728x90 MM

Body

Het Australische trio The Necks, met enige vasthoudende regelmaat abusievelijk ondergebracht in de categorie ‘jazz’, blijft doorgaan met het produceren van bedwelmende muziek. Zo ook op ‘Body’, hun nieuwste album.

Piano, keyboards, bas en drums weven een tapijt waar de oren zich zuchtend op neervlijen, in de ijdele hoop dat dit uur muziek (want zolang duren hun nummers doorgaans) nooit voorbij zal gaan.

Chris Abrahams loopt heerlijk stotterend langs de toetsen van zijn piano, terwijl hij akkoorden van een keyboard zacht laat opgloeien en weer uitdoven. Bassist Lloyd Swanton is een ritmische rots onder dat solo-samenspel. Drummer Tony Buck gaat daar dwars en stijfkoppig tegenin met tikken op bekkens en trommels. Ze nemen gas terug, meer en meer.

En dan, voor je in de gaten hebt waar de vonk oversloeg, duiken ze hals over kop in een versnelling en dampen ze rock uit alle hoek en gaten. Abrahams drijft de spanning op in hamerende akkoorden op de piano. Het keyboard maakt plaats voor een extatisch wringende en joelende gitaar, ongetwijfeld in de handen van Buck, die onverstoorbaar blijft drummen als een hele of een halve octopus.

Maar zo’n zeventien minuten voor het einde is het afgelopen met de uitbundigheid. De rockband gaat ten onder in galmende wolken, waar belletjes uit op komen tinkelen en in de verte gongs bekrast worden. Voor ze de laatste adem uitblazen, ontpoppen de drie zich nog even tot klokkenluiders.

Ze maken nu al dertig jaar op deze manier muziek, bouwen improvisaties waar anderen alleen maar van kunnen dromen. En ze blijven verrassen. Zichzelf waarschijnlijk al evenzeer als hun publiek.

tekst:
René van Peer
beeld:
TheNecks_Body
geplaatst:
ma 13 jan 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!