Embryo – Occii, 18/01/2010

Onhippe Kraut voor vrije geesten

Krautrock bestaat niet, schrijf ik in mijn Rewind-stuk in Gonzo (circus) #95. Althans, Krautrock bestaat niet als muziekstijl. Het is niet meer – of minder – dan een verzamelnaam voor vrijwel alle rock die in Duitsland tussen 1968 en pakweg 1980 ontstond toen de na de Tweede Wereldoorlog geboren jongeren op zoek gingen naar een eigen muzikale identiteit. Muziek die los moest staan van zowel de door de nazitijd gebrandmerkte cultuur van hun ouders als van de door Amerika gedomineerde rock- en popcultuur.

Sommige van die muzikanten vonden een formule waarmee ze zelfs hitsuccessen behaalden, zoals Kraftwerk, en zouden die formule vervolgens tot in de finesses verfijnen en exploiteren. Anderen raakten zo verslingerd aan de muzikale expeditie, dat ze bleven zoeken. Embryo-oprichter Christian Burchard was een van hen.

Afgelopen maandag was hij met Embryo in ons land voor een concert in het Amsterdamse Occii – een zeldzaamheid, want de groep heeft in Nederland een aanzienlijk geringere aanhang dan bijvoorbeeld in Spanje of Italië. Vorige zomer bestond de groep veertig jaar en Burchard is de man die vier decennia lang de ruggengraat van Embryo vormde. Inmiddels is hij drieënzestig. Vettig lang haar dat sinds de eerste mens op de maan stapte niet meer gewassen lijkt. Stoppelbaard. Een ‘geen gezicht 2010’-bril. En een zelf gebreide spencer over een wit T-shirt.

Hij stamt uit dezelfde Münchener scene als de muzikanten van Amon Düül, maar begon zijn loopbaan als jazzdrummer bij de Amerikaanse pianist Mal Waldron die zich in Beieren gevestigd had. In 1969 startte Burchard het nog stevig in de jazzrock gewortelde Embryo. Maar toen de groep begin jarenn zeventig voor het eerst door Spanje en Noord-Afrika reisde sijpelden er steeds meer etnische invloeden binnen. Embryo ging maandenlang op muzikale zoektocht door het Midden Oosten en India. Later ook naar Nigeria waar men op audiëntie ging bij Fela Kuti. Veel muzikanten die later uit zouden groeien tot grote namen in de wereldmuziek en de jazz speelden mee tijdens concerten of op albums van de groep. Saxofonist Charlie Mariano – jarenlang zelfs, de Indiase percussionist Trilok Gurtu, de Libanese ud-speler Rabih Anou-Khalil, de Iers-Griekse multi-instrumentalist Ross Daly, de Indiase percussionist Ramesh Shotham en tal van anderen.

De meesten van hen bouwden zo’n succesvolle solocarrière op, dat ze zich er niet meer toe konden zetten met Burchard voor een paar stuivers van het ene kraakpodium naar het volgende alto-festival te blijven trekken. Burchard zelf gaat echter onverschrokken door en slaagt er tekens weer in om nieuwe, zeer getalenteerde open muzikale geesten om zich heen te verzamelen. Fluitist/bassist Jens Pollheide speelt inmiddels alweer zo’n vijftien jaar bij Embryo; drummer en marimbaspeler Lothar Staal twee decennia.

In Occii speelt de groep in een achtkoppige bezetting met naast Pollheide, Stahl en Burchard zelf – op cimbalon en vibrafoon – twee violisten, een gitarist en ud-speler, de excentrieke keelzanger en stemkunstenaar Mik Quantius en Burchards dochter Marja op percussie, slagwerk en zelfs trombone. Het optreden begint met twee lange, oriëntaals getinte stukken. Typische ‘etno-mélange’ die echter nergens een muf multiculti-smaakje krijgt. Het is in rituelen gewortelde muziek, zonder een religieuze bijsmaak. Repetitief zoals ook minimal music dat is en daardoor hypnotiserend.

,,Dit heette ‘Cairo’ en dan nu ‘Musica Psychedelica’,’’ zegt Burchard na een half uurtje. Ud, fluit en marimba worden verwisseld voor elektrische gitaar, bas en elektrisch keyboard, terwijl ook Burchard zelf een versterker op zijn cimbalon aansluit. Het resultaat is een woeste jazzrock-jam die in eerste instantie een stuk chaotische lijkt dan die werkelijk is en zich ontwikkelt tot een uiterst gedisciplineerde swing-eruptie vol ritmische valkuilen.

Cover Krautrock: Masters + Echoes
Cover Krautrock: Masters + Echoes

Onlangs verscheen bij het Duitse label Stereo DeLuxe de compilatie-dubbelcd ‘Krautrock – Masters + Echoes’. Eén schijfje met klassieke Krautrock-opnamen uit de jaren zeventig van ondermeer Faust, la Dusseldorf, Neu!, Guru Guru, Amon Düül ll en een maar liefst vijfentwintig minuten kloppend stuk van Klaus Schulze. Embryo zit er ook bij, met een nummer van hun debuutalbum uit 1970.

Op het andere cd’tje dertien tracks van hedendaagse groepen en solisten die door de ‘Krautrock’ geïnspireerd zeggen te zijn. Stereolab zit er bij. LCD Soundsysten. To Rococo Rot. Wat vooral opvalt is dat het ‘Masters’-album met oorspronkelijke Krautrock veel breder uitwaaiert. Guru Guru is bijvoorbeeld gewoon een ruige gitaarband, tegen de stonerrock aan. De hedendaagse groepen die met de Krautvlag-wapperen lijken het weldegelijk als een ‘genre’ te zien en voor hen is ‘Krautrock’ vijwel altijd een combinatie van monotoon klinkende beats zoals die in de jaren zeventig werd gemaakt door Cluster, Neu!, Schulze, Tangerine Dream of Kraftwerk. Een ‘nieuwe Amon Düül ll’ zit er niet bij. Een ‘nieuwe Embryo’ al helemaal niet. Dat neemt niet weg dat deze dubbellaar vol prachtmuziek staat, maar het toont ook hoe de oorspronkelijke betekenis van Krautrock steeds meer wordt versmald tot een soort hip stijl-icoon.

Embryo mag dan weliswaar historisch absoluut tot de Krautrock gerekend worden, de groep is allerminst ‘hip’. In Amsterdam kwamen er maandagavond slechts enkele tientallen bezoekers op de band af – voor éénderde vijftigplussers en verder jonge vrije geesten. Muziekliefhebbers die zich, ongevoelig voor de waan van de dag, niet lieten afschrikken door de onbespoten pullover en onflatteuze jeans van Christian Burchard, maar open staan voor muziek die nu al veertig jaar een ‘work in progress’ is.

Meer info

Krautrock – Masters + Echoes (2010, Stereo DeLuxe / Suburban)

tekst:
Peter Bruyn
beeld:
Krautrock
geplaatst:
di 19 jan 2010

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!