In GC #116 was het interview met de Ghanese muzikant King Ayisoba te lezen, zijn levenswandel en spirituele boodschap van de kologo-luit. Nog altijd gaat hij voorop in de waardige strijd voor Afrika met de vuist omhoog op zijn nieuwe album ‘1000 Can Die’, op het Glitterbeat-label. Waar zijn vorig album ‘Wicked Leaders’ nog eerder traditioneel klonk met progressieve afrobeat is het nu een pak rauwer met zwaardere beats en sterkere samenhang tussen stem en instrument. De drums moesten leidend op de voorgrond doorklinken, niet als exotische toevoeging en de Ghanese percussionist Francis Ayagama kwam bij de band op djembe en bemne-drums. In zijn kleine opnamestudio begonnen ze te experimenteren en zo ontstond al snel de blauwdruk voor het album. ‘Africa Needs Africa’ is een hevige klaagzang over het leeglopen van Afrika, in dit geval gericht naar Ghanezen in Europa die beter zouden terugkeren naar het moederland met hun kennis, bezongen door tweede stem Ayuune Sule en met rake Ghanese gast raps. ‘Wekana’ is traditioneler van aard, waar Zea zorgt voor gitaarklanken. De titelsong is een krachtige klapper, met rapper M3nsa, fluitjes en aangevuld door de visie van de legendarische producer Lee ‘Scratch’ Perry, door een toevallige ontmoeting op het Amsterdamse vliegveld Schiphol waar snel een klik ontstond tussen hem en King. In het stevig percussieve ‘Dapagara’ is een gastbijdrage van de Nigeriaanse saxofonist Orlando Julius. Vette elektronische ritmes, toetsen en King’s altijd hevige stem weerklinken in ‘Anka Yen Tu Kwai’ en ‘Yalma Dage Wanga’ staat bol met guluku- en dundun-drums met een kolkende kologo-melodie. ‘Wine Lange’, de enige song zonder kologo is een krachtmeting tussen vocalen, transcendentale percussie en de éénsnarige gonju-viool. Geweldig beladen album dat klinkt als een politieke sjamanistische trip.