Creon

Het Zwitserse Rorcal brengt met zijn vierde plaat een verderzetting van hun verklanking van de Apocalyps. Waar de inmiddels tot een kwintet uitgebreide band op zijn debuut (‘Myrra, Mordvynn, Marayaa’, 2008) nog relatief gewone titels gebruikte om hun loodzware muziek, een mengeling van hardcore, doom, sludge en black te duiden, verandert dat gaandeweg. ‘Heliogabalus’ bestaat uit één, net iets meer dan een uur durend, verschroeiend stuk herrie. Op ‘Világvége’ (2013) kregen de stukken nog nummers toebedeeld. Voor ‘Creon’ kozen ze voor de leukste tot nu toe: ‘Πολυνείκης’, ‘ Ἀντιγόνη’, ‘Αἵμων’ en ‘Εὐρυδίκη’. Het zijn de namen van vier overleden Griekse karakters die op één of andere manier verbonden zijn met Creon zelf. Daar zal de website tevreden mee zijn, om die om te zetten. Bij elke plaat kiest Rorcal er, behalve een concept, tevens voor een ietwat andere muzikale richting uit te slaan, waardoor het elke keer weer afwachten is wat het gaat worden. Dat het steevast hard en woest klinkt, is echter een constante. En dat is zeker het geval als we deze veertig minuten de revue laten passeren, na een rustig en ingetogen plaatje om het contrast wat te verhogen. De Zwitsers gooien zich voor ‘Creon’ heel erg op postblackmetal, waardoor de uppercut die hun muziek altijd al is, nog steviger aan komt. Nieuwkomer Yonni Lapatte neemt de schreeuw voor zijn rekening. Zijn als een obsessieve waanzinnige overkomende zanglijnen verheffen de songs boven heel wat bands die gelijkaardige muziek maken. Tegelijk is er meer ruimte voor de andere vier om volledig loos te gaan, omdat geen van de anciens zich nog hoeft te forceren om ook nog eens een paar lijnen te zingen. Een helse trip, met de nadruk op de drie eerste letters.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Rorcal_Creon
geplaatst:
vr 5 jul 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!