Altijd in beweging

Sinds 2007 is Artefact een vaste afspraak. Het Leuvense festival beweegt ook dit jaar weer op het snijvlak tussen kunst, wetenschap en performance.

Toen we even ging terugkijken via de website bleek dat we deel uitmaken van het vaste meubilair. We dwaalden sinds 2007 elk jaar door de kunstexpo. Op zoek naar kunst doet nadenken over het thema dat wordt aangesneden of soms ook simpelweg ontroert. Na twee van die dwaaltochten pikken we er vier werken uit die dit deden. Artefact staat dit jaar in het teken van beweging als dynamische kracht, inherent aan natuur, mensen, en dingen.

Een pijnlijke geschiedenis

In STUK Studio kwamen we terecht bij ‘Falha’ van de Braziliaanse Renata Lucas. Een werk waarbij houten panelen de volledige vloer bedekken. De panelen zijn per twee aan elkaar gemaakt met scharnieren. De bezoeker wordt uitgenodigd om die panelen rechtop te plaatsen. Telkens opnieuw worden obstakels gecreeërd om een makkelijke doorgang door te ruimte te bemoeilijken. Maar hoe die obstakels ook worden geplaatst, telkens kun je ze ontwijken. Het blijft lukken om het eindpunt, de andere kant van de zaal, te bereiken.

Een verdieping lager zagen we het ontroerende videowerk ‘Points Of Departure’ van Alia Sayed. Haar persoonlijke zoektocht naar herinneringen aan Glasgow. De stad waar zij, met een gemengde Schots-Pakistaanse achtergrond, opgroeide. Die zoektocht bracht haar bij het BBC archief. Tijdens die zoektocht naar beelden uit de jaren 1970 kwam zij geen beelden tegen die haar achtergrond reflecteerde. Gezien de grote instroom die de stad kende is dit op zijn minst vreemd te noemen. Je ziet dus ook geen mensen op de beelden. De stem van haar vader die in het Urdu een Gazal voordraagt lijmt alles aan elkaar. De gazal is een poëtische vorm die pijn van verlies maar ook schoonheid kan omschrijven. Tegenstrijdige gevoelens die constant in botsing komen met elkaar bij de zoektocht naar haar achtergrond.

In ‘Seeds Of Change’ gaat Maria Thereza Alves uit van een zeer interessant gegeven. In vroegere tijden pakten schepen grond uit bijvoorbeeld Afrikaanse landen mee. Ze gebruikten die aarde als scheepsballast. Eénmaal aangekomen in Europa werd die grond dan overboord gekieperd. In haar onderzoeksproject gaat Alves op zoek naar de ‘inheemse’ planten die kiem schoten op andere plaatsen. Hoeveel generaties gaan erover om nog te kunnen spreken van ‘exoten’ en wanneer worden die planten dan eigen aan de omgeving waar ze staan? Aan welke voorwaarden moeten ze daarvoor voldoen?

Een laatste hoogtepunt voor ons was de installatie ‘Le Réduit’ van Sven Augustijnen. Daarin voert hij ons terug naar de Koude Oorlog. Aan het begin van die periode, rond de jaren vijftig van de vorige eeuw, rijpte bij de Belgische Overheid het waanzinnige plan om in de Congolese stad Kamina een vluchtoord te bouwen voor Belgische hoogwaardigheidsbekleders. In het geval van een inval door de Sovjetunie kon dan naar daar worden gevlucht. Je krijgt uitgewerkte plannen te zien. Tot in het haast absurde werd er gepland. Er waren zelfs plannen voor het bouwen van kippenhokken. Dat is absurd, maar een andere laag die over deze plannen ligt is niets minder dan bijzonder pijnlijk. Congolezen zijn in de tekeningen net goed genoeg om op te dienen in de bar. En op de tekeningen worden de clichés niet geschuwd. Zeer pijnlijk. Een groot deel van deze plannen werd ook uitgevoerd. Daardoor staan er nu dus in Kamina gebouwen met typisch Vlaamse trapgevels of woningen in Ardense stijl. De verdere geschiedenis van de plek leest ook als een geschiedenis van de twintigste eeuw.

Tussen traditie en vernieuwing

Naast ronddwalen door de expo kon je de afgelopen twee weken ook een aantal muziekavonden meepikken. Zo zagen we op de openingsavond Colin Self samen met Echo Collective ‘Siblings’ opvoeren. De muziek sprong van ingetogen klassiek naar snoeiharde techno en terug. De choreograaf/danser in Self had zich ook volledig laten gaan. Soms compleet theatraal, dan weer ingehouden. En bij ons was het dat eerste, die over-the-top theatraliteit, die ons soms liet afdwalen. En laat dat nu denkelijk niet echt de bedoeling zijn. De Labozaal van het STUK bleef ook daarna lekker volgelopen voor de futuristische global techno van NKISI. Zij is dan wel in Leuven geboren, ondertussen is ze al een tijdje uitgeweken naar Londen. Van daaruit richtte ze mee het label NON Worldwide op. Begin januari verscheen haar terecht geprezen debuut ‘7 Directions’. Dit is al één van de platen van dit jaar. Hier mikte ze misschien iets meer op de dansvloer en werd de subtiliteit van de plaat soms overboord gekieperd. Niet dat we daar op deze clubavond een probleem mee hadden.

Een week later kwamen we na een lange werkweek terecht in heel andere geluidssferen. Die vrijdagavond presenteerde de Zweedse componist Ellen Arkbro het muziekstuk dat ze componeerde voor het orgel van de, voor deze avond prachtig uitgelichte, Leuvense Begijnhofkerk. Het middentoonorgel van de kerk zoemde een eind weg. De noten werden uitgerokken tot ze helemaal uitstierven. En zo vulde de kerk zich soms met geluid. Arkbro zat achter het orgel. Daardoor werd een afstand geschapen die we niet konden overwinnen. Het bleef allemaal te afstandelijk. Na deze performance verplaatste het talrijk opgekomen publiek zich spoorslags naar het nabijgelegen STUK. De avond werd vervolgd door de Avant-Joik van de Noorse componiste Maja Ratkje en de Zweedse zangeres Katarina Barruk. Ratkje voegt avant-garde elektronische muziek toe aan de traditionele Sami gezangen van Barruk. In de drie lang uitgesponnen stukken die ze hier opvoerden voelde je perfect de spanning die dit oplevert. De spanning tussen traditie en vernieuwing. De week was te lang geweest. Het laatste deel van de avond, Gamelan Voices, lieten we dan ook aan ons voorbijgaan.

Gezien: Artefact Festival – verschillende locaties, Leuven – 21 februari – 1 maart 2019

tekst:
Maarten Timmermans
beeld:
Maja Ratkje & Katarina Barruk - Foto: Joeri Thiry - STUK
geplaatst:
za 9 mrt 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!