INTERVIEW Rabih Beaini (Morphosis)

Wars van zowel geografische als genregebonden grenzen reist de Libanees Rabih Beaini door de fysieke wereld en die van de muziek.

Wars van zowel geografische als genregebonden grenzen reist de Libanees Rabih Beaini door de fysieke wereld en die van de muziek. Als pionier is hij constant op zoek naar vernieuwing in de versmelting van traditionele klanken met moderne elektronische muziek. Dit najaar brengt hem samen met Indonesische Tarawangsa-muzikanten naar het Europalia-festival.

Rabih Beaini loopt op het strand bij Beirut te Libanon als we hem spreken via de telefoon. Twee strandtenten lijken een wedstrijdje herrie schoppen te houden en het duurt even eer Beaini zodanig ver weg is gelopen dat een conversatie mogelijk is. Geboren en getogen in Beirut, vertrok Beaini in de jaren 1990 naar Italië, alwaar zijn kwaliteiten als deejay en producer naar boven kwamen. Inmiddels woont de Libanees alweer geruime tijd in Berlijn, maar hij bezoekt zijn thuisfront nog met enige regelmaat.

Sowieso is het een man die veel de wereld over reist, iets dat duidelijk terugkomt in de muziek die hij produceert, maar ook in zijn livesets. Niet gebonden aan een bepaalde stijl of cultuur belichaamt hij een amalgaam aan wereldse invloeden. Onder de namen Ra.H en Morphosis maakte hij naam met dwarse en intelligente muziek en mixes, nooit te beroerd om mensen op het verkeerde been te zetten en de grenzen der verwachtingen op te rekken en over te steken.

Met zijn label Morphine Records biedt hij bijzondere artiesten uit verschillende uithoeken van de wereld een platform, alleen platen uitbrengend waarvan hij zelf enthousiast wordt – los van commerciële doelstellingen. Inmiddels heeft hij zijn aliassen laten varen en verschijnt hij gewoon weer onder zijn eigen naam ten tonele. Op het moment dat we hem spreken, bereidt hij zich voor op een excursie naar Indonesië.

Europalia

“Indonesië is een land dat al geruime tijd op mijn radar staat, maar waar ik recent pas voor het eerst ben geweest. Ik neem niet vaak vakantie, maar twee jaar geleden ben ik eindelijk daar heen gereisd. Er gebeuren veel interessante dingen op het gebied van muziek en ik vind het geweldig om dat te verkennen, zowel de traditionele volksmuziek als meer experimentele uitingen. Ik vertrek volgende week om daar een band op te nemen en om nog meer muziek te proberen te ontdekken. Ik denk er zelfs over om een label daar te beginnen, dat als zusterlabel van Morphine moet dienen.”

Beaini is vooral geïnteresseerd in hoe de jongere generatie experimenteert met traditionele muziek in combinatie met meer moderne klanken. “Dat is nu een tijdje gaande, maar nog steeds een recent fenomeen. Langzaam begint het meer vorm te krijgen. Er gebeurde al geruime tijd genoeg op het gebied van fusion, maar weinig dat echt de moeite waard was. Nu beginnen er nieuwe genres te ontstaan vanuit verschillende werelden, in plaats van slechts een mix van traditionele muziek. Dit is precies waar ik naar op zoek ben in mijn livesets en met mijn label.”

Beaini brengt deze muziek ook naar Europa toe. Van aanstaande oktober tot en met januari vindt in verschillende plaatsen in Nederland en België het tweejaarlijkse Europalia Festival plaats, dat deze keer in het teken staat van de traditionele en hedendaagse cultuur in Indonesië. Beaini werd verzocht hieraan een bijdrage te leveren. “Mij is gevraagd om een aantal mensen aan te dragen en om een samenwerkingsproject met Indonesische artiesten te leiden. Ik heb gekozen om te werken met een muziekgenre dat bekend staat als Tarawangsa, dat uit een klein dorpje in het westen van Java vandaan komt.

Ik ben in contact gekomen met een aantal jonge muzikanten, Tarawangsawelas, die het genre beheersen maar het tegelijk willen ontwikkelen in een meer moderne richting. Ik heb een album opgenomen met hen, dat in oktober uitkomt op Morphine Records. We komen ook naar Europalia om daar een aantal shows te spelen. Daarnaast zullen we nog vijf avonden tussen oktober en januari een speciale set spelen in de Berghain in Berlijn, onder de noemer Raung Raya. Verder komen er op Morphine nog twee platen uit van Karinding Attack en Ata Ratu, die ook onderdeel zullen zijn van Europalia.”

Gamelan

De zoektocht van Beaini in een land als Indonesië is deels geworteld in zijn onvrede over de elektronische muziekscene in Europa en de Verenigde Staten. Ondanks dat er wel degelijk goede muziek wordt uitgebracht, is er sprake van een bijna verstikkend kader waarbinnen gekleurd wordt.

“Elektronische muziek in het westen lijkt te lijden onder een angst voor vernieuwingsdrang. Bang om teveel richting de pop of mainstream te glijden, zijn artiesten vaak slachtoffer van een constante zoektocht naar de balans tussen legitimiteit en artisticiteit, waardoor de ontwikkeling van muziek erg langzaam gaat, naar mijn idee. Dit hangt voor een deel natuurlijk af van de industrie, die iedere stap in een nieuwe richting al snel omarmt als het volgende genre om te verkopen. Van progressieve house, via minimal tot aan Berghain techno, dat nu overheerst.

De scene is nu op een punt belandt dat het niet lijkt te weten welke kant men op moet, alsof er dit keer geen ontsnappen mogelijk is. Het enige dat op dit moment enigszins fris klinkt is elektronische muziek met etnische invloeden, hoewel ik die beschrijving eigenlijk haat. Het gebruik van gamelan (traditionele muziek uit Java en Bali, nt) en Afrikaanse percussie, bijvoorbeeld. Shackleton doet dat erg goed. Wellicht gaat het steeds meer in die richting, waarbij traditionele muziek wordt geïncorporeerd in moderne producties. Ik hoop alleen niet dat dat betekent dat we terug gaan naar het gebruik van vocalen en samples in een soort fusion-stijl, want dan zijn we weer terug bij de progressieve house uit de jaren 1990. Het is een dunne scheidslijn.”

Het gebruik van een woord als ‘etnisch’ om traditionele, niet-westerse muziek te beschrijven, getuigt van een eurocentrische blik op de wereld. De vraag rijst hoe niet-westerse muzikanten omgaan met de tegenstelling tussen de verschillende muziekculturen. “De jonge mensen die nu muziek produceren luisteren natuurlijk ook naar techno en proberen hun eigen draai eraan te geven. De invloeden werken beide kanten op. Ik geef de voorkeur aan muziek van de andere kant van de wereld, om het zo maar te noemen, omdat het geluid op een of andere manier rauwer en puurder klinkt, minder gezocht. Er zit ook meer originaliteit in het maakproces.

Daarbij richt ik me meer op het experimentele en de avant-garde, waarbij traditionele instrumenten worden gecombineerd met pedalen en digitale bewerking. Voor mijn gevoel durven artiesten met hun roots in andere streken steeds meer gebruik te maken van hun traditionele geluid, zonder per se westerse klanken te willen nabootsen. Zoals Sote uit Iran, die met ‘Sacred Horror in Design’ een geweldige release heeft op Opal Tapes, of Rashad Becker, die op PAN Records traditionele muziek uitbrengt en het zelfs als zodanig benoemt. Acht jaar geleden zag je dit een stuk minder, maar de tijd lijkt er nu rijp voor.”

De klanken van een auto die met gierende remmen tot stilstand komt doorbreken het gesprek. Beaini loopt inmiddels langs een autoweg, opdat hij goed bereik heeft. Navraag leert dat hij gelukkig niet midden op de weg loopt – het interview kan verder.

Zelfgenererend

Op zoek naar een bepaalde mate van spiritualiteit, komen westerse artiesten vaak uit bij traditionele culturen, geworteld in religie en een afgelegen locatie die nog niet aangetast is door het kapitalisme. Muziek speelt hierbij een belangrijke rol, met zijn transcendentale kwaliteiten. Denk aan de invloed van India op het werk van The Beatles. Beaini maakt hierin een onderscheid tussen oprechte pogingen en gezocht elitisme.

“Je moet je bewust zijn van wat ik de ‘valse profeten’ noem, die op een gemaakte manier proberen spiritualiteit door de strot van mensen te duwen, op een erg denigrerende manier, met hun vingertje in de lucht. Zij laten je inferieur voelen als je niet voelt wat zij zogenaamd wel voelen. Dan is de muziek gespeend van authenticiteit. Het vinden van een balans tussen deze uitingen en iets dat voor jou oprecht is, is een leerproces waarin je verschillende ervaringen moet combineren om te kunnen begrijpen wat er precies gebeurt. Dan kan de muziek je daadwerkelijk optillen en meenemen. Dat kan overigens ook met de meest radicale elektronische muziek – het hoeft niet uit een dorpje op Java vandaan te komen. Artiesten als Rashad Becker (zie elders in dit nummer), John Coltrane of Keith Fullerton Whitman kunnen dit ook teweeg brengen.

In principe kan elke vorm van kunst die daadwerkelijk creatief van aard is deze rol spelen. Ik denk dat cinema wat dit betreft erg interessant is, omdat het een universeler medium is in de zin dat het een combinatie is van fotografie, geluid en muziek. Het kan de vorm aannemen van een film, maar ook van een installatie. Het kan zelfs iets virtueels zijn. De manier waarop het de maker de mogelijkheid geeft zichzelf te uiten kan bepaalde elementen aanwakkeren waarvan hij of zij zich niet eens bewust was. Wat dat betreft is het te vergelijken met een live-set van een muzikant, waarbij je plekken kunt bereiken die van te voren niet bekend zijn. Het is de muziek die je erheen leidt, terwijl je die creëert. Er ontstaat dan een soort zelf genererende machine. De creatie zelf wordt dan tegelijkertijd de maker, de aanstichter.”

Dit impliceert dat het kunstwerk altijd afhankelijk is van het moment waarop het is gemaakt. Elk ander moment geeft dan zijn eigen karakteristieken, waarbij nieuwe emoties, gedachten en energieën het werk weer beïnvloeden. We zijn dan weer dicht bij het spirituele, waarbij een kunstwerk nooit af is, maar immer verwordt tot iets nieuws. Elke discussie over het werk, elk volgend moment waarin het beschouwd wordt, leidt tot een nieuwe ervaring.

De idee van ‘verschil en herhaling’ van de Franse filosoof Gilles Deleuze, waarin niet de identiteit (van iets) als uitgangspunt dient te worden genomen, maar waarin ‘verschil als zodanig’ het vertrekpunt voor het denken is. “Juist. Kunst ontwikkelt zich constant. In de manier waarop jij het ziet, in de manier waarop anderen het zien. Het is een continu proces van communicatie tussen het werk en de toeschouwer.”

Sun Ra

Het praten over kunstwerken kan leiden tot een veranderde perceptie ervan. Zodra een context wordt geschetst, worden nieuwe verbindingen gemaakt waaraan betekenis kan worden opgehangen. Beaini erkent het belang hiervan. “Een aantal jaar geleden gaf ik een gastcollege op de American University in Cairo, waarbij het thema ‘de geschiedenis van jazz’ was. Het is natuurlijk onmogelijk om de hele historie van jazz binnen een jaar te behandelen. De docent was erg restrictief in wat er aan bod kwam in het vak. Mij was gevraagd om iets te vertellen over fusion in jazz. We hadden daar samen met de studenten een discussie over en op een bepaald moment vroeg ik of hij het goed vond als ik een nieuwe bladzijde toevoegde aan zijn curriculum.

‘Zal ik Sun Ra noemen als de persoon die begonnen is met de fusion van space jazz en elektronische jazz, of wil je dat we ons beperken tot namen als Herbie Hancock en Miles Davis?’ Vervolgens brak het zweet hem uit, want je kunt niet over Sun Ra beginnen zonder gelijk een extra jaar aan het vak toe te moeten voegen. Het is slechts één woord, één naam, maar een die nieuwe werelden opent.

Een jaar later kwam ik bij toeval een van de toen aanwezige studenten tegen in een bar in Beirut. Ze kwam naar me toe, sprak me aan met professor – waardoor ik erg gevleid was! – en vertelde me dat ik haar geest verruimd had door te spreken over Sun Ra. Ze luisterde constant naar zijn werk en het had haar wereld verrijkt. Dat te horen maakte me zowel erg blij als droevig. Te beseffen dat academici zich feitelijk zodanig moeten beperken om maar het programma te kunnen volgen dat is opgelegd, zonder de ruimte te krijgen om te verkennen wat er nog meer is. Het is slechts een klein voorbeeld, maar ik geloof dat er nog zoveel meer te leren valt over hoe muziek zich heeft ontwikkeld.”

Gelukkig zijn daar festivals als CTM, Unsound en ook Europalia, waar de focus niet alleen ligt op de muzikale programmering, maar waar ook aandacht is voor hoe muziek of kunst zich verhoudt tot de wereld. “Het politieke in de kunst is iets waar Sun Ra zich ook mee bezighield. In feite was hij een activist uit de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Zijn kunst ging niet zomaar over onnozele ruimtereizen en buitenaardse profeten. Het was een parodie op de leefsituatie van zwarte Amerikanen, hoe zij van een andere planeet zijn beland op een planeet waar witte Amerikanen de dienst uitmaken met hun opgelegde wetten en regels. Hoe zwarte Amerikanen zich aliens voelen, alsof ze mythes zijn, onzichtbaar.

Voor mij past het werk van Sun Ra in hetzelfde rijtje als de Black Panthers of Dr. Martin Luther King. Wat dat betreft zou het goed zijn als we allemaal ons steentje bijdragen, hoe klein dan ook, aan politiek activisme in de kunst. In het maken, maar ook in het interpreteren ervan en de manier waarop we bijvoorbeeld naar muziek luisteren. Als iedereen een klein beetje bijdraagt aan sociaal-politieke bewustwording, kan dat wezenlijke gevolgen hebben.”

Angst

Een belangrijk thema in de huidige sociaal-politieke bewustwording is de situatie van vluchtelingen wereldwijd. Wat dat betreft is Libanon een plek waar dit misschien nog wel meer dan elders aan de orde is. Met ongeveer twee miljoen vluchtelingen in een land van nog geen zes miljoen inwoners is het onmogelijk om hier niet door beïnvloed te worden.

“Het verandert de hele balans in het land. Het is de hoogste verhouding vluchteling tot inwoners ter wereld. Ik denk dat dit heeft geleid tot meer activisme in Libanon, maar ik zie het nog niet heel erg terug in de kunst of muziek. Natuurlijk is er sprake van een grotere bewustwording, maar het is nog te vroeg om fundamentele veranderingen te kunnen aanwijzen. Het lijkt erop dat meer artiesten nu gebruik maken van traditionele instrumenten, maar ik ben te weinig in Beirut om daar echt iets zinnigs over te zeggen.”

Naast de aanwezigheid van vluchtelingen speelt ook de nabijheid van de oorlog een grote rol in de situatie in het land. “Syrië ligt slechts een paar bergen verder – de conflicten zijn erg dichtbij. Fysiek merken we er wellicht niet veel van, maar psychologisch heeft het zeker invloed. Het land is verlamd en wacht met angst af wat er gaat gebeuren. Zal de oorlog de grens over trekken? Er heerst een constante spanning. Ik kan alleen maar hopen dat mensen het geduld bewaren en geen gekke dingen gaan doen. Dat is eigenlijk wat er gebeurde toen de burgeroorlog uitbrak in 1975, toen er veel Palestijnse vluchtelingen naar Libanon kwamen. Mijn grootste angst is dat er weer zoiets gebeurt. In feite staat het land nu stil. Een ommezwaai zou waarschijnlijk goed zijn voor het land, maar veel zaken worden niet opgelost uit angst voor een tweede burgeroorlog.

Op politiek gebied lijkt er echter wel meer eenheid te zijn op het moment. Het gezegde ‘mijn broer en ik tegen mijn neef; mijn neef en ik tegen de buitenlander’ valt hier op zijn plaats. De politieke strijd die al veertig jaar duurt tussen verschillende kanten lijkt op een of andere manier te zijn opgelost en er wordt nu gezamenlijk gekeken naar het probleem van de vijand die op de drempel staat. Er is wat dat betreft wel hoop dat het goed gaat komen met het land. Het is natuurlijk ook een regionaal probleem.

Libanon is niet het enige land dat te maken heeft met deze ellende, waardoor het lastig is om met vingers te wijzen. Ik kan het zelfs ook de mensen die willen dat de vluchtelingen vertrekken niet eens echt kwalijk nemen, behalve dan voor het moment waarop ze dat doen. Maar je kunt niet denken dat een klein land zoveel mensen op kan nemen zonder dat het effect heeft op de economische balans die er is. Het systeem buigt en zal op een bepaald moment kunnen barsten. Dat is de angst die de mensen hier hebben. Maar so far, so good. Dat is hoe we er op dit moment hier tegenaan kijken.”

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!