De radicale romantiek van Stanley Donwood

Stanley Donwood - Oxygen

“Hoor je dat? Thom Yorke komt misschien ook nog!”, fluistert een meisje opgewonden. Geroezemoes en rumoer tijdens het openingspraatje van Stijn Huijts. Een zelfverzekerde spreker is de directeur van de Heerlense cultuurpaleis SCHUNCK* niet. Wel een gepassioneerde. Zeker wanneer hij het heeft over Red Maze van Stanley Donwood. Eigenlijk zijn tentoonstelling. Hij vatte immers het idee op om iets te doen op het raakvlak van hogere en lagere cultuur. Jaren geleden al. Drijfveer? Zijn passie voor popcultuur. Het resultaat? Een overzichtstentoonstelling van Donwoods werk. Voor het eerst in de lange carrière van de Britse kunstenaar. En ja, zo vertelt Huijts tussen neus en lippen door, misschien komt de voorman van Radiohead even buurten.

Thom Yorke – of liever nog: Radiohead – in SCHUNCK*, dat moet de natte droom zijn van Huijts. Van Heerlen. Zo raar is die gedachte niet. Eind vorig jaar speelde Sonic Youth in de Kunsthalle in Düsseldorf naar aanleiding van een expositie over de band. Waarom dan geen Radiohead in Heerlen? Goed, Red Maze is geen tentoonstelling over Radiohead. Stanley Donwood is wel de man achter de beeldtaal van de succesvolle Britse band. Het visuele gezicht, als het ware. Wie door het doolhof dwaalt, dat de Brit eigenhandig inrichtte in de kelder van SCHUNCK*, valt van de ene verbazing in de andere. De beeldtaal van Donwood is ongemeen sterk. Authentiek, ook. Daarover later meer. Donwood zelf is in zijn nopjes met Red Maze. Blijkt uit de prachtige publicatie die tegelijkertijd met de tentoonstelling is verschenen én uit de tevreden tronie van de Brit tijdens de hectische opening. Terwijl het doolhof met veel bombarie wordt geopend, kijkt Donwood van een afstand toe. Brede grijns op het gezicht, armen slungelig langs het lichaam. Even later steekt hij de armen uit de mouwen. Zwijgend, maar zichtbaar geamuseerd zet hij zijn handtekening op de ter plaatste gedrukte tekeningen. Een ‘echte’ Donwood aan de muur is in trek.

Stanley Donwood – Oxygen

Twee weken later is het relatief stil in de onderbuik van SCHUNCK*. Plukjes bezoekers dwalen door het doolhof. Veel landelijke aandacht heeft de expositie niet gekregen. Dat is vreemd. Oké, Donwood exposeerde twee maal eerder in Nederland, in Rotterdam en Amsterdam. Van een overzichtstentoonstelling was daar geen sprake. Toch krijgt Red Maze nauwelijks aandacht van de serieuze pers. Geen NRC, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, Volkskrant of Trouw. Goed, voor Amsterdamse media is het lastig om de stadsgrenzen achter zich te laten. Heerlen is daarmee een beproeving. Verder weg is immers onmogelijk. Niet alleen in tijd en afstand, zeker ook in cultuur, die mid-Europees is. Een misser van formaat. Red Maze is niet alleen een persoonlijk document van één van de belangrijkste visuele artiesten van de afgelopen jaren. Nog meer is de expositie een spiegel voor onze huidige samenleving. Dat past bij Heerlen.

Sterker nog: Red Maze hoort in Heerlen. Het labyrint en de minotaurus, die sinds de jaren negentig een belangrijke rol spelen in het werk van Donwood, passen bij de ecologie van de stad en de regio. Jarenlang worstelde de voormalige mijnstreek met het verleden en de toekomst. Uiteindelijk werd de draad van Ariande opgepikt en teken de contouren van de uitweg zich af. De grens tussen minotaurus en Theseus is flinterdun. De culturele lente mag dan wel begonnen zijn, zeker is de toekomst allerminst. Daarbij is Heerlen voor velen nog steeds de bastaard. Een stad die van stad met rijk industrieel verleden moest transformeren naar een succesvolle dienstenstad, maar jammerlijk faalde. Die schizofrenie zit diep in het werk van Donwood verscholen. Sterker: wat voor Heerlen geldt, geldt voor onze huidige maatschappij én, verder vertaald, voor onszelf. Volwassen geworden in de jaren negentig van de vorige eeuw, is Donwood bij uitsteek de buitenstaander die de transformatie van onze westerse maatschappij in de eerste tien jaar van deze eeuw kan duiden. Donwood – geboren als Dan Rickwood – ontmoette Tom Yorke op de Universiteit van Exeter, waar ze beiden studeerden. In 1995 ontwierp hij de hoes van The Bend, het tweede album van Radiohead. Vanaf dat moment zorgt Donwood voor de visuele representatie van de band. Dat is niet voor niets.

donwoodinrainbows1
Stanley Donwood – In Rainbows

Het werk van Donwood kent dezelfde romantische houding als de muziek van Radiohead. Verbeeldt de zoektocht naar dat wat écht van waarde is in een wereld die wordt gedomineerd door geld, technologie, eigenbelang en korte termijndenken. Donwood kiest niet voor de gemakkelijke weg. Geen vlucht in het verleden dus, ook niet in een utopie of dystopie. Het werk van Donwood is geruststellend én verontrustend. Speelt ook met conventies in onze westerse maatschappij. In zekere zin is het werk van Donwood een exponent van wat Jos de Mul radicale romantiek noemt. In zijn essay over kunst in het tijdperk van het technologisch sublieme, dat onlangs verscheen in de bundel Now Is The Time – kunst & theorie in de 21e eeuw, bepleit De Mul een houding die tussen postmoderne ironie en enthousiasme in laveert. Precies dat doet Donwood. Ondanks de kritische, ironische laag in zijn werk, spat de fascinatie voor technologische vooruitgang van zijn werk af. Met een dubbelzinnige glimlach omarmt hij het heden en richt de blik op de toekomst.

Die houding komt het best naar voren in het pamfletten werk dat her en der verspreid in zijn doolhof hangt. ‘Meat’s here to stay. There’s no business like the meat business. From burgers to BSE’, staat het ironisch op een soort reclameposter. Een ander pamflet kopt ‘How to paint your cow’. Donwood lijkt er te doen aan adbusting, maar dat is een te eenvoudige constatering. De kritische noot is er niet serieus genoeg voor. En eigenlijk ook niet ironisch genoeg. Ook het andere werk van Donwood ademt die sfeer. Het artwork van het album In Rainbows (2007) en de singles die ervan verschenen is qua beeldtaal buitengewoon utopisch. Donwood flirt er met de constructivisten en futuristen uit het begin van de vorige eeuw. Maar toch. Felle kleuren in chaotische patronen onttrekken er de opgeruimde toekomstgedachten aan het zicht. Het resultaat is geloof én ongeloof in één. Botsen doet het niet. En toch is de diepere boodschap duidelijk.

donwoodokcomputer
Stanley Donwood – OK Computer

Confronterender is het artwork voor OK Computer (1997) en de singles van Radiohead die eind jaren negentig verschenen. Het werk is, aan de ene kant, typerend voor de jaren negentig. Donwood laat zich er niets gelegen liggen aan grenzen tussen disciplines. Grafisch ontwerp, tekeningen, typografie, fotografie en verf gebruikt hij door elkaar en verwerkt hij tot een soort collage’s. Daarin lijkt het werk van Donwood op dat van tijdsgenoten als David Carson, Designers Republic, Büro Destruct en het ontwerpbureau Tomato. Het is echter de intensiteit, het kleurgebruik en het samenspel tussen leegte en manische drukte dat de ontwerpen unheimisch maakt. Alsof Donwoord voorvoelt dat aan het begin van de eenentwintigste eeuw alles op z’n kop wordt gezet. Die verontrustende component zwakt gaandeweg het eerste decennium van deze eeuw iets af. Met andere woorden: de tegengestelde krachten die zo typerend zijn voor het werk van Donwood leren met elkaar leven.

Donwood laveert dus met succes tussen ironie en enthousiasme, zou De Mul betogen. Maar er is meer. Donwood laat pijnlijk het verschil zien tussen popcultuur – kunst, zo je wilt – in de negentiger jaren en nu. Blijkbaar heeft popcultuur in slechts enkele jaren een draai gemaakt van confronteren en uitdagen naar behagen en vooral niet moeilijk doen. Het is te prijzen dat Donwood niet heeft gekozen voor de gemakkelijke weg. Donwood maakt popcultuur die aan het denken zet. Die uitdaagt én behaagt. Het zijn weinig kunstenaars die op het raakvlak van kunst en popcultuur laveren die hem dat nadoen. Sterker nog: hij bewijst ermee dat het onderscheid tussen pop en kunst allang niet meer relevant is, al is dat discours nog steeds uitermate dominant. Red Maze is, kortom, een expositie van uitzonderlijk niveau, die samen met de andere twee gelijktijdige tentoonstellingen in SCHUNCK* – Egotrip.TV van Daniel van Houten en Model Citizens Continuum van Wouter Osterholt en Elke Uitentuis – laat zien dat pop en kunst begrippen zijn uit een oude wereld. Jammer alleen dat de landelijke pop- en kunstkritiek de andere kant op kijkt.

Red Maze is nog tot en met 14 maart te zien in SCHUNCK*, Heerlen. Op zondag 14 maart wordt de expositie op spectaculaire wijze gesloten: de door Donwood beplakte, bewerkte en beschilderde wanden van het doolhof (dus niet de losse werken) mogen door het publiek gratis worden meegenomen.

Meer info

Red Maze, Stanley Donwood, SCHUNCK* (2010).
‘Radicale Romantiek’, Jos de Mul, in: Now is the time – kunst & theorie in de 21e eeuw, NAi Uitgevers (2009).

WWW

www.schunck.nl
www.slowlydownward.com

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!