Harry Sword: Monolithic Undertow
Hoe zijn het verstilde minimalisme van Éliane Radigue en de theatrale wall of sound van Sunn O))) onder een en dezelfde noemer te vatten? Op het eerste gehoor staan de twee diametraal tegenover elkaar. Maar wie zich overgeeft aan hypnose van de eindeloze sustain, vindt in beide de transcendentale kracht van de drone.
Een lange, enkele noot uit een synth; eindeloos aanhoudende gitaarfeedback; de achtergrondgalm van een lege ruimte; machinebrom; witte ruis. Iedere liefhebber zal een eigen favoriete invulling van het concept ‘drone’ hebben, maar het er ook over eens zijn dat de mogelijkheden van de eindeloze toon te breed en te diep zijn om dat allemaal onder een enkel genre te vatten. Wat Harry Sword betreft, overstijgt drone elk genre en zelfs de muzikale vorm zelf. In ‘Monolithic Undertow’ beschrijft hij de geschiedenis van drone als een haast spirituele zoektocht naar transcendentie. De drone, is het idee, maakt dat mensen op het nu focussen, door een gebrek aan muzikale ontwikkeling en andere tijdsmarkeringen. Een effect dat de schrijver afwisselend presenteert als rustgevend, hypnotisch en extatisch.
Spiritueel
Swords verhaal begint in een zesduizend jaar oude tempel op Malta, waar de akoestiek in een van de heilige kamers zo goed is, dat geluid tientallen seconden nagalmt langs de muren, met mystiek effect. Van dat spirituele startpunt voert het verhaal in de eerste paar hoofdstukken langs galmende kerken, The Master Musicians of Joujouka, Indiase raga’s, en de freejazz-innovaties van John Coltrane, om midden jaren 1960 bij de eerste ‘pure’ drones te arriveren. Die komen op het conto van La Monte Young, ‘de vader van ons allemaal’, zoals Brian Eno hem ooit noemde. Onder invloed van John Cage en de Fluxus-beweging gaat Young op zoek naar een westerse mystiek, hypnose door herhaling, het spiritualisme van de stasis. Hij doet melodie in de ban en plaatst als eerste de drone op de voorgrond – met zijn ego daar net achter.
‘Als muzikale geschiedenis is het onevenwichtig en verre van compleet.’
‘Inlijven van de eeuwigheid’ noemt Sword het, die zich het hele boek uitput in metaforen en vergelijkingen om de vaak abstracte geluiden en nog abstractere gevoelens die ze bij hem boven brengen onder woorden te brengen (zijn favoriete woord is ‘discombobulatie’). De stijl is subjectief, met de urgentie van een fan die je graag wil vertellen wat hij allemaal heeft ontdekt, en die tegelijk ook impliciete autoriteit over het onderwerp claimt. Zo stelt hij bijvoorbeeld dat Sonic Youth-gitarist Lee Ranaldo ‘een van de meest innovatieve gitaristen aller tijden’ is, zonder enige moeite te doen die stelling te onderbouwen.
Het boek is dan ook vooral een verslag van Swords persoonlijke liefde voor de drone, met alle eigenzinnige uitweidingen, incrowdverwijzingen en (stijl)keuzes die daarbij horen. Tegelijk is zijn enthousiasme voor het onderwerp aantrekkelijk, en zet het boek aan tot het naspeuren van de platen die hij roemt, de soundtrack van zijn eigen trip – een playlist bij elk hoofdstuk had niet misstaan.
Dronerock
Sommige van die platen worden er aan de haren bijgesleept; zo heeft bijvoorbeeld Coltranes baanbrekende album ‘Ascension’ in mijn oren weinig met drone van doen. Maar gaandeweg tekent zich in het boek een beeld af van gelijkschakeling van drone met spiritualiteit, waarbij dat laatste voor Sword soms belangrijker lijkt dan of er ook echt ‘gedroned’ wordt.
Erg spiritueel vind ik mezelf niet, maar het meeslepende effect van een goede drone ken ik wel degelijk. De eerste keer dat ik een van mijn favoriete platen met drones prominent in de mix hoorde, ‘October Language’ van het Amerikaanse duo Belong, leek de euforische en stormachtige mix van ambient noise, shoegaze en drone me bijna letterlijk uit mijn stoel te tillen. Het opende ook een hele wereld voor me van noisy drone-artiesten als Tim Hecker en Lawrence English – een wereld die in het boek overigens niet aan bod komt. Misschien omdat het vaak ‘laptoppers’ betreft, en Sword vooral aandacht heeft voor dronerock. En dan met name heavy dronerock.
De inleiding spreekt wat dat betreft boekdelen: in de eerste pagina’s beschrijft Sword zijn ervaringen tijdens het Tilburgse Roadburn festival, ground zerooverlords Earth en Sunn O))) is volkomen terecht.
Maar of de statuur in het dronecontinuüm van een band als Electric Wizard dusdanig is dat ze tien pagina’s verdienen, vraag ik me af. Zeker wanneer bijvoorbeeld My Bloody Valentine en Slowdive alleen in een bijzin, of zelfs helemaal niet genoemd worden. Toch niet de minsten, of minst invloedrijken waar het gaat om de fysieke beleving van geluid en hypnose door sustained sustain. Wie MBV ooit live ‘You Made Me Realise’ hoorde – of beter, voelde – spelen, weet wat ik bedoel.
Paranoia
Sword lijkt uiteindelijk ook wel te beseffen dat hij niet uitsluitend over mannen met gitaren en baarden kan schrijven. In een van de laatste hoofdstukken komt Brian Eno uitgebreid aan het woord, met een aantal mooie observaties over de aantrekkingskracht van de drone. Ook Éliane Radigue krijgt de aandacht die ze verdient, maar de rest van het hoofdstuk voelt een beetje als een vergaarbak.
Via The Orb en The KLF’s ‘Chill Out’ komen we in de ambient schaduwzone van Aphex Twins meesterlijke ‘Selected Ambient Works II’ en vervolgens bij vroege Tangerine Dream, Throbbing Gristle en Coil. Daarna springt Sword over naar de drony techno van Regis en British Murder Boys, om via Justin Broadrick (Godflesh) en de The Bug (wiens platen met Earth vreemd genoeg onbenoemd blijven), de sprong te maken naar hauntology en The Caretaker.
Zonder het te benoemen doorkruist hij daarmee de zone van wat midden jaren 1990 ‘isolationisme’ heette, schaduwachtige ambient en postrock die eerder aanzette tot paranoia dan transcendentie. Veel van de beschouwingen in dit deel gaan meer over echo’s van het verleden dan over wegstervende noten, maar nemen voor Sword blijkbaar een logische plaats in zijn verhaal in.
Alles bij elkaar is ‘Monolithic Undertow’ als muzikale geschiedenis onevenwichtig en verre van compleet. Maar als eigenzinnig verslag van een intuïtieve zoektocht naar de spirituele kwaliteiten van onderdompeling in noise en drones is het zeer leesbaar. Misschien is dat ook wel hét recept voor innerlijke rust in deze beklemmende en beknellende tijden.
Reacties