Agora

Christian Fennesz klinkt op zijn eerste soloalbum in vijf jaar grootser dan ooit. Op zijn vorige albums hield hij de nummers vaak relatief kort, en liet zich maar zelden gaan in uitgesponnen soundscapes zoals collega’s als Lawrence English of Tim Hecker. Maar op ‘Agora’ duikt hij veel meer de diepte in dan voorheen, op vier nummers die allemaal meer dan tien minuten duren. Opener ‘In My Room’ is een schitterende trip die begint met een ultra lage hartslag en langzaam steeds verder uitdijt; eerst verschijnt er een metalige gitaardrone die langzaam wordt uitgesmeerd, waarna er warme synths opdoemen, zachte ruis, bastonen, waardoor het geluid steeds verder open gaat. Het is alsof je een kloof uitloopt en zich een majestueus uitzicht over prachtige vallei ontvouwt. De titel refereert aan de slaapkamer waarin Fennesz de plaat opnam, omdat hij geen beschikking had over een serieuze studio, en het is wonderlijk –en een bewijs van zijn kunde– dat hij zoiets groots wist te maken zittend achter een laptop in een slaapkamer. Na een intro van ruis en regen, begint ‘Rainfall’ met fuzzy gitaarakkoorden die langzaam over bloeden in ruis en synths. Na even te zijn stil gevallen gaat het nummer over in een drukke, gefilterde werveling van overlappende synths en allerhande geluiden. Het titelnummer is daarna een rustpunt van lange, vage tonen, als condenssporen boven de horizon. Ook hier lijkt alles door een filter te zijn gehaald, alsof het geluid van ergens ver komt. Op afsluiter ‘We Trigger The Sun’ keren we terug naar de dichtheid en rijkheid van het openingsnummer. De geluiden schuiven over elkaar heen, ergens klopt een diepe puls, en alles lijkt te fonkelen, als zonlicht op snel stromend water. Een groots geluid, en een groots album.

tekst:
Maarten Schermer
beeld:
Fennesz_Agora
geplaatst:
ma 14 feb 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!