Boek: Charles d’Ambrosio – Het Dodevissenmuseum

Het Dodevissenmuseum
Het Dodevissenmuseum

Als we één ding kunnen zeggen over D’Ambrosio, dan is het wel dat hij een Amerikaans schrijver is. Zijn verhalenbundel ‘Het dodevissenmuseum’, uitgegeven door de kleine uitgeverij Karaat, ademt de Midwest, die streek van Amerika die wordt geassocieerd met saaie zandvlaktes en Amerikanen die geen intellectuelen uit het Noorden zijn, maar ook niet de ruige cowboys uit het Zuiden. D’Ambrosio’s personages lijken tussen de plooien te vallen van een leven vol actie en avonturen. De verhalen zijn momentopnames die op zich weinig betekenis hebben, maar die daardoor des te meer vertellen over het leven. In tijden van postpostmodernisme laat hij ruimte voor het dagelijkse leven en hij kruipt daarmee achter de schouders van het nieuwe realisme, zoals onder meer Raymond Carver hem dat voordeed. Het gewone leven, dat kwetsbaar is door alle dingen die niet verteld worden, dingen waarmee mensen proberen te leven. In ‘De Hoge Pas’ gaat een weesjongen met zijn vriend en diens vader kamperen, waar de vader aan zijn zoon vertelt dat hij gaat scheiden van zijn vrouw. Dat levert geen extreem dramatische gebeurtenissen op, maar het komt wel krachtig over. Verschillende verhalen gaan ook over geesteszieken, wellicht omdat de broer van de schrijver aan schizofrenie leidt. In het krachtigste verhaal uit de bundel ‘Drummond en zoon’ wordt het thema schizofrenie op zo’n subtiele manier uitgewerkt, dat de impact des te harder is. Soms wijkt D’Ambrosio af van zijn pad en smokkelt hij een niet-alledaags onderwerp in zijn verhaal, zoals ‘Het grote geheel’, waarin het hoofdpersonage met de doden kan praten, al blijft ook hier de vraag of dat gegeven niet vooral in het hoofd van de lezer zit. Niet alle verhalen zijn even sterk. De zwakkere broertjes, zoals ‘Scenarioschrijver’, zijn nochtans de verhalen die in de VS werden bekroond of in The New Yorker verschenen. We vermoeden dat een deel van de zeggingskracht in de vertaling verloren ging. Dat is jammer, maar in sommige gevallen onvermijdelijk, zeker bij schrijvers die subtiel omgaan met taal. Dat neemt niet weg dat we blij zijn dat ‘Het Dodevissenmuseum’ ook voor mensen die het Engels niet onder de knie hebben, beschikbaar is. Er kunnen niet genoeg schrijvers zijn die het talent bezitten om de doodgewoonheid van het leven in uitzonderlijke verhalen neer te schrijven. We zijn trouwens benieuwd of Karaat verder kan gaan op dit uitzonderlijk hoge niveau.

Meer info

Uitgeverij Karaat, Amsterdam, 2011
www.uitgeverijkaraat.nl

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!