Het mensbeeld van Martin Scorsese

Tot 3 september loopt in EYE Filmmuseum een tentoonstelling over het werk van filmregisseur Martin Scorsese. Op 16 augustus gaf onze medewerker én filosoof en jurist Marc Schuilenburg een lezing over de film 'The Wolf of Wall Street' uit 2013. Is de ene mens voor de andere mens een wolf?

Tot 3 september loopt in EYE Filmmuseum een tentoonstelling over het werk van filmregisseur Martin Scorsese. Op 16 augustus gaf onze medewerker én filosoof en jurist Marc Schuilenburg een lezing over de film ‘The Wolf of Wall Street’ uit 2013. Is de ene mens voor de andere mens een wolf?

De film’The Wolf of Wall Street’ komt uit 2013 en is een zwarte komedie van regisseur Martin Scorsese over het moreel besef van beurshandelaar Jordan Belfort en zijn leven op Wall Street. De film is losjes gebaseerd op twee memoires van Belfort waarin hij zijn hedonistische levensstijl beschrijft, vol met drank, drugs en prostituees: ‘The Wolf of Wall Street’ en ‘Catching the Wolf of Wall Street’. In 2008 komt het eerste boek uit, het jaar erna verschijnt ‘Catching the Wolf of Wall Street’.
Beide boeken zijn een enorm succes. Ze worden in ruim veertig landen uitgegeven en in achttien talen vertaald. Belfort vertelt hierin hoe hij eind jaren 1980 met zijn eerste beursavonturen begint bij de beroemde zakenbank L.F. Rothschild. Via zijn mentor Mark Hanna leert hij de modus operandi van het vak en hoe de spanning van zijn werk eraf te halen met het innemen van grote hoeveelheden drugs, masturberen en prostituees. In zijn autobiografie schrijft Belmont: ‘High pressure is a must in this business. People don’t buy stock; it gets sold to them.’

Black Monday

Na zijn trainingsprogramma bij Rothschild gaat Belmont op 19 oktober 1987 officieel aan de slag. De ironie wil dat zijn eerste officiële werkdag samenvalt met de beroemde beurskrach van Wall Street, beter bekend onder de naam Black Monday. Op die dag opent de Dow Jones 200 punten lager op een niveau van 2040 punten en sluit af met een recordverlies van 508 punten. Een daling van 22,6%. De volgende dag daalt ook de Nikei-index in Tokio met 15% tot een niveau van 21911 punten.
Een duidelijke oorzaak voor een van de grootste beurscrashes ooit is er niet. In de literatuur hierover wordt gesproken van een combinatie van oorzaken, zowel van Amerikaanse als internationale oorzaken. Zo stijgen destijds de rentes, daalt de koers van de dollar en de Verenigde Staten importeren meer dan ze exporteerden. Dit alles leidt tot een fiks handelstekort.

High Frequency Trading

Een andere oorzaak, die nu misschien raar in de oren klinkt, is het feit dat er voor het eerst computers worden gebruikt op de handelsvloer. Het gaat hierbij om het zogenoemde ‘program trading’, een computerprogramma dat automatisch aandelen verkoopt of koopt. Daalt de koers van een bepaald goed, dan verkopen de computers meteen veel aandelen ervan. Stijgt de koers daarentegen, dan kopen ze juist aandelen. Dit is bedoeld om de handelaar te beschermen tegen een verslechterende markt.
Maar door de ongekende paniek die dag op de beursvloer raken de communicatiesystemen van de beurs volledig overbelast. Doordat er zoveel aandelen worden verhandeld slaat de onzekerheid toe op en winnen emoties het van de feiten. Black Monday is ook het einde van de werkgever van Belfort, zakenbank L.F. Rothschild. In de film zien we hoe Belfort hierna zijn eigen handelshuis opricht, Stratton Oakmont, en met de verkoop van aandelen rond een miljoen dollars per week weet binnen te halen. In het begin via torenhoge commissies, later door te investeren in jonge bedrijven. Deze bedrijven worden naar de beurs gebracht waarna de koers kunstmatig wordt opgepompt om de aandelen vervolgens te verkopen. Idee hierachter is dat de nieuw uitgegeven aandelen van een jong bedrijf worden ondergebracht bij stromannen van Belfort met de afspraak ze op termijn voor een gunstige prijs terug te verkopen aan Stratton Oakmont. Uiteindelijk komt de fraude van Belfort aan het licht en wordt hij veroordeeld door de Amerikaanse rechter met een celstraf van 4 jaar en een te betalen schadevergoeding van zo’n 110 miljoen dollar.

Verheerlijking?

De film over Belforts leven krijgt lovende kritieken in de pers. Zowel de regie van Scorsese als het spel van Leonardo DiCaprio worden genomineerd voor een Oscar en een Academy Award. Maar er is ook kritiek. De kritiek op de film luidt dat Scorsese het leven van Belfort zou verheerlijken en geen enkele aandacht besteed aan de talloze slachtoffers die Belfort heeft gemaakt met zijn beursfraude.De film gaat meer over het enerverende levensverhaal van Belfort dan over de meedogenloze beursfraude die Belfort pleegt, zo zou je de kritiek kunnen samenvatten. Zo is er een ingezonden brief in de LA Weekly, waarin een dochter van een door Belforts getuigenis veroordeelde witteboordencrimineel Scorsese aanspreekt op zijn poging om dit soort oplichtingspraktijken als vermakelijk te presenteren. Grappig en lollig tegelijk.
Toch wil ik beweren dat de nadruk op de exorbitante levenswijze van Jordan Belfort in het licht van het eerdere werk van Scorsese ook weer niet zo heel vreemd is. De titel van de film, vernoemd naar de memoires van Belfort, staat namelijk symbool voor het mensbeeld van Martin Scorsese – en voor veel van de hoofdpersonages in zijn films. Natuurlijk, het is lastig om één karaktertrek te noemen die alle personages in de films van Scorsese zouden delen. Maar van alle portretten van de mens in het rijke oeuvre van Scorsese, springt er in zijn films een wel heel bijzondere uit: het beeld van de mens als een agressief en egoïstisch wezen.

Taxi Driver

Het zit in bijna al zijn films – van de explosieve gangsters in Casino en Goodfellas tot de tomeloze agressie van Travis Bickle in ‘Taxi Driver’ en van de opgefoktheid van bokser Jake LaMotta in ‘Raging Bull’ tot de intense wraakzucht van psychopaat Max Cady in ‘Cape Fear’. Maar van alle films loopt ‘The Wolf of Wall Street’ ervan over. Hoe vermakelijk de film The Wolf of Wall Street ook is, tegelijk wordt Jordan Belfort neergezet als het agressieve gezicht van het neoliberalisme, omdat hij alle dierlijke waarden vertegenwoordigt die wij – nette, brave mensen – behoren te verafschuwen: egoïsme, machtslust en agressiviteit.
Niet voor niets zien we halverwege de film Belfort staan voor de 58 verdiepingen tellende Trump Tower in Midtown Manhattan, de decadente wolkenkrabber van de man die de smerigste presidentsverkiezingen in tijden won. Veel van de dierlijke waarden in Belfort komen terug in het beeld dat we hebben van het dier waarnaar de film is vernoemd: de wolf.

Leviathan

Om dit duidelijk te maken wil ik een kleine filosofische excursie maken. Waar komt dit mensbeeld van de wolf vandaan en op welke manier heeft het Martin Scorsese beïnvloed in zijn werk? De wolf komt voor in oude westerse volksverhalen en sprookjes waarin voor dit dier wordt gewaarschuwd. De wolf zou een agressief en bloeddorstig dier zijn dat meer dood dan eet. In de psychologie wordt de volksangst voor dit dier het ‘roodkapje-syndroom’ genoemd, naar het bekende sprookje. In de middeleeuwen wordt de wolf gezien als een vermomming van Satan, de projectie van de duivel in de mens. Maar echt filosofische bekendheid krijgt de wolf in 1651 met het boek Leviathan van de Engelse filosoof Thomas Hobbes.
Hobbes wordt in 1588 geboren in Wiltshire, Zuid-Engeland, als zoon van een ongeletterde dominee. Na een conflict met een andere dominee vlucht zijn vader naar Londen en laat zijn kinderen achter bij zijn broer, een handschoenmaker. Op zijn vijftiende gaat Hobbes klassieke talen studeren in Oxford, aan het Magdalen College. Na zijn studie werkt hij als reisgezel en huisleraar voor het aristocratische gezin van William Cavendish, de latere graaf van Devonshire. Nadat hij betrokken raakt in het conflict tussen de koning en het parlement onder aanvoering van Oliver Cromwell, vlucht Hobbes eind 1640 naar Frankrijk. Hier schrijft hij zijn eerste boek ‘De Cive’ (1641) en zijn belangrijkste werk ‘Leviathan’ (1651).

The Wolf of Wallstreet (2013)
The Wolf of Wallstreet (2013)

Wil tot macht

Wie Leviathan leest, ontdekt al snel dat Hobbes er geen vrolijk beeld erop nahoudt wat de mens is. Centraal in het boek staan namelijk de hartstochten van de mens. Het gaat hierbij om zaken als verlangen, begeerte, haat, vreugde en verdriet. Maar van alle hartstochten, zo zegt Hobbes, is onze wil tot macht de belangrijkste. Niet alleen is macht de sterkste hartstocht van de mens, alle andere hartstochten zijn in feite ervan afgeleid.
Waar komt ons verlangen naar macht vandaan? Hobbes is hier heel helder over. Enerzijds hoopt ieder mens op meer genot dan hij al heeft en anderzijds hebben we angst om de macht die we hebben, te verliezen. Daarbij komt dat alle mensen een gelijk verlangen hebben naar dezelfde objecten en ook een gelijke hoop koesteren om die objecten te krijgen. Eigenlijk heb je nooit genoeg macht, zo zou je Hobbes kunnen samenvatten. Gedreven door een voortdurend tekort en een wil tot macht is iedereen daarom voortdurend bereid de strijd met elkaar aan te gaan.

Natuurtoestand

Volgens Hobbes leidt het verlangen naar macht tot ontelbare conflicten tussen burgers – ruzies, vijandschap en uiteindelijk zelfs tot oorlog. Hij noemt dit de natuurtoestand. De verschillende oorzaken van conflicten in de natuurtoestand zijn grofweg te verdelen in drie categorieën: competitie, trots en wantrouwen. Competitie heeft een economisch karakter. Mensen hebben behoefte aan zaken die nodig zijn voor hun zelfbehoud. Vaak blijken deze zaken schaars te zijn, bijvoorbeeld voedsel en fatsoenlijk onderdak. Wanneer hieraan een tekort is, ontstaat er een felle strijd om deze middelen. Daarbij wordt geweld gebruikt om andermans goederen te verkrijgen of anderen aan je te onderwerpen.
Een tweede oorzaak van conflict is trots. Mensen willen volgens Hobbes hun reputatie hooghouden en vergelden daarom iedere vorm van minachting met geweld. Een derde en laatste oorzaak is het wantrouwen tussen mensen. Mensen wantrouwen elkaar tot op het bot omdat ze weten dat ze in beginsel altijd door elkaar kunnen worden aangevallen. Iedereen is uit op elkaars leven en op elkaars spullen. Dit wantrouwen blijft zich voeden omdat mensen elkaar altijd een stap voor willen zijn en wel net zo lang totdat er geen macht meer is die groot genoeg is om je in gevaar te brengen.

Leviathan

Voortdurende angst voor de ander en dreiging van een gewelddadige dood zorgen ervoor dat mensen de hel van de natuurtoestand achter zich willen laten. Zonder vrijwaring van angst is er geen arbeid, scheepvaart, architectuur, werktuigbouw, tijdrekening, beeldende kunst, letterkunde en een maatschappelijk leven mogelijk, zoals de beroemde formulering in Leviathan luidt. Om een vredig en veilig leven te kunnen leven, komen mensen daarom vanzelf uit tot de instelling van een hogere macht die een einde moet maken aan de situatie van totale anarchie.
De hogere instantie, die de macht van individuen om elkaar te vernietigen in toom houdt, wordt door Hobbes afgebeeld als de Leviathan uit het Oude Testament, naar een Fenicisch zeemonster dat volgens de Bijbel door Yahwe wordt verslagen.  De Leviathan staat zo symbool voor de macht van de soeverein die de wereld beschermt tegen de angst en vijandschap die heerst in de natuurlijke toestand. Idee hierachter is dat de staat net zo sterk kan worden als de Bijbelse Leviathan wanneer mensen hun rechten overdragen.

Batman

Toch is het oppassen met het gebruik van de term ‘Leviathan’. Terwijl Hobbes de Leviathan neerzet als een absolute vorst die korte metten maakt met het wetteloze en ongeregelde leven in de natuurtoestand, komt de Leviathan in verschillende teksten in het Oude Testament juist naar voren als een apocalyptisch monster dat een van de grote tegenstanders is van de mens. De Leviathan verwijst in deze passages naar uiteenlopende gevaarlijke en monsterachtige schepsels en wordt dan ook steeds anders verbeeld, als een slang, krokodil en als zeemonster.
Tot op de dag van vandaag zit de fascinatie voor de Leviathan diep verankerd in onze cultuur. Het monster is een dankbaar onderwerp voor romans en films. Denk aan Victor Hugo’s beroemde boek ‘Les Misérables’ uit 1862 waarin hij het rioolstelsel van Parijs als ‘de darmen van de Leviathan’ beschrijft. Maar denk ook aan de gelijknamige film van regisseur Andrey Zvyagintsev uit 2014. Hierin weigert Kolya, een arbeider die met zijn vrouw en een zoon uit een eerder huwelijk in een vissersdorpje aan de Barentszzee woont, zijn ouderlijk huis te verkopen aan de corrupte burgemeester. De methoden van de burgemeester om het huis in bezit te krijgen worden steeds agressiever en verzet lijkt zinloos. Vooral als the-powers-that-be, politie, justitie en zelfs de kerk de kant kiezen van de burgemeester. In de comic Batman Incorporated, in 2011 uitgegeven door DC Comics in New York, gaat de gevleugelde superheld de strijd aan met een al-Qaida-achtige organisatie met de naam ‘Leviathan’. Om het gevecht te winnen richt Batman een internationaal leger op van Batmen en Batwomen met als missie ‘to fight ideas with better ideas’.

De mens is voor de andere mens een wolf

Hobbes’ inktzwarte visie op de mens als egoïstisch wezen dat voortdurend verlangt naar nog meer macht komt tot uitdrukking in zijn beroemde metafoor Homo homini lupus. Deze Latijnse spreuk betekent ‘de ene mens is voor de andere mens een wolf’. Of in het kort: ‘De mens is een wolf voor de mens’. In dit mensbeeld draait alles om een negatieve antropologie waarin de mens zijn dierlijke driften botviert op elkaar uit macht en vijandigheid. Positieve hartstochten, liefde en genegenheid bijvoorbeeld, hebben hierin geen plaats. Zij zijn een teken van zwakte.
Om die reden gaat in Scorsese’s gangsterfilm Goodfellas Tommy, gespeeld door Joe Pesci, helemaal uit zijn dak wanneer hij denkt dat hij door een andere gangster wordt uitgelachen. Het is de scene waarin Tommy aan tafel zit met zijn vrienden en vertelt over een gesprek dat hij had met een agent. Wanneer Pesci het idee krijgt dat zijn vrienden hem niet serieus nemen, bijt hij op passief-agressieve wijze van hem af door tegen Henry Hill te zeggen: ‘You think I’m funny?’. Want grappig wil een gangster niet gevonden worden. Dat is een teken van zwakte.

Žižek

Naar verluidt kwam Hobbes tot zijn pessimistische mensbeeld onder invloed van het tijdsgewricht waarin hij leefde en dat gekenmerkt werd door vrees voor de pest, burgeroorlog en de Inquisitie. In een autobiografisch gedicht schrijft hij dat zijn zwangere moeder dacht dat de Spaanse Armada in aantocht was waarop ze spontaan weeën zou hebben gekregen. Hoewel dit alles vele eeuwen geleden plaatsvond, heeft het rauwe realisme van Hobbes nog niets aan zeggingskracht ingeboet. Zijn versie van de spreuk Homo homini lupus is uitgegroeid tot een van de hoekstenen van de manier waarop we de mens nog steeds zien – en hoe hij ook naar voren komt in de films van Martin Scorsese.
Zo wordt Hobbes geciteerd door filosofen als Arthur Schopenhauer in zijn boek ‘Die Welt als Wille und Vorstellung’ en door Sigmund Freud in ‘Het onbehagen in de cultuur’ uit 1930. Het keert ook terug bij de Britse bioloog Richard Dawkins in zijn werk ‘The Selfish Gene’ over de evolutionaire betekenis van de genen. Maar ook Slavoj ‘Žižek’, om iemand anders te noemen, meent dat de mens van nature kwaadaardig en egoïstisch is. En denk ook aan het huidige terrorismevraagstuk waarin wordt gesproken over een ‘lone wolf’, een dader van een aanslag die op eigen houtje opereert. Naast de wolf worden ook andere dierennamen gebruikt voor personen die terroristische aanslagen plegen. Zo wordt met ‘muilezel’ een terrorist bedoeld die namens een organisatie een bom draagt en die tot ontploffing brengt.

Lone wolf

Kijken we naar het werk van Scorsese dan wordt de lone wolf nergens zo treffend verbeeld als in de film Taxi Driver. Robert de Niro speelt hierin de rol van Travis Harrigan, een gefrustreerde oorlogsveteraan van 26 jaar die verregaande plannen heeft om een aanslag op de presidentskandidaat Charles Palantine te plegen tijdens een van zijn publieke campagnespeeches. Als een dolende ‘loner’ rijdt hij doelloos rond in de slechtere buurten van New York, een wereld gelijk aan de natuurtoestand van Hobbes waarin alles in verval is en het recht van de sterkste geldt.
In een interview over de thematiek van de film, benadrukt Scorsese de eenzaamheid van Bickle: ‘Het lukt Travis niet to connect.’ In een van de meest beroemde scene uit de film leest Travis Bickle voor uit zijn dagboek: ‘All the animals come out at night – whores, dopers, junkies, sick, venal. Someday a real rain will come and was hall this scum off the streets.’

Roedel

Ook The Wolf of Wall Street zit boordevol met dieren. Er komt een chimpansee voorbij, we zien een leeuw, een slang, een vis en flink wat honden. Maar het belangrijkste dier in de film is de wolf, in de persoon van beurshandelaar Jordan Belfort. Toch roept de uiterst negatieve connotatie van de mens als eenzaam roofdier tal van vragen op. Goed beschouwd is het opmerkelijk dat de wolf zo’n slechte naam heeft.
In werkelijkheid is de wolf geen eenling, zoals Bickle in Taxi Driver, maar een sociaal wezen dat lid is van een familie en in roedels leeft met een sterk samenwerkingsverband. Een wolfpack bestaat in de regel uit een ouderpaar met jonge dieren, vaak uit verschillende jaren. Gemiddeld bestaat een roedel uit zo’n tien dieren. In gebieden met veel voedsel, Alaska bijvoorbeeld, kan dat oplopen tot wel twintig tot dertig dieren.  Natuurlijk zijn er ook ruzies in de roedel en doen er zich tal van wreedheden voor. Maar voor een wolf is het onmogelijk te leven zonder roedel. Wanneer een jongvolwassen wolf zijn familie verlaat, gaat het dier meteen op zoek naar een wolf van het andere geslacht om zich te vestigen op een plek buiten het ouderlijk territorium. Soms verlaten jonge wolven de roedel om alleen te gaan jagen, maar dit is nooit een lang leven beschoren. De reden is dat de jacht alleen in een groep kan worden uitgevoerd, waarbij alle wolven een deel van de taken voor hun rekening nemen.

Sociaal dier

Bovendien geeft de roedel betekenis aan het bestaan van de wolf. Net als een familie, is een roedel een  sociale eenheid. Iedere roedel is strikt georganiseerd, met een mannetje en vrouwtje aan het hoofd en een duidelijke rol- en bijbehorende taakverdeling voor de dieren. In dat licht is het interessant op te merken dat Susan Harrigan, financieel journalist voor The Wall Street Journal, die de zaak Stratton Oakmont vanaf het begin volgde, vertelde dat ze in al die jaren nog nooit iemand had gesproken die Belfort een wolf noemde. ‘Wel een kakkerlak’, voegde Harrigan eraan toe.
Een andere kritiek op het beeld van de mens als wolf komt van de beroemde Nederlandse primatoloog en etholoog Frans de Waal. In boeken als The Age of Empathy maakt hij korte metten met het mensbeeld van Hobbes dat oorlog en geweld in onze genen zit. En dat we geneigd zijn om bij ieder conflict onmiddellijk van ons af te slaan omdat we jaloers en wantrouwig zijn. De Waal schrijft dat wie het sociale gedrag van dieren onderzoekt juist tot de ontdekking komt dat samenwerking tussen dieren heel normaal is en dat veel van de verworvenheden van de menselijke cultuur, waaronder rechtvaardigheid en empathie, diep zijn verankerd in evolutionaire processen. Op basis van zijn onderzoek stelt De Waal dat positieve gedragseigenschappen zoals liefde, zorg en empathie in velerlei opzichten al terug zijn te vinden in het gedrag van primaten. Hij noemt dit de ‘aap in ons’.
Natuurlijk, de mens is vaak agressief en gewelddadig, maar dat moet ons niet blind maken voor het feit dat empathisch gedrag evenzogoed door de natuur is voorgeprogrammeerd. We doen met andere woorden van nature heel veel goeds iedere dag, alleen is dat zo normaal dat we het ook net zo snel weer vergeten. ‘De banaliteit van het goede’, zo zou je dit met een kwinkslag naar de bekende spreuk van Hannah Ahrendt kunnen noemen.

Founding Fathers

Je kunt tal van visies op de films van Martin Scorsese loslaten. Maar een van de belangrijkste kenmerken van zijn films is het portret van de mens als een wolf naar de andere mens. Honger naar macht, egoïsme, geweld en agressiviteit – het zijn allemaal thema’s die van bepalende invloed zijn op de hoofdpersonen in zijn films. Van de verloren Vietnam-veteraan Travis Bickle in ‘Taxi Driver’ die volledig ontspoort omdat hij overal om zich heen verval en decadentie ziet. De ziekelijk jaloerse bokser Jake LaMotta in ‘Raging Bull’ die elke wedstrijd gebruikt om al zijn woede en frustratie van zich af te slaan. Van de egocentrische maffialeden in ‘Goodfellas’ die zelf van alles over iedereen vinden, maar die vooral niet lief of ‘funny’ willen worden gevonden door iemand anders. Tot de film The Wolf of Wall Street, over de agressieve moraal van beurshandelaar Jordan Belfort en de chaos op de beursvloer, die sterk lijkt op Hobbes’ natuurtoestand waarin iedereen op zichzelf is aangewezen en er alles aan doet om de ander te overtroeven.
Het is al eens eerder opgemerkt, maar ik ben van mening dat de hoofdfiguren in de films van Scorsese te vergelijken zijn met de beroemde founding fathers van de Verenigde Staten. Net als de politici Thomas Jefferson en George Washington, twee van de oorspronkelijke grondleggers van het land, staan Travis Bickle in ‘Taxi Driver’, Jake LaMotta in ‘Raging Bull’, Tommy DeVito in Goodfellas’ en Jordan Belfort in ‘The Wolf of Wall Street’ namelijk symbool voor de geschiedenis van de Verenigde Staten. Een land dat nauw verweven is met de geschiedenis van de maffia, de erfenis van Vietnam en de invloed van het grootkapitaal van Wall Street. Bickle, LaMotta, DeVito en Belfort, zo zou je kunnen zeggen, zijn de figuren waarop de mythes en verhalen van Amerika zijn gebouwd. En zoals het mythes betaamt, zit er zowel een historische waarheid als veel dubieuze feiten in hun verhalen. Net zoals dat het geval is bij de wolf – en het beeld dat de mens van zichzelf heeft.
Dit is een ingekorte versie van de lezing die filosoof en jurist Marc Schuilenburg (Vrije Universiteit Amsterdam) op 16 augustus 2017 gaf bij de vertoning van ‘The Wolf of Wall Street’ op de overzichtstentoonstelling over Martin Scorsese in filmmuseum Eye Amsterdam.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!