Beuken, flashen en knallen

U dacht dat u een taaie tante was? Een forse kerel? Think again. De zondagochtend van Dour Festival heeft ook de perceptie van onze eigen stoerheid grondig hertekend. Toen we – intussen ongeveer even welriekend als energiek – ons tentje tot zijn herkenbare ronde vorm hadden teruggebracht en het vervolgens hadden opgeborgen, ontmoetten we twee manskerels die meer gonzo waren dan de zonnebril van Raoul Duke zelf.

De heren in kwestie hadden net een nachtje stappen op de Gentse Feesten in benen. Lees: de Vlasmarkt afgesloten rond een uur of negen des ochtends, om vervolgens in één trek door te cruisen naar de wei van Dour, om daar te werken en te feesten. En dan rechtstreeks naar het kantoor op maandagochtend. Kijk, voor zo’n mensen is het woord ‘stevig’ uitgevonden.

Stevig, zegt u? En terecht: de opener van de laatste Dour-dag heette Raketkanon (opener, want aangezien de festivalpoorten op zondag dermate laat openwaaiden moesten wij bedanken voor al het voorgaande). Als we u de Gentenaren nog moeten voorstellen bent u wellicht per ongeluk op deze website gesukkeld. Of u komt net thuis van een vierjarige wereldreis, natuurlijk. Hoe dan ook, RKTKN deed wat er van hen verwacht werd: beredeneerd beuken, flashen en knallen. Afgezien van een misverstandje omtrent de hoogdringendheid van bepaalde brandblusactiviteiten, een vlekkeloze set.

Met spijt in het hart moeten we melden dat we, voor een stuk te wijten aan de tamheid die zich stilaan van ons meester had gemaakt, slechts het laatste kwartiertje van Go Go Penguin meepikten. Niets dan lof gehoord, van diverse betrouwbare bronnen (nu ja, naar Dour-normen). En wat we zagen beviel ons zeker. Jazzy sfeertje, met nieuw-klassieke en elektronische invloeden. Smaakt naar meer! Een volgende keer, graag.

Op naar Eagulls dan. Toen we hen vorig jaar in de Gentse 019 aan het werk zagen kon je hen veel verwijten (rommelig geluid misschien, of suboptimale live-vocalen bijvoorbeeld), maar géén gebrek aan energie! En laat het nu net die drive zijn die we afgelopen zondag misten. De mannen uit Leeds lieten een wat ‘uitgebluste’ (we lenen dit woord van een niet nader genoemde bevriende recensent, in het kader van een recent ondertekende pax media) indruk na. De goesting, waarvan een nummer als ‘Nerve Endings’ overloopt, was ver te zoeken.

Dan was de triphop van Submotion Orchestra – eveneens uit Leeds – een stuk genietbaarder. Elektro-, postrock- en zuiderse vibes: geen genre te uiteenlopend of er werd wel een brug naar geslagen. Ideaal om La Petite Maison dans la Prairie warm te krijgen voor die andere Britten…

Met And So I Watch You From Afar in je tent, hoef je bepaald geen ‘healing & easylistening’ muziek verwachten. (Ah, die MySpace-genretypologieën van weleer, het blijft genieten om ze te gepasten tijde nog eens van onder het stof te halen.) Anyway, net zoals Raketkanon het hen eerder die dag voordeed, deden de heren uit Belfast waarvoor ze geboekt waren: een energieke live show neerpoten, vol gekke gitaaruitspattingen. Enkele klassiekers van ‘Gangs’ passeerden de revue. Zeer aangenaam was dat. Maar bij momenten dreigde het toch iets te fel richting “moeilijkdoenerij” te gaan. Flashen om te flashen, zeg maar. Niettemin: nog steeds een top band, hoor.

Palma Violets heeft daarentegen een nogal wisselvallige live-reputatie. Nu ja, voor een groep die The Libertines als grote voorbeeld beschouwt is dat relatief. Teleurstellen deden de Londenaars zeker niet. Maar laat ons eerlijk zijn: in wezen was het gros van het publiek zich al fysiek en mentaal aan het voorbereiden op wat Nils Frahm voor hen in petto had. Nog snel even stoom aflaten bij La Muerte, en dan was het zo ver…

De verwachtingen waren hooggespannen. Te meer omdat we de man zelf nog nooit eerder live aan het werk zagen. Maar zelfs dan nog loste hij die moeiteloos in. Nils Frahm heeft als geen ander een neus voor de gevoelige balans tussen vakmanschap en virtuositeit. De Duitser combineert semi-dansbare elektronica met opwindend klassiek pianospel. Eigenlijk schiet elke poging om zijn live performance in woorden te vatten onherroepelijk tekort. Het was niet minder dan geweldig. De kunde, de geslepenheid waarmee composities worden opgebouwd en – vaak nog spannender – worden afgebroken, de sympathieke – en mediagewijs gewiekste – zet om Ólafur Arnalds op het podium roepen, … De man heeft oog voor alles.

Dat maakte hem meteen ook de best denkbare afsluiter van deze – alweer (!) – geslaagde editie van Dour Festival 2015. Wij stuurden onze kat naar Jon Hopkins, wegens minder aangename maandagochtend-verplichtingen. En we hebben alvast een jaarvoorraad aan extra dik wc-papier en betaalbaar bier aangeschaft, ter verwerking van enkele recent opgelopen trauma’s. Maar we onthouden dat het weer zeer goed was: muzikaal, sfeergewijs en nog heel wat andere vlakken (vul zelf maar in wat past). Wat ons betreft tot volgend jaar.

Gezien: Dour Festival, 19 juli 2015
Tekst: Nico Kennes
Foto’s: Caroline Lessire

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Dour 2015 - Rejjie Snow - (c) Caroline Lessire
geplaatst:
wo 22 jul 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!