MaerzMusik 2017: festival als extended concert

MaerzMusik 2017 is ‘eigenlijk drie festivals’, zegt intendant Berno Odo Polzer: een serie concerten, een lezingen- en discussiecyclus en een dertig uur durende muziekmarathon aan het eind. Floris Solleveld luisterde naar zinvol én zinloos muzikaal geweld.

Dat was het vorig jaar ook al, en het jaar daarvoor ook al, dus zo nieuw is dat niet.Het format staat ondertussen wel; drie jaar lang jezelf een ‘Festival für Zeitfragen’ noemen, begint wat potsierlijk te worden. Een driedelige woordspeling ook: een festival voor actuele vragen, denken over het fenomeen tijd, en zeitbasierte Medien. Binnen dat format sluit MaerzMusik aan bij de moderne concertpraktijk: dat wil zeggen, concerten met video, concerten in het donker, concerten zonder pauze tussen de stukken, concerten door de ruimte versnipperd, intellectuele inbedding. Door dat consistent te doen heeft het Berlijnse festival zelf iets gekregen van een tien dagen lang extended concert.
Dit jaar staat het festival in het teken van herontdekkingen en verdrukte stemmen; binnen hun eigen jargonpoëtica heet dat ‘Decolonizing Time’. Twee van die herontdekkingen vergden een substantieel onderzoeksproject: van Julius Eastman (1940-1990) zijn de partituren verloren gegaan, en Walter Smetak (1913-1984) bouwde zijn instrument-sculpturen en hield zijn performances binnen een ietwat sektarische Braziliaanse counterculture. De derde herontdekking, Catherine Hennix, is nog onder de levenden, al was haar The Electric Harpsichord al veertig jaar niet meer uitgevoerd. Die herontdekkingen maken dat er bij het lezingenprogramma ook nog echt iets te bespreken is, want verder kun je twijfelen aan de artistieke toegevoegde waarde en/of actuele relevantie van een week lang ‘cultural theory’.

Minimalistische guerrilla

Julius Eastman hield van provoceren. Zelf zwart en homoseksueel, gaf hij zijn stukken titels mee als Crazy Nigger, Evil Nigger en Gay Guerrilla. Hij verdedigde het gebruik van het N-woord door trots te verwijzen naar de tijd dat ‘hardwerkende zwarten onder de zuidelijke zon de economie van Amerika groot maakten’. Achter die titels gaat een opzwepende vorm van minimalisme schuil, opgevoerd op vier piano’s maar ‘ook geschikt voor andere bezettingen’.
MaerzMusik voert drie van die stukken achter elkaar op, de reconstructie van een concert uit 1980. Misschien was het een goed idee geweest om bij minstens één van die stukken zo’n andere bezetting uit te proberen, want twee uur opzwepend minimalisme met een beperkt akkoordschema en de metronoom op 80 houdt op een gegeven moment op opzwepend te zijn en wordt dan gewoon afstompend.

Collectief instrument

De herontdekking van Walter Smetak is anders aangepakt. Zijn ‘Plásticas Sonoras’ lenen zich uitstekend om tentoon te stellen, en dat is dan ook gedaan, in de galerie van de DAAD (Deutsche Akademische Austauschdienst). Er zijn tien bazuinen met een opengewerkte kalebas als hoorn, een gedeconstrueerde contrabas met meerdere kleine klankkasten, exotische variaties op de draailier. Opgeleid als cellist en vioolbouwer, emigreerde Smetak kort voor de Tweede Wereldoorlog naar Brazilië, waar hij vanaf eind jaren 1960 zo’n 150 van deze Plásticas fabriceerde, culminerend in een meer dan twee meter hoog ‘collectief instrument’.
Ensemble Modern heeft er een project van gemaakt deze instrumenten nieuw leven in te blazen, net zoals MusikFabrik dat eerder deed met de (muzikaal complexere) instrumentsculpturen van Harry Partch. Het re-ensceneren van Smetaks spirituele séances is – wellicht wijselijk – achterwege gelaten, opnames bij de tentoonstelling geven een indruk van hoe het geklonken moet hebben en dat is interessanter als geluidscatalogus dan als compositie. In plaats daarvan is er later in de week een workshop over ‘Smetaks Inventions’ en een concert met nieuwe composities op replica’s.

Sologeweld

Het gereconstrueerde werk van Eastman is zo’n beetje het enige puur instrumentale op MaerzMusik. In de programmering wordt het gekoppeld aan The Unbreathing van Uriel Barthélémy, een eenmanssymfonie op drums met tape en video. Drie illustratoren hebben beelden aangeleverd geïnspireerd op het dekolonisatie-manifest Les Damnés de la Terre van Frantz Fanon, een opeenvolging van op de kijker gerichte pistolen, hekwerk en racistisch geweld. Laat op de avond en na twee uur Eastman is het geluidsoffensief misschien wat te veel voor het publiek, want de helft loopt weg.
Waar het geluidsoffensief van Barthélémy nog een doel heeft, valt The Lichtenberg Figures van Eva Reiter in de categorie zinloos muzikaal geweld. Het Ictus Ensemble, al tien jaar specialist in opgerekte concertvormen, staat opgesteld op podia die tevens lichtbakken zijn. Middenin op het hoogste podium staat Reiter en zingschreeuwt met veel distortion pretentieus-paranoïde teksten van Ben Lerner. Van het Ictus Ensemble zijn vooral de gitaren, synths en drums goed te horen, die elke nieuwe regel er flink in rammen met elke keer een nieuwe lichtstoot; de blazers en strijkers mogen het soms een beetje inkleuren. Het beste wat je ervan kunt zeggen is dat crossover vaak een beetje mellow is, en daar hebben ze hier geen last van. Over de kale, krachtige enscenering was ook veel positiefs te zeggen geweest als die niet zo nadrukkelijk de rockstar-allures van de componiste/vocaliste had gediend. Reiter is een indrukwekkende stage personality, maar hier zit haar ego haar in de weg.

Nieuwe oude muziek

Uiteindelijk is het Graindelavoix dat in het openingsweekend als beste de ambities van MaerzMusik waarmaakt, ook al voeren ze laat-middeleeuwse ars subtilior op en Byzantijnse gezangen. Graindelavoix is begonnen als het meest radicale wat de historische uitvoeringspraktijk te bieden heeft: Vlaamse polyfonisten zingen alsof het Arabische keelzang is.
Hun programma Cypriot Vespers is in dat opzicht minder extreem, maar plaatst wel Libanees-Christelijke, Grieks-Byzantijnse en Franse muziek uit de 14-15e eeuw naast elkaar en suggereert daarmee een muzikaal-cultureel continuüm. Wat er aan materiaal uit die tijd is overgeleverd laat de nodige ruimte aan interpretatie, en die wordt dan ook ingezet om met verschillende ritmes door elkaar te jammen en de bassen als drone-orgel in te zetten, terwijl het ensemble door de ruimte heen beweegt, zich opsplitst en hergroepeert. Onder de toch al Oosters aandoende ovalen bogen van de Kirche am Hohenzollernplatz, een futuristisch-eclectisch godshuis uit de jaren 1930, is het perfect op zijn plek.

Gezien: 17-19 maart 2017, diverse locaties, Berlijn. www.berlinerfestspiele.de/maerzmusik

tekst:
Floris Otto Solleveld
beeld:
mm17_p_julius_eastman_c_camille_blake_1
geplaatst:
wo 22 mrt 2017

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!