Test Dept. – Total State Machine

Ooit befaamd om hun politiek activisme en spectaculaire shows, is Test Dept. dertig jaar later onderwerp van een lijvig – en prijzig – boek. Redacteur Maarten Schermer stelt zich overigens niet alleen vragen bij de prijs van het boek. Is het een grafsteen of toch nog een bron van inspiratie?

Nadat punk ten grave was gedragen, verscheen er vanaf het einde van de jaren 1970 een stortvloed aan bands voor wie experiment het uitgangspunt was. Ongebonden door conventies zochten ze niet alleen muzikaal naar nieuwe wegen, ook referenties aan bijvoorbeeld politiek, sociologie en filosofie waren integraal onderdeel van wat postpunk zou gaan heten. Een van de meest politiek uitgesproken en activistische bands uit die periode was Test Dept. De band, in 1981 opgericht in Londen, zou faam maken met het gebruik van staal en schroot als instrumenten, en door spectaculaire optredens op ongebruikelijke locaties, zoals oude fabriekspanden en treinstations.

Positie kiezen
Op basis van hun geluid en het letterlijk industriële instrumentarium werd Test Dept. ingedeeld onder industrial. Ritmische muziek gemaakt met staalpercussie en machinegeluiden, maar ook samplers, drummachines, cello en doedelzak. Zang en teksten hadden vaak de vorm van slogans, en waren altijd politiek. Naast een voorliefde voor verlaten fabriekslocaties als achtergrond voor hun optredens, paste ook de beeldtaal van de band, geënt op het constructivisme uit de Russische revolutie, naadloos bij de categorisering industrial.
Maar waar de grondleggers van dat genre zich veelal buiten de gevestigde sociale orde positioneerden, of er alleen op reflecteerden, was Test Dept. bijzonder doordat ze juist nadrukkelijk positie koos binnen het politieke systeem. Links van het midden, schouder aan schouder met de arbeiders van Engeland, dat op dat moment gebukt ging onder een economische crisis – en vanaf 1979 onder het regime van Margaret Thatcher. Parallel met Ronald Reagan in de Verenigde Staten, trok de Iron Lady door middel van neoliberaal economisch beleid het Verenigd Koninkrijk uit het slop, ten koste van solidariteit, sociale zekerheid en heel veel banen. In de winter van 1984-85 leidde de aangekondigde sluiting van twintig kolenmijnen tot een massale mijnwerkersstaking. Test Dept. nam samen met het South Wales Striking Miners Choir de plaat ‘Shoulder to Shoulder’ op, en tourde met het koor om geld in te zamelen voor de stakende mijnwerkers.
Het mocht niet baten; Thatcher won het conflict, en brak meteen ook de macht van de vakbonden. De focus van Test Dept. werd daarna weidser, en de producties grootser. Platen als ‘Gododdin’ en ‘Pax Britannica’ behandelde kolonialisme en Engelands verleden als empire. De ‘Gododdin’-toer voerde de band en theatergezelschap Brith Gof langs verschillende ‘bezette gebieden’ in Europa, waaronder Friesland. Dat concert, in een hal in Leeuwarden die voor de gelegenheid was omgetoverd tot een middeleeuws slagveld dat langzaam onder water liep, maakte grote indruk op mijn jonge zelf. Niet in de laatste plaats door de overdonderende schaal van het geheel; het woord ‘episch’ was toen niet zo in zwang als tegenwoordig, maar de performance van ‘Gododdin’ was dat label meer dan waardig – ook in de pompeuze zin van het woord. De band blonk sowieso niet uit in relativering; veel slogans, weinig analyse.
Eind jaren 1980 deden natuursymboliek en -mythologie hun intrede als thema, maar de rode draad in het werk van Test Dept. was en bleef ritme. Dat leidde begin jaren 1990 tot een drietal technosingles, later gevolgd door twee albums in vergelijkbare stijl. Wat die platen vooral duidelijk maakten was dat het feit dat industrial bij de roots van techno hoorde, niet betekende dat de pioniers de nieuwe vorm ook beheersten. Na ‘Tactics for Evolution’, waarop ze zich ook nog aan drum-’n-bass waagden, hield de band het in 1997 voor gezien.

Grafsteen
En nu, bijna twintig jaar na de laatste plaat, is er dus Test Dept., het boek. Helemaal uit het niets komt het niet. In 2012 speelden twee kernleden op het Antwerpse BIMfest als Test Dept:Redux, een re-interpretatie van oud materiaal met nieuwe visuals, waarmee ze sindsdien op tour zijn. Met het audiovisuele project ‘DS30’ wordt de mijnwerkersstaking herdacht. ‘Total State Machine’ werd al in 2014 aangekondigd. Op voorhand was ik bang dat een band met zo’n sterke visuele traditie voor de propaganda-als-kunst-route zou kiezen: een boek als objet d’art met louter grafisch werk en fraaie videostills. In plaats daarvan is het een boek voor fans, dat vol staat met verhalen en herinneringen van bandleden en betrokkenen, plus essays waarin de sociale en politieke context van de band wordt toegelicht. De toon is vaak geëngageerd, soms hoogdravend, met veel citaten uit politieke theorie en verzetspraktijken. Verder veel foto’s, oude recensies, manifesten, flyers en andere parafernalia (waaronder een Stasi-dossier). Daarmee geeft het boek een breed en behoorlijk volledig beeld van de geschiedenis van Test Dept.
Een aspect dat niet onbenoemd mag blijven is de prijs. Veertig pond voor de paperbackeditie van een boek van bijna vierhonderd pagina’s is tot daar aan toe, maar tachtig pond voor een hardcovereditie? Dat wringt voor een boek over een band die in hun hoogtijdagen ‘Pay no more than £3,99’ op de hoes zette (en dat geld vervolgens aan mijnwerkers doneerde). Om nog maar te zwijgen over de obligate limited edition box set met cd en dvd. Het is een teken des tijds: van alles wordt een product gemaakt, ook herinneringen aan verzet.
Simon Reynolds’ beeld van de box set als een grafsteen lijkt hier ook van toepassing: niet zozeer op het oeuvre van de band, als wel voor boven het graf van activisme en politiek verzet binnen de popmuziek. Al lezend overviel me het besef hoezeer de principes en ideologieën die Test Dept. aanhing relikwieën van een ander tijdperk lijken, net als het feit dat ze überhaupt werden aangehangen door een band. Natuurlijk is de wereld niet dezelfde als die van dertig jaar geleden. Een band met de modus operandi van Test Dept. zit in onze surveillancestaat waarschijnlijk al vast voordat ze het schroot uit hun bestelbusje hebben geladen.
Het wachten is op nieuwe vormen van verzet; mensen die de juiste wapens tegen de orde van de dag in stelling weten te brengen. Of zoals de band het zelf verwoordt: ‘De noodzaak blijft bestaan om nieuwe manieren en middelen te vinden om aan zinvolle publieke communicatie te kunnen blijven doen, tegelijk proberend de machine over te nemen die alles dreigt te overspoelen in een vloedgolf van valse keuzes.’

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!