728x90 MM

A Clean Kitchen Is A Happy Kitchen

Nu The Love Substitutes al een vijftal jaar in winterslaap zijn, moet Craig Ward andere kanalen zoeken om zijn noise-hart kloppend te houden. Samen met Bootsie Butsenzeller (in Antwerpen kent werkelijk niemand de échte naam van Geert Budts) en Ben Younes Zahnoun (o.a. Pawlowski en Rott Childs) is hij voortaan A Clean Kitchen Is A Happy Kitchen. De prijs voor de beste groepsnaam hebben ze daarmee alvast op zak. De muziek? Die is minder om te lachen. ACKIAHK serveert acht lappen powernoise, die klinken alsof Ward, Butsenzeller en Zahnoun ze ter plekke staan te improviseren. In werkelijkheid is er naar verluidt behoorlijk wat digitaal knip- en plakwerk aan te pas gekomen. Meestal gaan Ward (gitaar, sax) en Butsenzeller (drums) volledig loos, terwijl Zahnoun met loodzware, sludgy baslijnen de boel bij elkaar houdt. Géén easy listening dus, maar wie volhoudt, merkt al snel dat er méér aan de hand is dan loos geram. We horen splinterbommen van songs, die nu eens aan Lightning Bolt, dan weer aan Shellac herinneren. Ward neemt het merendeel van de vocals voor zijn rekening (de bio gaf geen uitsluitsel, maar achter de meer brullende vocals vermoeden we de stembanden van Butsenzeller). Op zingen betrappen we de Antwerpse Schot nooit, wél fluistert, hijgt en reutelt hij voortreffelijk de boel aan elkaar. Slechts twee keer gaat ACKIAHK op de rem staan, en wel in de Coleman-esque intro en outro van ‘Priss’. Aanradertje voor fans van onaangepast lawaai en iedereen die weleens ongenode gasten uit zijn huis wil jagen.
Rudy Trouvé, die andere Love Substitute, vormt, met onder meer Ephraïm Cielen, sinds enkele jaren zowat het huisorkest van het Leuvense muziektheatergezelschap Braakland/ZheBilding. In 2010 stelde hij – voor de voorstelling ‘Dwaallicht’, naar de gelijknamige novelle van Willem Elsschot – de groep Pasmans samen. De muziek van die voorstelling is nu ook verkrijgbaar op een plaatje. En dat plaatje blijft moeiteloos overeind zonder de bijhorende theatervoorstelling. Wie Trouvé kent als kamikaze-gitarist bij The Love Substitutes of van de cocktail-lofi van ’s mans solowerk, zal waarschijnlijk even moeten slikken bij de swingjazz- en doowop-passages op ‘Dwaallicht’. En wie zijn songtitels graag politiek correct heeft, is misschien niet gediend van een titel als ‘This Way Bloody Nigger’. Maar wie op zoek is naar een goede soundtrack om ‘Dwaallicht’ nog eens te herlezen, heeft met de gelijkgenaamde plaat een prima soundtrack. Compleet met de traditional ‘There’s A Tavern In The Town’ als afsluiter, net als in het boek.

tekst:
Stijn Buyst
beeld:
ACleanKitchenIsAHa_ACleanKitchenIsAHa
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!