwijde gezondheidscrisis; de arbeidsmarkt en economie storten in. De laagstbetaalde werknemers doen al het harde werk en sterven vervolgens aan het virus, terwijl de rijken daarvan de vruchten plukken.’

Wat vind je van de opkomst van Black Bandcamp en de nieuwe golf aan zwarte artiesten die elektronische muziek maken?
‘Het enige waar ik op kan hopen is dat mensen zich op nieuwe manieren uitdrukken. Nogmaals, dat is waar ik me mee bezighield met ‘Black Nationalist Sonic Weaponry’: de eerste te zijn die de grootste, luidste baksteen door de ruit gooit en vervolgens roept: ‘OK allemaal, ren naar binnen! Maak lawaai!’ Dat is wat Underground Resistance deed. Hun muziek was als een bom. Ze waren erop uit om dat te pakken wat hun eigenlijk altijd al toebehoorde. Ik hou van wat de nieuwe generatie artiesten maakt, vooral mensen als AceMoMA, Kush Jones, Loraine James en Fauzia. Ik sprak laatst met MoMA Ready over deze cultuuroorlog. We zijn bewapend met wapens van geluid, om mensen te laten weten dat techno zwart is. We kunnen niet toekijken hoe het land in vlammen opgaat, simpelweg omdat witte mensen niet meer zonder gevolgen zwarte mensen kunnen vermoorden. Ik hoop dat, wanneer deze tracks uitkomen, er een momentum ontstaat, en dat tijdschriften over zwarte muziek gaan schrijven met oog voor de context van wat er in de Verenigde Staten gebeurt – en de bredere diaspora in het algemeen. Dat is het probleem met de dancemuziekindustrie: ze hebben deze muziek nooit als zwart gezien, nooit begrepen wat dat betekent.’

Heb je het laatste rapport van R.O.S.H. gelezen over de dance-industrie?
‘Zeker, ik heb daar zelfs uit geciteerd voor een artikel dat ik schrijf voor Mixmag over een soortgelijk onderwerp. Grappig genoeg staat er in het Mixmag-stuk een grafiek die mijn partner Ting heeft gemaakt, die laat zien dat slechts op 18% van Mixmag’s covers tussen 1989 en 2020 zwarte artiesten hebben gestaan – in tegenstelling tot de overige 82%, die geheel uit witte artiesten bestaat. De eerste artiest uit Detroit die op hun cover stond was Carl Craig, in 2012.’

Laatste vraag: kun je met één woord de dancescene beschrijven?
‘Oplichterij!’

Ik wilde het daarbij laten, maar kun je in dit geval misschien dat woord toelichten?
‘Herinner je je hoe president Reagan naar Duitsland ging en tegen de Sovjet-Unie zei dat ze de muur moesten neerhalen en de bezetting van West-Berlijn moesten stoppen? Nou, daar heb je het ontstaan van Berlijnse techno. En dat is de oplichterij, omdat Amerika begon met de distributie van techno, en zij in Duitsland die zwarte muziek in handen kregen zonder te weten waar het vandaan kwam. Terwijl de War on Drugs en de Violent Crime Control and Law Enforcement Act van 1984 hele zwarte gemeenschappen verwoestten, konden witte mensen in Europa genieten van hun vrijheid, drugs nemen in de club alsof de wereld vrij van zorgen was. Dat is de oplichterij. Het simpele feit dat Europeanen naar de club konden en deze miljoenenindustrie optuigden. Dat alles zonder ook maar enig respect te tonen, dát is een kenmerk van de lange geschiedenis van structureel wit terrorisme.’

Tekst: Joseph B. Agboola – Vertaling: Allart van der Woude

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!