Ashley Paul


Als je van iemand werkelijk kunt zeggen dat ze een eigen stijl heeft, is het Ashley Paul. Naast haar solowerk speelde ze samen met o.a. Eli Keszler, Phill Niblock en Anthony Coleman. Haar nieuwste plaat gaat – opnieuw – over de grenzen van compositie en improvisatie.

De gloednieuwe soloplaat van multi-instrumentaliste Ashley Paul vraagt geduld. In alle rust luisteren. En dan nog een keer en nog een keer. Pauls muziek op Line the Clouds klinkt op het eerste gehoor lieflijk. Ze zingt met een hoge, zachte stem. Het klinkt alsof ze een beetje voor zich uitzingt, nauwelijks bewust van een luisteraar. De muziek is kalm en zoekend. Tastend naar een melodie, lijkt het wel. Er wordt rustig geplukt aan gitaarsnaren; saxofoon en klarinet zorgen voor zachte, warme melodielijnen. Het dromerige, meisjesachtige wereldje heeft echter een rauw en vervreemdend randje. Soms is haar zingen of fluiten niet helemaal toonvast, en alle zachtheid en rust wordt verstoord met verspreid opduikende percussiegeluiden, geschraap, geritsel, gekras en gepiep. Pauls wereld is minder zoet dan in eerste instantie lijkt.
Paul, afgestudeerd aan de New England Conservatory in Boston in 2007, behoort tot een nieuwe lichting van onderzoekende en experimenterende muzikanten. Het is een groep muzikale collegas en vrienden als Reuben Son, Geoff Mullen, Sakiko Mori en Eli Keszler tevens Pauls echtgenoot die geregeld met elkaar spelen en in wisselende samenstellingen muziek opnemen. Daarbij zijn de speelvelden niet strikt afgebakend: improvisatie, compositie, jazz, elektronische en elektroakoestische muziek worden allemaal verkend. Ashley is opgeleid in jazz en improvisatie, maar wenste daar al snel een song-element aan toe te voegen.

Vrijheid

Ze heeft er een eigen stijl mee ontwikkeld, die vooral bij haar solo-opnamen onmiskenbaar is. Vanaf haar eerste volwaardige uitgave, D.O.L. uit 2008, combineert ze puur geluid met liedjes. Eenvoudige songs met minimale, vaak repeterende melodielijnen en fluisterende zang gaan gepaard met aanhoudende tonen en onverwachte, schurende en soms venijnige klanken. Weliswaar zingt Paul begrijpelijke teksten, maar haar stem is op te vatten als n van de geluidselementen in het geheel.
Die stem is in de loop der jaren een steeds belangrijker rol gaan spelen. Bij D.O.L. probeerde ze nog haar zang wat op de achtergrond te houden, op advies van haar omgeving. Het bleek echter niet te vermijden: Paul bleef de behoefte houden om de verspreid klinkende tonen van haar instrumenten te combineren met eenvoudige melodien. Die eigen benadering heeft ze met elke release verfijnd, zodat de contrasterende elementen meer en meer een geheel gingen vormen.
Zo kan het op Line the Clouds klinken alsof veel geluiden willekeurig zijn geplaatst, maar de plek voor elke klank heeft Paul zorgvuldig afgewogen. Ik zou niet willen zeggen dat er ook maar iets willekeurig gebeurt, legt ze uit. Ik laat me echter wel leiden door het moment. Als ik met opnemen begin, heb ik vaak maar een paar woorden of een melodie in mijn hoofd; ik stel alle instrumenten op en dan begin ik gewoon met opnemen. De opname doe ik heel snel, zodat ik alles wat ik in mijn hoofd hoor, kan vastleggen vr ik het ben vergeten. Ik wil graag dat moment, die ruwheid vangen. Daar zitten alle goede dingen.

Controle

Tegelijkertijd is ze erg gericht op controle. Ik wil dat elk deeltje van de muziek helemaal goed is. Na de opname begin ik als het ware van voor af aan en besteed ik enorm veel tijd aan het bewerken en monteren. Elk geluid wordt dan zeer bewust geplaatst, of blijft op zijn plek. Zon proces in twee stappen geeft me zowel vrijheid als controle.
Haar scholing en ervaring in improvisatie is belangrijk voor de eerste fase in het vastleggen van haar ideen. Ik heb altijd voornamelijk improviserend gespeeld. Zonder mijn ervaring als improvisator zou ik niet in staat zijn om datgene wat er in mijn hoofd gebeurt, zo snel om te zetten in klanken. Toch zie ik mijn stukken niet als improvisaties. Ik beschouw ze als composities en improvisatie als een instrument.
Paul zegt dat het eindresultaat behoorlijk overeen komt met wat ze de hele tijd in haar hoofd hoort. Ze wil met haar muziek zo eerlijk mogelijk zijn: Mooie melodien, gegier, gerommel, gerinkel en al die andere geluiden. Ik zie ze niet als anders, al die klanken maken deel uit van een groter geheel. Ik zie ook wel humor in de manier waarop ze contrasteren en een geheel vormen. Ik zie er ook grote schoonheid in. Het is zo interessant en zo prachtig.

Introvert

Als ik zeg dat haar muziek en haar live-spel een introverte indruk op me maken, kan ze zich daar iets bij voorstellen. Ja, dat begrijp ik. Ik maak deze muziek echt voor mezelf. Ik heb de neiging om mezelf van alles af te sluiten als ik daarmee bezig ben. Dat klinkt door in de muziek, al is dat niet per se de bedoeling. Musiceren is naar mijn gevoel wel een enorm persoonlijk proces en dat bewaak ik. Ik vind het zelfs niet prettig om op te nemen als Eli in huis is.
Het lijkt niet makkelijk om die in zekere zin intieme muziek voor een publiek te spelen. Om diezelfde breekbare sfeer van de opnamen in een zaal op te roepen is volgens Paul echter niet de grootste moeilijkheid. Ik denk dat de sfeer wel overkomt, omdat die zo verbonden is met mijn muziek en met mijzelf. Dat is het makkelijke deel. De uitdaging is vooral dat ik moet proberen om alle geluiden live te realiseren. Ik hoor in mijn hoofd vaak allerlei dingen tegelijk, zoals saxofoon, gitaar, stem en bellen. De moeilijkheid is om dat in real-time en in mijn eentje te maken. Ze streeft het wel na en met haar veel gebruikte opstelling van gitaar, saxofoon, stem en crotales een metalen percussie-instrument lukt het haar aardig. Live pakt het allicht iets rauwer uit en Paul heeft meer ruimte voor haar saxofoon.

Anthony Coleman

Inmiddels heeft Paul negen solo-opnamen uitgebracht, onder andere op haar eigen label Wagtail en op Keszlers REL Records. Daarnaast heeft ze gespeeld en opnamen gemaakt met onder andere Loren Connors, Phill Niblock, Aki Onda, C. Spencer Yeh, Greg Kelley en haar voormalige docent Anthony Coleman. Met haar echtgenoot vormt ze ook het duo Aster, waarvan binnenkort de vierde plaat uitkomt, en met Keszler en Geoff Mullen vormt Paul het trio Oxtirn. Als het duo Paul & Maurey heeft ze met Sakiko Mori twee platen opgenomen.
Tenslotte maakt ze deel uit van Anthony Colemans Damaged Quartet en speelt ze mee op The End Of Summer, een cd met Colemans composities, die recentelijk is verschenen op het label Tzadik. Paul: Anthony is een van mijn beste vrienden en favoriete mensen om mee te spelen. Zijn muziek is nogal een uitdaging, maar als je het eenmaal onder de knie heb, is het ook een plezier om te spelen. Anthony en ik werken trouwens momenteel aan onze eerste opname als duo. De song Never Take op Line the Clouds is ook een duet met Anthony.

Agorafobie

Optreden in een ensemble, trio of zelfs in een duo ervaart Paul als iets heel anders dan in haar eentje op het podium staan. Als ik solo speel, ben ik veel zenuwachtiger. Een groot deel van de last valt van mijn schouders als ik deel uitmaak van een groep. Of in elk geval wordt de last over meer schouders verdeeld. Terwijl ik solo heel veel instrumenten wil bespelen, speel ik in Aster en Oxtirn bijna alleen maar sax. Paul & Maurey komt meer overeen met een optreden in mijn eentje, maar Sakiko en ik hebben samen veel plezier.
Als je in een groep speelt heb je met heel andere variabelen te maken dan wanneer alleen op het podium staat. In een duo of een groep moet ik de controle loslaten, wat voor mij soms echt moeilijk is, maar het is tegelijk ook een opluchting.
Ze vindt het belangrijk om beide te doen: zowel solo opnemen en optreden, als onderdeel uitmaken van een groep. Ik leer heel veel van het spelen in groepen, zegt Paul. Ik vind mijn vrienden de beste muzikanten die ik ken en het is geweldig om gezamenlijk iets te kunnen creren. Ik ben altijd verbaasd over wat er gebeurt. Daarnaast, bekent ze, heeft Paul een behoorlijk agorafobische kant. Ruimtevrees dus. Als ik niet zou spelen met andere mensen, zat ik waarschijnlijk de hele tijd in mijn werkkamertje en verstopt in mijn eigen hoofd muziek te maken. Wat ongetwijfeld niet het gezondste is om te doen.

Vrouwelijk perspectief

In de afgelopen vijf jaar verschenen er zon veertien releases waarop Paul te horen is. Daarnaast heeft ze met grote regelmaat opgetreden. In 2008 werd ze gevraagd als artist in residence in de ISSUE Project Room (een podium in Brooklyn Heights), nadat organisator Suzanne Fiol haar met Keszler zag als opening van een avond met Ikue Mori en Zeena Parkins. Deze opdracht heeft geresulteerd in onder meer de uitvoering van Asheli, geschreven door Niblock voor Paul en Keszler.
Naast de vele optredens met gezelschappen heeft Paul in 2009 een solotournee door de Verenigde Staten gemaakt. In 2012 voerde een tournee met zowel solo- als groepsoptredens haar langs de Europese podia, onder andere in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Griekenland en Zwitserland (waar ze optrad in het Haus fr Elektronische Knste in Basel). Ook was ze te horen op de festivals Ultra Eczemas Bruismelk in Antwerpen en Gaudeamus in Utrecht.
Tijdens dat optreden met Keszler en Mullen sloot haar verschijning trouwens goed aan op het contrast in haar muziek. Daar stond ze: jonge vrouw met een zachte uitstraling, een jurkje en sokjes met kanten boorden, terwijl ze uit haar sax een aanhoudende hoge toon blies. Snerpend, bijna ondraaglijk. Hoge tonen, geblazen of gezongen, hebben sowieso Pauls grote voorkeur.
Wat opvalt op bij zowel haar releases als haar optredens met duos, trios of ensembles is dat Paul (nagenoeg) altijd de enige vrouw in het gezelschap is. Inmiddels ben ik er helemaal aan gewend. Eerlijk gezegd heb ik er al heel lang niet meer bij stil gestaan dat ik met alleen maar mannen speel, zegt ze. Ha, ik moest er zelfs even over nadenken over dat echt het geval is! Ik heb het geluk dat ik in kringen verkeer waar dit over het algemeen geen punt van discussie is. De mensen met wie ik werk zijn zo fantastisch en lief. Ik heb soms wel mijn eigen angsten, vooral als ik op solotournee ben. Ik vind het eng om nieuwe mensen te ontmoeten en hoe dat dan zal zijn, maar ik heb het tot nu toe behoorlijk getroffen, kan ik zeggen.

Sterk gestel

De muziekgeschiedenis heeft allang aangetoond dat vrouwen net zo interessant en belangrijk voor haar ontwikkeling zijn als mannen: Pauline Oliveros, Clara Rockmore, Laurie Siegel, Maja Ratkje, Carla Bley, Sylvie Courvoisier, Matana Roberts. Het is maar een kleine greep. Toch lijken zelfs vandaag de dag vrouwen nog steeds veruit in de minderheid. Paul heeft daar geen verklaring voor. Er werken nu veel meer vrouwen actief aan een muziekcarrire dan toen ik opgroeide, merkt ze op. Volgens mij zijn er heel veel fantastische vrouwelijke kunstenaars. En heel veel fantastische mannelijke kunstenaars.
Je moet in deze business een sterk gestel hebben. Het is een ongelooflijk grote aanslag op je, zowel door de levensstijl, als door de geestelijke druk. Dat is voor vrouwen en mannen niet anders. Ik heb er nooit aan getwijfeld dat ik dit wilde doen: vanaf dat ik vijf jaar was, heb ik tegen iedereen gezegd dat ik saxofonist wilde worden. Voor mij was het nooit een punt dat ik als vrouw een professionele muzikant wilde worden, hoewel het vaak genoeg moeilijk is geweest. Je volgt je dromen, dat is wat ik deed. Ik hoop dat veel meer vrouwen doorbreken en dat het vrouw- of man-zijn voor iedereen ophoudt een punt te zijn. Aan de andere kant: ik ben heel blij dat ik een vrouw ben en dat perspectief meeneem in mijn kunst.

Ashley Paul

Ashley Paul is geboren in Des Moines, Iowa en groeide op in een creatieve omgeving. Haar zus speelde piano, haar opa klarinet en saxofoon, haar vader was een sterke ritmegitarist en haar moeder beeldend kunstenares. Schilderijen van haar moeder Gayle sieren de covers van To Much Togethers (inderdaad, to geschreven met slechts n o), Satellite en een aantal releases op Ashleys eigen Wagtail-label. Van jongs af aan wilde ze muziek spelen; op haar derde begon kleine Ashley al met pianoles. De platen van Paul Desmond maakten haar echter duidelijk wat haar instrument zou worden. Desmond: inderdaad, de saxofonist die het beroemde Take Five componeerde (dat makkelijker klinkt dan het is, met zijn vreemde maten) toen hij speelde in Dave Brubecks kwartet. Paul raakte echter verslingerd aan Desmond in zijn RCA-periode. Rond haar vijfde vertelde Paul iedereen dat ze saxofonist zou worden, op haar tiende begon ze les te nemen. Aan de New England Conservatory studeerde Paul jazz en improvisatie. De focus binnen de studie, die ze voltooide met saxofoon als haar instrument, lag op het mengen van muziekvormen en de ontwikkeling van een individuele stijl. Haar docent Anthony Coleman noemt ze vaak als n van de belangrijke invloeden op haar muziek, naast Desmond, Eli Keszler en haar andere vrienden uit Boston. Als verdere invloeden noemt ze Morton Feldman, Ornette Coleman, Giacinto Scelsi en John Cage.


Dit artikel verscheen eerder in GC #115.

Koop deze editie in onze webshop!

Discografie

Line the Clouds (REL Records, 2013, lp)
Slow Boat (Orange Milk, 2012, lp)
Hidden Face (Emerald Cocoon, 2011, 7
To Much Together (REL Records, 2010, cd)
Its the Heat (Digitalis Limited, 2010, cass)
The Circus (YDLMIER, 2010, cass)

Reacties