Crossing Border – Arenbergschouwburg Antwerpen, 21 november

Voor het tweede jaar op rij sloeg het Nederlandse Crossing Border festival zijn tenten op in de Antwerpse Arenbergschouwburg. Vrijdag stond Rufus Wainwright al geprogrammeerd en zaterdag bracht Mercury Rev tot verbazing van zij die de programmabrochure niet lazen géén ‘Goddess on a Highway’ maar wél geïmproviseerde soundtracks. Maar de échte festivaldag was zondag. De precieze beleidsnota van het festival hebben we er niet op nageslagen, maar het lijkt ons dat Crossing Border nog steeds een blend van muziek en literatuur ambieert. Daar zijn wij ook niet vies van. Mocht Crossing Border zich specialiseren in glasblazerij en crocheteerwerk, het zou gekund hebben dat we thuis waren gebleven.  Dat de Arenbergschouwburg op spuugafstand van ons huis ligt, hielp ook. Wij dus op de zoveelste druilerige zondag op rij richting Arenberg.

Villagers
Villagers - Foto: Maarten Timmermans

Toen we in La Zona Rosa (vreemd genoeg in blauw tl-licht gehuld) arriveerden,  verliet Lies van Gasse net het podium. Out came Villagers, een jonge troupe Ieren die live ergens tussen Bright Eyes en The Blue Nile in bleken te balanceren. Mooi, bij momenten, maar vooral ook erg braaf. Braver dan Belle & Sebastian, en dat wil wat zeggen. Het mooiste dat Gonzo-compaan (mt) achteraf over zijn lippen kreeg was: “dit had Bart Steenhaut vast erg goed gevonden. Doe zo voort”. Consensusmuziek, dus. Vorig jaar rond deze tijd hadden op Crossing Border we met The Low Anthem al een concert gezien dat tot op het bot sneed, vandaag zou het blijkbaar iets langer duren.

Dat Crossing Border een reputatie heeft wat Americana betreft, daar werden we dit jaar slechts één keer aan herinnerd. Met name bij DBC Pierre, toen een rozige vrouw mét cowboyhoed ons de toegang tot de zaal versperde, en wij die geestige DBC dus slechts af en toe tussen een vlezige schouder en een Stetson zagen verschijnen. Pierre’s naar verluidt magistrale debuut ‘Vernon God Little’ staat hier al zeven jaar in de boekenkast, maar op basis van ’s mans autobio-interview gaan we er zeer binnenkort toch alsnog maar eens induiken.  Het stukje DBC dat wij meepikten ging voornamelijk over ’s mans tamelijk waanzinnige jeugd. Als zoon van een expat in Mexico, groeide hij op met een buurman die tijgers in de tuin hield en woonde hij zelf in een huis zo groot dat de familie Pierre pas na tien jaar in de smiezen kreeg dat één van de meiden in haar kamer was bevallen van een dochter die ze daar al tien jaar lang in het geheim opvoedde. Dàt soort jeugd, daar kunnen wij niet tegenop. Of het moet die keer zijn dat we… Nee, laat maar zitten. Ja, wij gaan dus ‘Vernon God Little’ lezen, pakweg morgen.

Low
Low - Foto: Maarten Timmermans

Tijd voor onze favoriete mormonen. Een poos geleden bereikte ons het onheilspellende nieuws dat zanger-gitarist Alan Sparhawk van het ons erg dierbare Low zich had laten opnemen in een psychiatrische kliniek. Erg kort door de bocht omdat hij het Rock’n’Roll leven niet kon rijmen met zijn diepe geloof. Maar toen Sparhawk zondagavond zijn mond opentrok en er een “Lord you saved my soul” van heel diep kwam, wisten we: “het komt wel goed met Sparhawk”. Ook met Low zou het wel goedkomen, zo bleek al snel. Nu hebben wij Low nog nooit weten tegenvallen. Een paar jaar geleden schitterden ze nog onder een schone sterrenhemel in het prachtige openluchttheater in het Antwerpse Rivierenhof. Absoluut hoogtepunt was echter de double bill met Vidna Obmana – lichtjaren geleden in de Leuvense Predikherenkerk. De man of vrouw die die lineup en locatie uit zijn/haar duim zoog, verdient een klein standbeeld. Maar ook vanavond – ondanks een behoorlijk risicovolle set met veel nieuw werk – zat Low dus goed. Sparhawk speelde op twee minuscule versterkertjes, maar wist een sfeer op te roepen die nu eens even klonk als Grinderman op een klein beetje codeïne, dan weer even troostend als het zoetste van Nick Drake. Ook tekstueel viel er pret te beleven. Wat te denken van een zinssnee als “He gave me a baseball bat, said: here’s what to do / … / all you guys out there try to act like Al Green / all you guys out there try to act like Al Green”. Naast ons neuzelde de ene klojo tegen de andere: “wat is er mis met Al Green, misschien?”. Tekstuele pret, we zeiden het al. Een goed en naar Low-normen vrij potig concert.

Psychedelische peper

Net op tijd buiten bij Low om nog een stukje Ganglians mee te pikken. Ga dat zien, zouden we zeggen, want Ganglians waren heel plezant. Vier teenagers from space die – harkerig van het ene op het andere in skinny jeans gehulde been stampend – de Beach Boys door de verschillende psychedelische mangels haalden. Een pak minder gesofisticeerd dan op plaat, maar minstens even trippy. Dat Ganglians er al eens stevig nààst speelden stoorde allesbehalve: psychedelici winnen daardoor aan credibility, in schril contrast met pakweg mathrockers, metronomen of deelnemers aan de Koningin Elisabeth wedstrijd. Dat de zanger op zijn kousen optrad stoorde ook al niet – het waren immers mooie kousen. Eén kritische voetnoot evenwel: bij een psychedelisch concert horen de eerste rijen niet te worden ingenomen door comfortabele zeteltjes. Bij een psychedelisch concert moet de hele zaal – en dan zeker de eerste rijen – vol molenwiekende hippies from hell staan. Een anonimicus: “psychedelische peper in de bezadigde reet van Crossing Border”.

Local Natives
Local Natives - Foto: Maarten Timmermans

En toen was het de beurt aan Ronald Snijders. “de verspreider van het absurdisme in Nederland”, zo leerde een snelle blik in de programmafolder. En ook wel dat “zijn soort humor erg in de smaak zou vallen bij ons Vlamingen”. Hmmm.  Of een opsomming à la het danklijstje dat Snijders bracht – “de nationale bank in hongarije / het angstaanvallenfestival / cyclopen / buiksprekers / schrijvers over maïs / … nu heel veel toevoegt aan het Belgisch absurdisme, daar zijn we nog niet zo zeker van. Snijders liet wél de zaal uit zijn hand eten, daar moeten we eerlijk in zijn.

Maar we waren hier voor Local Natives. Hun ‘Gorilla Manor’ had ons eerder dit jaar niet helemaal kunnen overtuigen. Onze kritiek bondig samengevat: we vonden ‘Gorilla Manor’ een té brave kruising tussen Yeasayer en Fleet Foxes. Op Pukkelpop moesten we onze mening herzien, want live stààn Local Natives er ontegensprekelijk. Jammer dan ook dat we – in die verdomd zachte pluchen zetels van de Arenbergschouwburg – meer tegen de slaap aan het vechten waren dan wat anders. Dat viel overigens minder aan Local Natives te verwijten dan aan Action Beat, die we de avond tevoren in actie (we hebben drie seconden geprobeerd de pun te vermijden, maar we zijn te lui) zagen. Action Beat liet ons wachten, en wachten en nog een paar uur meer wachten. Onderwijl lagen de heren zélf languit te slapen in het café van Scheld’apen. Maar net als op Pukkelpop waren Local Natives goéd. Toen de heren aan een volgelopen Arenberg vroegen om voor het laatste nummer rechtop te gaan staan en die pluchen zetels te laten voor wat ze waren, werd aan die oproep dan ook door het ganse publiek voldaan. De snor van Taylor Rice begint overigens Tom Selleck-proporties aan te nemen. Zo, daarmee is het lifestyle-publiek òòk weer bediend. Goeie groep, Local Natives.

Spoon
Spoon - Foto: Maarten Timmermans

Dat Spoon als headliner geprogrammeerd stond, dàt begrepen wij dan weer niet zo goed. België is immers nooit overstag gegaan voor de overgedesignde mod-pop van Britt Daniel en zijn huurlingen. For old time’s sake (toen we achttien waren zagen we Spoon in het voorprogramma van Guided By Voices – Spoon klonk toen als The Pixies) én voor de zekerheid, gingen we toch maar even poolshoogte nemen. We hoorden overspannen én overgerepeteerde songs die verzopen in hun eigen arrangementen. We zagen een halfvolle zaal gestaag leegstromen. Graag volgend jaar The National en Jamie Lidell erbij als headliners, zoals in Den Haag. Maar dat zal wel eerder een financiële dan een programmatorische keuze geweest zijn, vermoeden we.

Crossing Border – in Nederland een instituut – zal hopelijk mettertijd zijn Belgische vorm wel vinden. En dan hebben De – kwakkelende – Nachten er een te duchten concurrent bij.

tekst:
Stijn Buyst
beeld:
Villagers
geplaatst:
za 27 nov 2010

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!