Big Brave - (c) Wouter De Bolle

Afdalen naar de triomf

Op dag twee van het dunk!festival werden de grootste overwinningen geboekt op de onderste verdieping – maar ook in de balzaal werd er gescoord.

Weet u nog, het aanschuifbeleid in concertzalen? Het klinkt als een kwaaie droom van vóór het coronatijdperk, maar is helaas nog altijd courant. Een rij om binnen te mogen. Een rij voor de vestiaire. Een rij voor de drankjetons. Een rij voor de bar. Opnieuw een rij voor extra drankjetons. Opnieuw een rij voor de bar. Een rij voor het toilet. En als je pech hebt is het ook nog eens aanschuiven bij het buitengaan. In de Vooruit (uitgebaat door Viernulvier) zijn ze gelukkig met die onzin gestopt. Geen parallel financieel systeem met drankjetons die suboptimaal gebruikt worden: gewoon contactloos (of cash) betalen wat je krijgt. En geen klachten over de doorstroming: de schaarse rijen voor de bar losten snel op.

Ook al was die doorstroming op zich een uitdaging: vier (en gisteren vijf) zalen, dus veel bewegend volk, en de af te leggen weg lag grotendeels verticaal. Maar dat mag geen bezwaar zijn: bewegen is gezond, de trappen zijn historisch erfgoed, en voor de minder mobiele mens was er een lift. Bovendien: zo lang we niet moeten aanschuiven, is alles goed.

Trage groeier

We begonnen de tweede festivaldag laat, en dus waren we meteen getuige van de triomftocht van Psychonaut. Het heavy trio uit Mechelen is een trage groeier – het ideale scenario. Hun debuutplaat werd jaar na jaar een beetje meer een cultplaat, en werd later heruitgegeven door het Duitse Pelagic Records. En zo zijn ze nu op tournee met hun labelgenoten van pg.lost en The Ocean, al viel dat in deze festivalcontext niet echt op. De Belgische show was sowieso een buitenbeentje, want Psychonaut speelde hier een thuismatch. De strak gespeelde nummers waren duidelijk parate kennis voor een zeer groot deel van het publiek, en dus kreeg je toestanden als herkenningsapplaus en meeklappen met een postmetalbeat. Bij afsluiter The Fall of Consciousness werd het publiek helemaal hysterisch. Het kan dus nog, op natuurlijke wijze groeien en toch ver geraken. Goed zo, want deze kwaliteit moet je koesteren en mag je niet domweg verbranden. Niettemin: Psychonaut is intussen een gevestigde naam, punt.

En dan konden we weer gerieflijk gaan zitten in de theaterzaal, voor de tweede set van Jo Quail, solo deze keer. Het begon met een muziekschoolmomentje: zenuwen, en twee keer een valse start. Dat is even sterven op scène, ook al weet de rede: amper iemand in het publiek heeft door dat er iets mis is. Niettemin: na een paar ontwapenende en goedlachse zinnen richting publiek was ze vertrokken. Geen integrale uitvoering van haar nieuwe, vijfdelige plaat evenwel: opener was het oude Rex Infractus uit haar debuut, daarna volgde meteen prijsbeest Gold uit Five Incantations, een vaste waarde op haar setlists. Tussendoor kregen we nog een authentiek Brits “Thank you very, very much indeed”. Kortom, dat was allemaal prima in orde, daar in de theaterzaal, maar halverwege moesten we alweer verder naar een volgende show.

Boordevol prikkels

Amper volk nochtans bij één van de optredens waar we het meest naar uitkeken: Yoo Doo Right in de balzaal. Hun debuut Don’t Think You Can Escape Your Purpose maakte indruk, en binnenkort verschijnt plaat nummer twee: A Murmur, Boundless to the East. Hun set citeerde uit beide platen, en was van begin tot eind fantastisch. Het trio stond scherp en slaagde er op meesterlijke wijze in hun Sonic Youth-noisepartijen naadloos te laten overgaan in krautrock-grooves, al dan niet via een shoegaze-brugje. Als de plankenvloer van de zaal meetrilt met de basdrum, dan weet je dat het goed zit, en inderdaad: het publiek was gegroeid en kon prima maat houden. Alle drie de muzikanten kunnen verschillende registers aan, en dat maakte er een zeer gevarieerde set van, boordevol prikkels.  O ja: de drummer is een machine, in de goede betekenis van het woord. Hun laatste nummer sloot af in noise: niet de obligate feedback om de laatste vijf minuten op te vullen, maar een minutieus opgebouwde kwaliteitsnoise, perfect beheerst uitgevoerd. Binnenkort spelen ze nog in de Brusselse Botanique: ga ze zien!

Voor het Zweedse pg.lost was het al de vierde passage op het dunk!festival, en wat ons betreft mogen ze gewoon elk jaar terugkomen. Het viertal is geen subtopper meer: elke set is een greatest hits-set, en met elke nieuwe plaat komen er nieuwe hits bij. Er werd geput uit meest recente plaat Oscillate, en van het oude werk kregen we het waanzinnig mooie Crystalline en het onweerstaanbare Terrain. Echt verrassen doet geen enkele band meer die je al enkele keren live gezien hebt, maar even goed zijn de bands zeldzaam die je in alle vertrouwen opnieuw en opnieuw kunt zien, wetende dat je nooit ontgoocheld zult zijn. Ook deze vierde passage behoorde dus tot het beste dat we tot nu toe gezien hadden. Heerlijk emotionele klassesongs, perfect uitgevoerd, en massa’s spelplezier. Helemaal wat van een dunk!sterkhouder verwacht wordt (zie ook in die categorie: God Is an Astronaut).

Catharsis

Het Amerikaanse Wander was voor het eerst in Europa: de eerste fysieke ontmoeting met de labelbazen van dunk!records en het Europese publiek. De leden zijn van Zuid-Oost-Aziatische afkomst en muzikaal zijn ze ook meer verwant met licht verteerbare mathrockbands als Toe dan met de gemiddelde Amerikaanse stevige postrockband. Wander was speels, bijna lichtvoetig, met kwistig gebruik van discodrums, en speelde zuiver en virtuoos. Alleen in de finale gingen ze heerlijk loos. We bleven met plezier tot het einde kijken, en misten dus jammer genoeg Rook, dat nochtans op de planning stond.

Ufomammut had daarna het publiek voor zich alleen: geen gelijktijdige optredens hier. Het ervaren Italiaanse doomtrio, in bijberoep afficheontwerpers (Malleus) en labeleigenaars (Supernatural Cat), kwam na een eerdere dunk!passage herboren terug, met een nieuwe plaat (Fenice) en een nieuwe drummer. Ufomammut deed exact wat je mocht verwachten: een uur lang beukte het lekker, over ruwe grooves, ondersteund door een coole rood-witte lichtshow. De biersector kan er maar wel bij varen.

Daarna was het weer overlappingstijd: even gaan kijken naar Lethvum in de domzaal (klonk stevig), maar al heel snel weer naar de balzaal, voor Big ‡ Brave. Wie enkel hipsterwebsites volgt zou denken dat dit de populairste band van de dag moest zijn, maar ze kregen de balzaal amper voor een derde gevuld. Een overtuigd derde, dat wel. Ze verdienen die lovende recensies dan ook: hun doom is minimalistisch maar perfect uitgebalanceerd, en de bezwerende vocalen worden optimaal ingezet. Als je mee bent, ligt de trance voor het grijpen. Natuurlijk: rock ’n roll was dit niet. De logge, zware, repetitieve show was niet voor iedereen weggelegd. De bandleden bleven bovendien, geheel in character, grotendeels onbewogen, en communiceerden niet met het publiek. Niet onlogisch: zo werd de bezwering niet doorbroken. Enkel voor het laatste nummer werd er dan toch contact gezocht met de overkant: Robin Wattie, tot enkele seconden daarvoor nog de furieuze zangeres, sprak bedremmeld en dankbaar de fans toe.

Met The Ocean was de afsluiter van de avond opnieuw metal, maar toch: wat een stijlbreuk met Big ‡ Brave. Waar die laatsten gingen voor catharsis, ging het Duitse collectief zonder meer voor de overwinning. Een opstelling in verschillende fronten, beweeglijke troepen, en ook muzikaal barstte het van de dynamiek. Die zat evenzeer in de zangpartijen: hier geen gehuil vanuit de verte voor een unheimliche sfeer, maar confronterende, aantrekkende en afstotende vocalen. Paste – weliswaar ongewild – volledig in het plaatje: de zanger die zich tijdelijk van krukken moest bedienen en een groot deel van de show weggedoken zat achterin op het podium – om dan op cruciale momenten toch naar het publiek toe te komen om te groeten, kruk in de ene, microfoon in de andere hand. Hij kreeg telkens een stevige goeiedag terug. En wat een bereik en wendbaarheid heeft zijn stem! Moeiteloos gaat hij van zacht over clean-en-stevig à la Tool naar schreeuwvocalen en weer terug. De set was genadeloos strak, zeker in de eerste helft, en het prima geluid en de goeie lichtshow maakten het allemaal af. Hun laatste plaat bepaalde de setlist, en helemaal terecht. Echt ferm was afsluiter Jurassic | Cretaceous: wat een zanglijn! Dat nummer kan nog lang mee in live-sets, en maakte zelfs een ‘hit’ als The Quiet Observer overbodig in de setlist.“Within the blink of an eye! Wiped off the face of the earth.” The Ocean haalt de hipsterwebsites niet,  maar dat kon de overvolle en overenthousiaste concertzaal worst wezen.

Gezien: dunk!festival 2022, vrijdag 27 mei 2022
Tekst: De Geluidsarchitect – Foto’s: Wouter De Bolle

tekst:
Diederik Van Vaerenbergh
beeld:
Big-Brave-2-1
geplaatst:
wo 1 jun 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!