MERRY MIXES (7): Maurice Dumont

Lijstjestijd is aangebroken, daarom licht elke medewerker zijn of haar 10 favoriete items van 2014 toe. We merken dat Gonzo (circus) een klein beetje meedoet met de rest van de wereld, maar verder volstrekt zijn eigen gang gaat. Vandaag: Maurice Dumont.

Adrian Crowley - Some Blue Morning
Adrian Crowley – Some Blue Morning

1. Adrian Crowley – The Hungry Grass
Het mooiste album in de categorie singer/songwriter. Crowleys platen worden steeds epischer. Met behulp van een lading strijkers en een portie galm gaat hij Tindersticks en Nick Cave achterna. Ondanks al deze poespas wordt zijn diepe, warme steeds meer het middelpunt van de muziek. De composities lijken op deze plaat vooral geïnspireerd door het vroege werk van Leonard Cohen, maar de teksten lijken eerder op de natuurlyriek van Roland Holst. “The Hungry Grass” is zonder meer het hoogtepunt van de plaat en zou zo in de top van de Snob 2000 passen.

2. Foxygen – Star Power Airlines / How Can You Really
Het meest verrassende album van dit jaar kwam van Foxygen. Hun vorige album was nog een wat halfbakken, zelfs in de manier waarop nummers ontspoorden. Dat doen ze op “And Star Power” beter: de plaat klinkt alsof ze een Rolling Stones-plaat in stukjes gebroken hebben en op een zo dwars mogelijke wijze weer in elkaar hebben gezet. Een tribuut aan en een parodie op de classic rock van weleer, met grof geschut bewerkt, zoals eerder bands als Chrome, Royal Trux en Ariel Pink’s Haunted Graffiti dat deden. Tussen alle puin bevindt zich echter ook de briljante single “How Can You Really”.

Caribou - Our Love
Caribou – Our Love

3. Caribou – Our Love
Niet heel avontuurlijk, maar wel degelijk, dit album van Caribou. Voorganger “Swim” was wat wisselvalliger,“Our Love” is constanter. Een soort “Alle (der)tien goed” binnen het indie-meets-dance-genre.

4. José Gonzalez – This Is How We Walk on the Moon
Op het wat onevenwichtige Arthur Russell-tribuutalbum viel al met al toch best wel wat moois te ontdekken. De bijdrage van José Gonzalez is mijn favoriet. Hij weet “This is how we walk on the moon” mooi naar zijn eigen hand te zetten, en tegelijk toch zowel de intimiteit als de frivoliteit van het origineel te behouden.

5. Floating Points – Montparnasse
Net als bijvoorbeeld Burial en Levon Vincent maakt Floating Points liever zo nu dan een briljante twelve inch dan een album. Montparnasse is de b-kant van King Bromeliad. Beide kanten doen sterk aan de grooves van Moodymann en Theo Parrish denken, maar dan subtieler en cleaner.

6. Laetitia Sadier – Then, I Will Love You Again
Laetitia Sadier stond op Le Guess Who Mayday tegenover Future Islands en The War on Drugs geprogrammeerd. Enerzijds jammer dat er dus maar een handjevol mensen bij haar optreden stonden, maar het maakte het ook erg intiem. Hoogtepunt van het concert, en ook van haar vlak daarna verschenen plaat is dit nummer, dat zich kan meten met een Stereolab-klassieker als Captain Easychord. Ook voor liefhebbers van Air en Gainsbourg!

7. Ensemble Economique – Your Lips Against Mine
Regelrechte nostalgie, voor mij, deze plaat. Het klinkt mij als een eerbetoon aan het vroege 4AD-label in de oren. Dead Can Dance, Cocteau Twins, This Mortal Coil. Shoegaze-romantiek van de bovenste plank.

8. The Notwist – Lineri
De muziek van the Notwist lijkt nauwelijks veranderd in al die jaren. Hun plaat “Close to the Glass” borduurt voort op het geluid en de techniek van voorgangers “Neon Golden” en “The Devil, You and Me”. Mijn persoonlijk favoriet is het veel melancholischere “Shrink”. Het nummer Lineri komt daar het dichtst bij in de buurt.

Fhloston Paradigm – Light on Edge
Fhloston Paradigm – Light on Edge

9. Fhloston Paradigm – Light on Edge
King Britt blies me met deze plaat heerlijk van de sokken. Eindelijk weer eens een dance-album dat niet louter uit stijloefeningen bestaat, maar dat lef uitstraalt en daarbij nostalgie en futurisme combineert. Een klassieker van het kaliber “Kittenz & the Glitz” of “Alien Radio”. Afsluiter “Light on Edge” is misschien wel de meest subtiele King Britt-productie ever.

10. Red Snapper – No Exit
Een bescheiden plaat, deze nieuwe Red Snapper, maar wel hoorbaar met heel veel liefde en geduld gemaakt. Een mix tussen Westerse en Afrikaanse muziek die doet denken aan de diverse projecten van Damon Albarn van de laatste jaren, maar dan zonder de grote gebaren.

(Verder was er dit jaar ook mooie muziek van o.a. Ulises Conti, Jo Johnson en Bohren & Der Club Of Gore, om maar eens wat te noemen, en prachtige reïssues van Songs:Ohia, The Afghan Whigs, The Flaming Lips, The Durutti Column, maar goed: die vallen dus net buiten de boot.)

Maurice Dümont was twintig jaar rock- en dance-DJ in Tilburg en omstreken. Hij studeerde als letterkundige af op liedteksten van Spinvis, De Jeugd van Tegenwoordig, De Kift en Doe Maar. Hij maakt programma’s voor de Concertzender (PopArt en Vrije Radicalen) en schrijft albumrecensies voor GonzoCircus.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!