Dit jaar namen de vrouwen de eindejaarslijst van Maarten Buser over, of ze nu spannende pop maakten of atypische americana. En die paar mannen die aanklopten? Vooruit, die mochten er ook in, als ze maar een goede hiphopplaat hadden gemaakt.
Na even natellen blijkt dat er maar liefst zes vrouwelijke solo-artiesten op mijn eindejaarslijstje staan. Tel daarbij op dat Slowdive zonder de fantastische inbreng van Rachel Goswell nooit mijn top 3 had gehaald, en je kunt wel spreken van een geëmancipeerde lijst. Wie de Gonzo (circus) regelmatig leest weet dat vrouwelijke artiesten het nog altijd lastig hebben in de muziekindustrie, maar ze zijn gelukkig met een inhaalslag bezig. Samantha Crain en Marika Hackman bijvoorbeeld maakten beiden mooie platen op het kruispunt van singer-songwritermuziek en americana enerzijds, en indiepop en -rock anderzijds. Dit is, hoewel er genoeg lichtende voorbeelden zijn geweest, de afgelopen jaren bepaald niet het interessantste schemergebied in de popmuziek geweest, maar hun frisse en atypische benadering laat Crain en Hackman boven de (al te traditionalistische) middelmaat uitsteken. Wie wil horen hoe een countrysleper wordt afgewisseld met scratches en saxofoon, moet ‘You Had Me At Goodbye’ eens draaien.
Wat verder opvalt is dat er slechts één band op de lijst is vertegenwoordigd, tegenover negen solo-artiesten, waarvan drie mannelijke rappers. Kendrick Lamar presteert gewoon weer op (eerlijk is eerlijk, enorm hoog) niveau, en oude favorieten Laura Marling en Taylor Swift komen weer met werk op de proppen dat niet of niet veel onder doet dan eerdere albums. Ook de comebackalbums van Slowdive en hiphopheld P.O.S (die overigens onterecht lauw is ontvangen) zijn geen flauwe herhalingsoefeningen, maar zeer geslaagde aanvullingen op hun al imposante discografieën. En ik moet zeker de schade inhalen van het totaal gemist hebben van Vince Staples’ debuut, want opvolger ‘Big Fish Theory’ is een spannend voorbeeld van hoe prominente dance-invloeden toch geen vreselijke platte hiphop kunnen opleveren.
Echter, de twee grootste verrassingen zijn dat ene debuut op de lijst – Noga Erez maakte een militante, indringende combinatie van elektronische pop, trap en industriële neigingen –, én de nummer 1. Lorde maakte met ‘Melodrama’ een album dat duidelijk boven de andere negen uitsteekt, hoe goed die ook zijn. Opvallend is ook de enorme stap die ze maakt van het best aardige debuut ‘Pure Heroine’ (2013) naar een enorm uitgebalanceerde, spannende popplaat, die luistert als een mix van eighties-pop, hiphop en r&b van nu, en een flinke dot Kate Bush. Het ene briljante nummer verdringt bijna het andere. De sterke teksten zitten vol groeipijnen op de weg naar volwassenheid, maar muzikaal gezien is Lorde daar allang.
Luister hier naar de YouTube-playlist.