Roadburn Festival 2012 – zaterdag 14 april – pt.1

Elke dag krijgt u van twee Gonzoïsten én een fotograaf een geheel eigen interpretatie van “het beste van Roadburn 2012″ voorgeschoteld. Drie dagen lang trotseren we de decibels met gevaar voor eigen lijf en leden. En omdat er tegenwoordig niet veel nodig is om subversief te wezen, doen we zelfs geen oordopjes aan. Schorem dat we zijn!

ROADBURN We maken er een punt van om Mike Scheidt de laatste festivaldag te zien openen op Stage01. Gisteren was hij perfect bij stem bij YOB, en zijn soloproject is een beloftevolle nieuwe wending in zijn carrière. De akoestische tokkels waren af en toe nog wat onzeker, maar vocaal stonden de songs reeds als een huis. Wie de kolkende doom van z’n band gewoon is, zal wel even slikken wanneer hij binnenkort de soloplaat in huis haalt. De stemvervorming is nog wel subtiel aanwezig, maar muzikaal sluit dit eerder aan bij de contemplatieve folk van kultfiguren als Gary Higgins en Skip Spence. Het tempo en de dreinerig aangehouden riffs doen dan toch weer denken aan Mike’s electrische gitaarspel. Zeer benieuwd hoe dit in de wijde wereld ontvangen zal worden.

Een groot deel van de dag spenderen we met rondlummelen van het ene podium naar het andere. Deels omdat de vermoeidheid weer begint door te zetten. Maar zeker speelt ook mee dat er vandaag een concentratie aan traditionele doom metal staat geprogrammeerd, alsmede een paar vaste waarden die we onderhand al wel een paar keer hebben gezien- en dus zoeken we tevergeefs naar een aha-erlebnis. Church Of Misery zet een vanouds lekker arrogante, gedreven set neer, maar na een paar nummers begeeft het plots de versterker van de bassist. Volgt een rondje aan- en afdragen van vervangmateriaal, en nog maar eens een bewijs dat Roadburn het beleefdste publiek van het Westelijk halfrond bezit: waar zo’n incident elders al snel zou leiden tot ongeduldig gejoel en rondvliegend bier, blijft hier iedereen lekker meerocken met de geïmproviseerde jam die de rest van de band snel uit z’n mouw schudt. En een aanmoedigend applausje om de bas terug op dreef te helpen wanneer hij eindelijk gedepanneerd is. Doch helaas: de vaart is eruit, het geluid pompt opeens eigenlijk ook niet meer zo lekker, dus we vervolgen onze weg.

1404 alkerdeel 031 e1334771736345
Alkerdeel

We houden even halt in de Green Room bij Saviours. Strakke band met nogal wat fanatieke aanhangers, en een geheel eigen interpretatie van uiterst traditionele doom à la Pentagram en Saint Vitus. Maar is die persoonlijke toets té subtiel voor onze huidige staat van vermoeidheid, of zijn we niet genoeg vertrouwd met het oeuvre om er een eerlijk oordeel over te vellen? In elk geval voelen we meer beleefd respect dan kriebels in de buik. Terug naar de grote zaal dan maar, waar Pelican ondermeer hun eerste nieuwe materiaal sinds 2009 voorstellen. Wederom veel respect, maar ook weer geen concert dat bij de lurven greep en je dwong te blijven hangen. En met The Wounded Kings gaat het van kwaad naar erger- “heavier dan Electric Wizard!” zo werd ons voorspeld, maar zo zou ik het toch niet stellen. Eerder een typisch doorslagje met vrouwelijke vocals zouden we zeggen. En geen bijster goeie vocals ook, dus is er alle reden om extra vroeg een plekje aan de Stage01 op te zoeken voor de Belgische trots op het festival: Alkerdeel.

Mogen we éven chauvinistisch worden en stellen dat het deze landgenoten waren die ons vandaag voor het eerst de haren ten berge deden rijzen? Met zanger Pede hadden we vorige maand nog een goedlachs gesprek in de Vooruit maar van die beleefde jongen bleef op het podium geen spaander over. In de plek stond (hing, strompelde) hier voor ons een getormenteerde ziel, die zijn woedende onvrede met de wereld uitschreeuwde over een verlaten akker. Een mistige akker ook, want op geen moment was er op en rond het podium ook maar een hand voor ogen te zien. Het maakte de ervaring enkel nog beangstigender want vergis u niet: Alkerdeel is hàrd, en meedogenloos. Een optreden beschouwen ze als niets minder dan een aanval op de zintuigen. Schijnbaar lukraak wordt er gewisseld tussen extreme tempo’s, en elk instrument is gewet als een slagersmes. Zo goed dat ‘t pijn doet.

Meer hard verteerbaar schoons werd ons geserveerd door Oranssi Pazuzu, nochtans geen naam die ik ooit op een t-shirt zal adverteren. Maar op de recente plaat ‘Kosmonument’ maakte het gezelschap al indruk met een rijk klankenpalet dat dobberde tussen de symfonische spacerock van seventies Pink Floyd en de nieuwe lichting black metal. Een vervaarlijke evenwichtsoefening dus, en eentje die ze live ook sierlijk wisten vol te houden. Zo gekunsteld als hun naam was evenwel de podiumpresentatie, met kostuums waarmee ze eruit zagen als Cenobytes waar een hairmetalkop was getransplanteerd- het brak een beetje het statige sérieux van de muziek, maar met de ogen dicht was dit genieten.

1404 sleep 05
Sleep

Het opstapje naar de hoogmis van Sleep was gegeven. Elke Roadburn wentelt zich langzaam in de richting van dit gemeenlijk samenzijn, wanneer iedereen in de grote zaal verzamelt voor een eerbetoon aan de headliner die zulk een eerbiedig respect met hard labeur heeft verdiend. Sleep kon de eredienst enkel voorleiden met een testament dat onweerlegbaar aantoonde waarom zij en zij alleen de peetvaders mogen genoemd worden van een heel genre. Alle riffs die we drie dagen lang hoorden voorbijwaaien bij mindere volgelingen hoorden we nu opnieuw, maar dit keer zoals ze écht waren bedoeld: grommend, statisch dreigend, soms zo traag dat het ei zo na stilstond. Tegelijk was het ook weer duidelijk waar Sleep het leger recruten achter zich laat: de bijna onhoorbare tempowisselingen, de accenten en orgelpunten op de vreemdste plaatsen- Sleep maakt van een riff een moebiusring die zich op de meest wonderbaarlijke manier in de oren wentelt, immer verrassend, immer veranderd. De opener was een vlezige lap uit het opus ‘Dopesmoker’, een ander fragment diende als uitgeleide. Daartussen passeerde een feest van oerriffs- ‘Sonic Titan’, ‘Dragonaut’, ‘Antharticans Thawed’- dat zelfs op deze plek zijn gelijke niet kent. De spectaculaire visuals vol maanlandingen en natuurrampen maakten de apocalyptische ervaring compleet.

Had drie dagen ons nog niet onderuit gehaald, dan dit wel. Toen de laatste noot was uitgefeedbackt, probeerden we nog even bij Bongripper… maar met alle respect, het zal voor een andere keer zijn. We laten de jonkheid (zijnde onze collega Niels) zich helemaal tot schroot rocken op de traditionele Afterburner, voor ons is het: so long & tot volgend jaar!

‘t Zal nog niet zijn, tot volgend jaar.

tekst:
Dimitri Vossen
beeld:
1404-sleep-05
geplaatst:
ma 16 apr 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!