Een avond verstilling en intimiteit

Voor hun vijftiende verjaardag koos de organisatie van Gent Jazz bewust voor een aanbod waar jazz in al zijn verscheidenheid te horen en te zien is. De raakvlakken van jazz met andere genres (rock, funk, R&B, soul en rap) komen dan ook elk jaar aan bod.

Het programma van deze derde dag in de gezellige en pittoreske ruimte van de Bijloke, reeg een aantal van die uiteenlopende genres aan elkaar. Maar er was een constante: een sfeer van innigheid liep als een rode draad doorheen de sets van: Dave Harrington, John Cale, Lyenn en Max Richter.

Etherisch

De gitarist en multi-instrumentalist Dave Harrington heeft zijn roots in de jazzscène van New York eind de jaren negentig van vorige eeuw. Harrington maakte naam met improvisaties, maar speelde ook in metal- en psychedelische bands en schuwde tevens de synth-pop niet. Samen met Nicolas Jaar vormde hij anno 2011 het electro-noir duo Darkside. Hun – tot nu toe – enige elpee ‘Psychic’ voerde in 2014 menig top tien lijstje aan. Voor zijn eerste soloplaat ‘Become Alive’ grijpt Harrington terug naar zijn improvisatorisch aandoende stijl en pende nummers voor duo’s alsook voor een elf koppig ensemble. Harrington laat er sfeer primeren op melodie en structuur. Dit deed hij ook tijdens zijn live set in Gent. Etherische klanken ontploften bruusk in hevig gesoleer van saxofoon of gitaar, om kort nadien terug over te gaan naar lyrisch aandoende toonaarden, waar Harringtons soms ijl klinkende gitaarsolo’s (ze deden bijwijlen (en van ver) denken aan Terje Rypdal) aangename kippenvelmomenten uitlokten. Harrington is een muzikant die voortdurend de grenzen van de verschillende genres opzoekt en verbreekt.

Broos

Al even ingetogen klonk Lyenn, die drie korte sets speelde in de Garden Stage. De bassist van onder meer: Dans Dans en Mark Lanegan – u ook bekend als Frederic Jacques – bracht in mei dit jaar zijn tweede soloplaat uit. De titel ‘Slow Healer’ sloeg op Jacques’ verwerkingsproces toen bij zijn moeder terminale kanker werd vastgesteld. Zijn verdriet is dan ook voelbaar in broos klinkende songs, die weliswaar een onderhuidse dreiging bevatten maar waar melancholie het haalt boven de subtiel opgebouwde spanning. Mooie songs. Overtuigend gebracht. De fragiliteit van Lyenns materiaal komt ongetwijfeld beter tot zijn recht in een zaal. Op een festival is het geroezemoes en het in en uit geloop lichtjes storend.

Onvoorspelbaar

John Cale is onvoorspelbaar. Een optreden van John Cale kan de ene dag zinderen van vitaliteit en gedrevenheid. De dag nadien kan hij routineus en ronduit vervelend klinken. Ik heb reeds beide aspecten van deze Welshe bard meegemaakt. Als Cale in zijn element is, maak je een optreden mee waar je jaren nadien nog de vibes van voelt natrillen. Bij manier van spreken….

Maar goed. John Cale. De man gaat al enkele generaties mee. En klinkt nog steeds fris en uitdagend. Deze klassiek geschoolde muzikant, producent, componist, singer-songwriter en multi-instrumentalist werkte samen met o.a.: Brian Eno, Terry Riley, LaMonte Young, Nico, Patti Smith, The Stooges, Manic Street Preachers, John Cage, Kevin Ayers, LCD Soundsystem, Happy Mondays, Siouxsie and the Banshees en Animal Collective. Hij schreef (samen met Lou Reed) mee aan de eerste twee LP’s van The Velvet Underground (1965 – 1968) vooraleer hij een solocarrière aanving. Zijn eerste album ‘Vintage Violence’ dateert van 1970. Het sterk melancholisch getinte ‘Ghost Story’ uit deze langspeler stond trouwens op de setlist in Gent.

John Cale deed me eventjes denken aan Robert Plant. Op die man staat ook geen leeftijd en de drang om zichzelf voortdurend heruit te vinden resulteerde de afgelopen jaren in eigenzinnige bewerkingen van Led Zeppelinsongs. John Cale stelt zichzelf ook regelmatig in vraag. Oké, hij gaat soms puur voor het geld de hort op, maar laat tegelijk regelmatig van zich spreken met een plaat die geschiedenis schrijft. Een van die albums is het uit 1982 daterende ‘Music for a New Society’. Dat deze maatschappij op vierendertig jaar ondertussen grondig is veranderd, beseft Cale ook en hij vond het bijgevolg nodig om deze klassieker volledig te herschrijven en te herwerken. ‘M:FANS’ werd samen met het originele ‘Music for a New Society’ op CD uitgebracht.

In Gent bracht hij niet alleen songs uit deze plaat, maar plukte Cale songmateriaal uit zijn uitgebreid oeuvre en voorzag al die songs van een herwerkte, soms nauwelijks herkenbare, elektronische versies.

Cale betrad het podium met een groepje jonge muzikanten, die zijn songs ferm kracht bijzetten. Hij stond zo goed als het volledige optreden achter de keyboards, bracht vastberaden zijn hernieuwd songmateriaal en dirigeerde zijn band met indringende blikken. Cale zong ‘Sunday Morning’ uit ‘The Velvet Underground & Nico’ (destijds gezongen door Lou Reed) en hield ‘I’m Waiting for the Man’ (uit dezelfde elpee) als bisnummer. ‘M:FANS’ kon me na een eerste beluistering slechts matig boeien. Live overtuigen de nummers wel. Voor de versie van ‘Hanky Panky Nohow’ (uit ‘Paris 1919’) hoorde het publiek plots een vrouwenstem als koor die….nergens te bespeuren viel. Een schoonheidsfoutje die we Cale graag vergeven. Het reeds bovenvermelde ‘Ghost Story’ kreeg dan weer een funky gitaarriff als weerwerk voor de weemoedige sfeer van het nummer. Maar het was met zijn bewerkingen van songs als: ‘Chinese Envoy’ en – vooral – de uitgepuurde en sobere update van ‘(I Keep A) Close Watch’, dat Cale de tent deed verstommen. Je kon een speld horen vallen!

Verstilling

Na John Cale kon je in feite hoogst tevreden huiswaarts keren. Max Richter bleek echter een waardige afsluiter. Richter (wiens materiaal door het Deutsche Grammophon label wordt verdeeld) stelde die avond twee integrale albums voor: ‘Infra’ en ‘The Blue Notebook’. Richter wordt als een wonderkind aanzien. Hij studeerde bij Luciano Berio, maar rekent tevens punk en elektronische muziek tot zijn invloedssferen. Zijn uitgesproken sfeerrijke composities lenen zich tot het ideale soundtrackmateriaal voor films en tv series. Richter heeft dan ook een niet onaardig aantal filmcomposities op zijn actief staan. Maar het zijn vooral de composities van ‘Memoryhouse’, The Blue Notebook’ (geïnspireerd door Franz Kafka), ‘Songs from Before’, ‘Infra’ (ingegeven door T.S. Eliots ‘The Waste Land’) en zijn bewerking van Vivaldi’s ‘De Vier Jaargetijden’, die Richter opmerkelijk maken.

Deze pianist en componist herleidt de muziek van pakweg Bach, Mahler of Bernd Alois Zimmermann tot minimalistisch aandoende kamermuziek. Zijn muziek heeft iets van ambient, maar is tegelijk melodieus. Denk: Arvo Pärtt, Gorecki, Philip Glass (de piano op de introductie van ‘Infra’ roept de opening van ‘Glassworks’ op) en ja, de citaattechnieken van zijn leermeester Berio.

Op het podium nam een dame plaats die het ‘spoken word’ gedeelte verzorgde. Een strijkkwintet vervoegde haar en uiteraard ook Richter, achter keyboards, computer en piano. Terwijl John Cale de tent betrekkelijk stil kreeg, was het achtergrondgeluid tijdens Richters set storend. Richters muziek laat je in feite met de ogen dicht, achterover geleund in een comfortabele zetel over je heen gaan. De stemmingen variëren en die vul je natuurlijk zelf in. De noten worden lang aangehouden (zoals bij Pärt of Gorecki) en worden regelmatig herhaald (zoals de fases van Steve Reich), waardoor ze een bezwerend effect teweegbrengen. Max Richter is een uitstekende compilator, wiens (sterk filmische) composities probleemloos de verbeelding en de emoties aanspreken. Zuivere verstilling. Meditatief zelfs. Maar Richter legde bij de aanvang van het concert uit dat hij de oorlog in Irak en de aanslagen in Londen voor ogen had. Muziek ook om bij na te denken dus. Tijdens of erna. Zachtjes weliswaar.

Gezien: Gent Jazz, 9 juli 2016

tekst:
Piet Goethals
beeld:
John Cale - (c) Piet Goethals
geplaatst:
wo 13 jul 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!