728x90 MM

Ariel Pink’s Haunted Graffiti (Melkweg, Amsterdam)

Ariel Pink1 e1352890455899

Afgelopen augustus kwam Ariel Pink’s Haunted Graffiti met hun negende album: ‘Mature Themes’. In de Melkweg laat Ariel Pink horen dat hij een genie is, maar tegelijk niet weet wat hij wil. Applaus voor de man op het beeldscherm. Ariel Pink staat aan de zijkant van het podium, net buiten het zicht van het publiek. […]

Live In Melbourne

Verrassende combinatie: Manuel Göttsching (Ash Ra) en Ariel Pink.

Pom Pom

Ariel Pink Pom Pom

Ariel Pink is een mooi kind van zijn tijd.

L’Orange L’Orange

Gregg Kowalsky LOrange LOrange

De naam van de Amerikaanse producer en installatiebouwer Greg Kowalsky duikt ondertussen op in de discografie van kwaliteitslabels als Kranky, Root Strata en Digitalis Recordings; en nu ook bij Mexican Summer, de eclectische uitvalsbasis van onder meer Oneohtrix Point Never, Jefre Cantu-Ledesma, No Joy, Tamaryn, Light Asylum, True Widow, Ariel Pink en Allah-Las. Op zijn vorige plaat ‘Movements In Marble And Stone’ werkte Kowalsky samen met de Nederlandse avant-garde luitspeler Jozef Van Wissem; op ‘L’Orange L’Orange’ zit hij, voor het eerst in acht jaar, opnieuw alleen achter zijn laptop. Optimisme en zonlicht zijn de boodschap, vandaar ook luchtige titels als ‘Tonal Bath For Bubbles’, ‘Maliblue Dream Sequence’ en het titelnummer. Als bronmateriaal gebruikte Kowalsky, zoals eerder, zijn analoge synthesizers en dat zorgt voor een warm, korrelig geluid. De pluchen ambient op ‘L’Orange L’Orange’ pruttelt, zoemt, kraakt, bromt, knispert, zucht en wriemelt als de lieve deugd. Zachte drones en ijle soundscapes kleuren het geheel, dat bij momenten aansluiting vindt bij het oeuvre van Thomas Köner. Een echte indruk nalaten doet ‘L’Orange, L’Orange’ echter niet; daarvoor is allemaal wel héél erg braaf. Te braaf om te boeien eigenlijk.

Cranekiss

Tamaryn Cranekiss

Op hun derde album blaast zangeres Tamaryn de spinnenwebben weg en ruilt het vertrouwde shoegaze-geluid in voor synthpop die zo in de jaren ’80 gemaakt had kunnen zijn. Ze verruilde de Amerikaanse westkust voor New York City, en haar oude bandleden voor nieuwe kameraden Shaun Durkan (Weekend) en Jorge Elbrecht (Violens, Ariel Pink). Dat betekent synthesizers en drummachines in plaats van gitaren en fuzzboxen. Voor de hand liggende ijkpunten zijn The Cure, New Order en Depeche Mode, maar het geluid is nergens opzettelijk retro. Helemaal verdwenen zijn de shoegaze-elementen trouwens niet. Zo zwengelt de gitarist op het titelnummer aan zijn tremolo-arm a la My Bloody Valentine, maar die gitaar zit wel zo diep in de mix dat het amper opvalt. Daarnaast doet Tamaryns stem me nog steeds sterk denken aan Curve’s Toni Halliday, en komt zo nu en dan de geest van de Cocteau Twins uit de galm tevoorschijn. De eerste keer vond ik het allemaal wel erg gladde wegwerppop, maar na een paar keer draaien begonnen sommige nummers te groeien, al had het allemaal wel iets meer uitgesproken gemogen. Een leuke plaat, al is een vooraarde denk ik wel enige affiniteit met het geluid van de jaren ’80, in al zijn naïviteit en lompheid.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!