Apple

Op zijn derde soloalbum ‘Apple’ produceert A.G. Cook flarden Britpop steriel aan elkaar. Negen nummers en één kraker scheppen een veilige wereld om in weg te duiken, maar onderkoelen wel. Doorgaans smeedt Cook in zijn productiewerk begenadigd stukken plastische muziek van de hitlijsten en clubs om tot een beklijvend schimmenspel. Zo lijken zijn projecten op het label PC Music soms haast avant-garde of betoveren singles als ‘Beautiful’. Slechts ‘Xxoplex’ herinnert aan die energie, ook al stuitert ook deze potpourri drie minuten netjes binnen de muren. Het snellere ‘Stargon’ overtuigt nog minder met beheerste arrangementen. Voor de rest werkt Cook met wisselend resultaat een formule van comfortabel meanderende Britpop deuntjes uit. Steevast kruipen de nummers van tedere intro naar dromerig refrein met militaire precisie. De variatie tussen gitaar en elektronica werkt als een wisseling van de wacht zo precies als alles elkaar opvolgt. ‘Beautiful Superstar’ neemt in met een dramatisch refrein en ‘Lifeline’ zorgt voor een gemoedelijke afsluiter. ‘Oh Yeah’ en ‘Jumper’ slagen met aanlokkelijke melodielijnen het best in het transporteren naar een veilige wereld. ‘Apple’ komt qua productietechnieken duidelijk van iemand die de knoppen in de studio binnenstebuiten kent. Liederen kabbelen loepzuiver voort, elke noot een brandschone treffer. Onder alle trucage zitten echter lethargische liedjes. En de strakke productie verhevigt de matheid van Cooks zang. Daarmee betreedt de muziek niet de beeldige griezelvallei waar Cook normaliter met verve naartoe werkt. Door het overproduceren onderkoelt ‘Apple’.

tekst:
Gonzo circus
beeld:
AGCook_Apple
geplaatst:
ma 15 feb 2021

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!