City Code

Twee nieuwe releases op Knotwilg, dat betekent twee releases voor de meerwaardezoeker. Een langspeler en een single, beiden op vinyl uiteraard. Voor minder doet Knotwilg het niet.

Knotwilg brengt alleen platen uit die buiten de lijntjes kleuren, wat financieel soms een zware dobber is, maar met de huidige mogelijkheden inzake crowdfunding en gelijkaardige activiteiten, kan het initiële risico toch enigszins binnen de perken blijven.

Knotwilg heeft een voorliefde voor lo-fi, muziek die net niet goed klinkt, technisch gezien dan. En er wordt graag gekeken naar de muziek die wordt gemaakt in het verre Nieuw-Zeeland, gewoon, omdat er daar steengoede muziek wordt gemaakt en Knotwilg het zichzelf ook niet te gemakkelijk wil maken. Al mogen de muzikanten ook van elders komen.

Stefan Christensen bijvoorbeeld, woonachtig in New Haven, Connecticut, maar zo te horen aan ‘City Code’ (gelimiteerd tot tweehonderd exemplaren) een fervente liefhebber van Dead C en de catalogus van het legendarische Xpressway-label, uit Nieuw-Zeeland uiteraard. Christensen maakte al een paar albums onder zijn eigen naam, maar musiceert ook alleen of met bands in onder meer Career SuicideCasual SexistsIron Hand en Permanent Feels.

Gitaren en noise hebben zijn voorkeur, gebracht op een huiskamervlijtmanier en opgenomen alsof de apparatuur hapert of gewoon weigert mee te werken. En toch klinkt ‘City Code’ heel boeiend.

De vier nummers op de A-kant botsen een beetje alle kanten tegelijk uit, van rustig gitaarspel tot noisy freaken en hier en daar wat stem. Behalve wat gitaar van David Shapiro in ‘Unknown Estate’ doet Christensen het deze keer ook allemaal zelf.

De B-kant bevat het iets meer dan zestien minuten durende ‘Tell It On The Mountaintops’, dat inzet als Sebadoh. Al houdt hij het niet lang vol. Al snel wordt het een lo-fi gitaartrip die kraakt en piept zoals we het graag hebben.

‘Vakbond’ van Weiland doet ons onmiddellijk denken aan de muziek van Peter Vermeersch en Thierry De Mey voor Rosas Danst Rosas. Heerlijk minimaal, repetitief en steevast hetzelfde melodiestukje. Ook ‘Perruche’ heeft dat, al neemt hier de speelse elektronica het over.

Niet zo vreemd als het over Ovil Bianca (Tim Wijnant) gaat (hij is Weiland) en Jürgen De Blonde (Köhn) een vinger in de pap heeft. Disco waar niet op kan worden gedanst, ja, daar zijn we zeer voor te vinden.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
StefanChristensen_CityCode
geplaatst:
wo 15 jan 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!