DEAF2012: Kunst- en vliegwerk voor een betere wereld, z.g.a.n.

In Rotterdam werd het festival DEAF2012 gehouden. Georganiseerd door V2_Institute for Unstable Media, en in samenwerking met onder andere Planet M en WORM kon de bezoeker zich vergapen aan draaiende carrousel van kunst, voorlichting, discussie, alsmede diverse utopia’s.

IMG 3696
Dag 1: Jae Rhim Lee - Mushroom Death Suit

Het overvolle programma bevatte behalve een veelbezochte tenstoonstelling ook diverse workshops, lezingen, hotspots, boekpresentaties, en uiteraard een reeks concerten in WORM. Het Dutch Electronic Arts Festival beoogde ‘een platform’ te zijn ‘van creatieve individuen die de bedoeling hebben de wereld te veranderen door kunst en design. Tradities,  grenzen en regels mogen geen belemmering zijn bij het ter discussie stellen van onderwerpen uit de cultuur, politiek en maatschappij. Met de wortels in de werkelijkheid van vandaag –  the sky is the limit.

Dat laatste is natuurlijk altijd wat verraderlijk – het was dan ook moeilijk niet af en toe het gevoel te krijgen op een hedendaagse versie van de Wereldtentoonstelling  van 1900 beland te zijn. De eigentijdsheid, ‘hedendaagsheid’ en urgentie waarmee DEAF2012 zich presenteerde, gaat terug op een lange traditie die enigszins ouwe koek is, en daar kon het statement dan ook niet meer inzitten. Van het verleden is niet meer over dan een stapel vergeelde foto’s. De toekomst bestaat niet, en zal ook nooit bestaan want toekomst die bestaat, noemen we ‘heden’. En het heden waaruit die toekomst moet voortkomen blijkt gegeven de versplinterde subjectiviteit van alle deelnemers, u en ik incluis,  principieel onkenbaar. Wat dus telt is de kunst die we te zien krijgen op DEAF2012, in het eigen hopeloos bevooroordeelde heden. Het hiernavolgende is een poging zo goed en zo kwaad mogelijk een en ander te bespreken, zonder de pretentie volledig te zijn – het heden is een punt. Je kunt er goed opstaan, maar een feestje houden gaat lastig. En de beste feestjes zijn altijd de feestjes waarvan je je niets meer herinnert.

 

Dag 1: Van blokken ijs, Nano-bon-bons & kerstmis met de Lower Dens

In het oude Rotterdamse Postkantoor was een grote tentoonstelling georganiseerd met werk van kunstenaars die zich in hun werk richten op technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen.

IMG 3748
Jessica de Boer - Sealed

Sealed van Jessica de Boer was een goed want fraai voorbeeld van de problematiek waar kunstenaars dan mee te maken krijgen op DEAF2012. De toeschouwer mocht zichzelf omslaan met een soortement dekbed en met de voeten gestoken in witte plastic laarzen kon hij dan een reusachtige koelkast in. Daar viel een installatie te bewonderen die bestond uit een kolossaal blok ijs  met daarin een gigantisch zoutkristal. De twee reageren met elkaar, en het smeltproces dat dit gevolg heeft, transformeert de installatie in een ijskunstwerk van waaruit een adembenemende schoonheid uitgaat. Het concept achter de installatie is intrigerend, de schoonheid is echt en authentiek, maar de realisatie van het idee vereist een in situ koelbox, waarmee er onvermijdelijk een spektakel-element mee komt kijken die de aandacht afleidt van het werk zelf.

Letterlijk een black box was de Sandbox van Driessens & Verstappen, een diorama van zwart hout als een doodskist op pootjes met een ruitje om naar binnen te kijken. En wie door het ruitje keek zag een kleine woestijn waarin de wind van een ventilator patronen blies. Weinig spektakel hier, wat makkelijk had kunnen resulteren in droogheid.

Ook al weinig openbaar waren de houtwormen die zich in Woodworms, Microphone, Soundsystem van Zimoun een weg vraten door een blok hout. Wie door de koptelefoons luisterde hoorde het geluid van geslobber. Het contrast tussen het kale blok hout en de houtwormen was schrijnend – wat zou er straks van dat blok over zijn?

De Terrestial Ball van Kianoosh Motallebi  zat ook al in een doosje, maar het doosje was in elk geval van glas, zodat we konden kijken naar een balletje gemaakt van alle 94 natuurlijke elementen die op onze planeet te vinden zijn. Er ging wel iets gezelligs van uit – een familieuitje voor elementen.

IMG 3710
Olafur Eliasson - Notion Motion

De poëtische want niet werkende computer die Ralf Baecker bouwde met de titel  Irrational Computing zat ook al weggestopt in een donker hok. Wie daar binnenliep zag in het halflicht een heel stel met elkaar verbonden modules met halfkristallen daarin verwerkt. Het trilt, het zoemt, het knettert en het deed helemaal niets anders.

Al deze werken van hebben allemaal iets didactisch – alsof een briljante natuur-of scheikunde leraar iets staat uit te leggen. De spanning tussen  lesstof, kunstwerk en technologische gimmick is voelbaar, maar niet noodzakelijkerwijs een probleem als de werken maar onderhoudend genoeg zijn.

Weer een enorm spektakelstuk was de installatie Notion Motion van Olafur Eliasson. In stilstaand water plonst een baksteen, die rimpels veroorzaakt zodat dankzij een enorm licht allerlei warrige patronen tegen de wand weerkaatsen. Wie deze opstelling binnenliep zag een wereld waar de kleurentelevisie van het leven uitgezet was. Wat het te maken had met Natuur en Techniek was niet helemaal duidelijk, de directe link ontbrak. Het is een mooi ding, zo’n installatie, maar er had net zo goed de Nachtwacht kunnen hangen – en is dat dan niet eigenlijk een boeiende studie naar de reacties van chemicaliën op een verticaal canvas?

Notion Motion – je stond erbij en je keek ernaar.

IMG 3711
Markus Kison - Pulse (detail)

En liep vervolgens naar Pulse van Markus Kison –  in een glazen box hing een rood stuk plastic dat heel goed de vorm van een hart had kunnen hebben, van waaruit allerlei draadjes liepen naar een de randen van de box, en die van daaruit dan weer naar een computer liepen. Telkens als er op het internet iemand boos wordt, of schrikt of verdrietig is, verandert de vorm van het rode hart – en wordt zo een graadmeter voor de stemming op het net. Het werk had iets melancholieks. Op het scherm viel te lezen: ‘I’m beginning to feel jaded by the search for a place of my own.’

Meer een circusact was de camera die op een enorme mechanische arm was gemonteerd en die vervolgens rondjes reed over een traject van rails, 15 minutes of Biometric Fame van Marnix de Nijs. Gezichtsherkenningssoftware zoekt de gelaatstrekken van bezoekers. Hun gezichten worden gescand, vergeleken met een van de 15.000 beroemdheden in het geheugen van de computer, en daarna samen met hun beroemde dubbelgangers en voorzien van tags op het internet gezet. Een kolossaal stuk, weliswaar dat iets had van een gimmick. Mensen reageerden geamuseerd, maar zonder het boekje was de bedoeling van het werk lastig te begrijpen geweest. Ook betrekt Biometric Fame , net als het werk van Kison, zich sterk op de sociale en maatschappelijke werkelijkheid, maar waar Kison zich inhoudt en daardoor aan kracht wint, gaat de Nijs in zijn spel met het internet een stap verder, waardoor de zeggingskracht wat verloren gaat in het spektakel.

Ook meer maatschappelijke over- en ondertonen had de installatie van One Sheep Sweater van Christien Meindertsma. Vier wollen truien pronkten boven Vier videoschermen waarop telkens een verschillend schaap geschoren werd, en daarachter lagen Vier balen wol. Van de wol van elk een schaap was precies een trui gebreid – aldus werd de verbinding tussen grondstof en eindproduct weer in ere hersteld. Er ging iets vertederends van uit, iets intiems aan een dergelijke trui – het was niet alsof de blootgelegde verbinding tussen schaap en trui de kijker deed aanzetten tot het schrijven van een boze brief naar de krant.

IMG 3731
Philip Beesley - Protocell Field (detail)

Ook vermakelijk was de Mushroom Death Suit van Jae Rhim Lee. Het pak bevatte schimmels en sporen die de ontbinding moeten bevorderen van een lijk waarin zich 219 verschillende giftige en milieuvervuilende stoffen zich ophouden tussen de gestorven lichaamscellen.

Hoogtepunt van de tentoonstelling was Protocell Field van Philip Beesley. Het werk was centraal opgesteld – een soort oerwoud van witte plastic takken en tentakels die associaties opriepen met besneeuwde kerstbomen en waar een vredige sfeer van uitging. Jammer dat Beesley later op de week zijn eigen werk met de nodige poeha moest toelichtten, het haalde een boel magie weg uit een werk dat anders het equivalent was geweest van zo’n sprookjespaleis in een glazen bol waarin het begint te sneeuwen als je hem op zijn kop zet.

Een kort bezoek aan de Nano Supermarkt voor wat producten van de toekomst zoals bonbons tegen HIV, Twitter-implantaten, je gezicht opkalefateren zoals dat nu alleen in Photoshop kan en behang waarvan je de kleur kunt veranderen met een druk op de knop. Deze intrigerende collectie van producten was ontworpen door kunstenaars uit de hele wereld. Het moet de discussie aanzwengelen over wat nano-technologie allemaal vermag in ons leven. De meeste mensen keken alsof ze bij al deze uitgestalde waar in hun achterhoofd al een boodschappenlijstje stonden te maken – wat dan ook de bedoeling was.

Als onderdeel van het programma waren er een reeks Hotspots georganiseerd in  Gouverne, een reeks lezingen en paneldiscussie waarin tal van thema’s aan de orde kwamen als schoonheid, en presentaties van werken en projecten.

De deelnemers van de paneldiscussie It’s The Crisis Stupid! ondernamen een poging in hun presentaties de relatie bloot te leggen tussen de economische crisis en kunst zoals die tot uiting kwam in hun eigen projecten. Echt lukken deed het niet. Na een goede introductie van econoom Georgios Papadopoulos die uitlegde waarin kunstenaars en kunst zich onderscheidden op de markt, zakte de hele discussie in.

Een beetje jammer, want een aantal projecten was interessant. Tatiana Bazzicheli sprak over disruptive business, Christian Ulrik Andersen  en Søren Pold  vertelden over hun project Instant Kafé en heel aardig was het verslag van Christophe Bruno  over hoe zijn Fascinum, een hack van het Yahoo nieuwsportal die in real-time een overzicht biedt van de meest bekeken nieuwsfoto’s, opnieuw werd uitgevonden door Benetton, die het weer vervolgens verkocht aan Yahoo, zodat de cirkel weer rond was. In 2007, een jaar nadat Bruno de  ARCo New Media-prijs won op de Madrid Contemporary Art Fair voor Fascinum, kwam zijn idee ineens ongevraagd weer boven water op de website van de Franse presidentskandidate Ségolène Royal.

Jammer alleen dat een interessant project op zich nog geen interessante presentatie oplevert. De sprekers zwolgen echt iets teveel in reclame-slogans voor links-georiënteerde academici als ‘rethinking the meaning of…‘; ’disruptive innovation’; ‘intervention’ en ‘negative opposition’ , ‘Participatory materiality’ enzovoorts. Deze neiging tot verbale bombast, deze drang tot het formuleren van zinnen als opsommingen van vage, holle kreten verbonden door werkwoorden als ‘provoke’, ‘interfere’ en ‘confront’ deelden ze overigens met veel andere sprekers op DEAF2012.

Saul Albert van The People Speak had de humor die zijn collega’s ontbeerden. Met gevoel voor ironie presenteerde hij een business model voor zijn groep – een model dat helpt met het in klinkende munt omzetten van de hobbies van “people that would otherwise be unemployable”. Jammer genoeg miste ik de avond van The People Speak, vanwege de try-out van CREW, waarover straks meer.

IMG 3763a
Lower Dens in WORM

De avond werd afgesloten in WORM met een het optreden van Lower Dens meegemaakt. Aangevoerd door de iele zangeres Jana Hunter presenteert de band een dromerige mengeling van drones, gitaar-noise, monotone ritmes en onaardse melodieën. Er kan kan geen lachje van af op het podium maar dat maakt de muziek er niet minder dwingend om.

Het enige probleem ontstaat als je gaat nadenken hoe vernieuwend deze band nu eigenlijk echt is. Tussen 1972 en 2012 zijn er talloze van dit soort bands geweest met dezelfde combinatie van herrie en schoonheid op ritmes van het slag als-bijbaantje-sta-ik-achter-de-lopende-band-van-de-lokale-autofabriek. Elementen die in 1972 als vernieuwend golden: motorik en feedback maken inmiddels even vast deel uit van het rockarsenaal als blues-licks en lang haar.

En dan klinkt Lower Dens nog niet eens als My Bloody Valentine, maar roept herinneringen op aan de ambient-noise van Seefeel, of de neo-krautrock van Stereolab, twee fantastische jaren negentig bands die nu totaal vergeten lijken. Maar het blijft een goede band, Lower Dens. Negeer dus deze aarzelingen en check ‘em out voordat ze wegzinken in dezelfde vergetelheid als de eerder genoemde bands. Het publiek was dan ook terecht enthousiast. Daarna volgden nog enkele acts maar die konden het niet winnen van mijn vermoeidheid.

Dag 2: van Skype, CREW & Een Experiment in Trans-Bio-Intelligentica

Een andere Hotspot was de Open Pitch voor een project uit te voeren in samenwerking met V2_Institute for Unstable Media als een artist in residence. Deelnemers hadden eerst een korte video ingestuurd met hun plannen en ideeën waarna de meest interessante plannen mochten worden toegelicht  voor het publiek, en waarbij uiteraard de beste mocht winnen.

Ook hier speelt het probleem dat een geweldig idee niet noodzakelijkerwijs een geweldige presentatie oplevert. De lammeren die naar de slachtbank geleid werden, worstelden zich door krom internationaal Engels met hele en half werkende computerpresentaties. Sommigen deden geconcentreerd hun verhaal met de blik ferm gericht op de leuning van het bloemetjesbankstel waarop ze zaten. Het zou lullig zou zijn onder zulke omstandigheden als buitenstaander een definitief oordeel te vellen – uiteindelijk is de presentatie minder belangrijk dan het project zelf, en of dat zelfs ooit in de steigers komt, is de grote vraag van de hele sessie.

IMG 3791
CREW - Terra Nova, kandidaten voor immersie aan de rol

In elk geval viel Tina Tonagel op met haar voorstel om een visuele performance te bouwen rond de mathematische formules  achter Die Kunst der Füge van J.S. Bach. Al was het maar om haar liefde voor het stuk – ook het werk dat ze liet zien van was goed: de witte en zwarte wc-rollen die ritmisch meebewogen op een stuk muziek, eveneens van Bach, waren in elk geval grappig. Haar experimenten met lichtinstallaties met moiré-effecten deden denken aan jaren 1960 op-art. Haar verhaal was bovendien coherent. Dat viel van een aantal anderen niet zeggen. Het zijn dan ook kunstenaars en geen circusdieren. De skype-sessie met een de laatste kandidaat was een technische sof – en uiteindelijk gaf de jury in arren moede de sessie maar op. Nogal ironisch als je bedenkt dat de ontwerpen voor V2_ gegeven hun opdracht allemaal een vermenging van kunst en technologie proberen te bewerkstelligen. Hopelijk lukt het de winnaar van de pitch iets te maken dat wel werkt op het cruciale moment.

Van een heel andere orde was de performance Terra Nova van CREW. De nodige verwachting wordt gelijk al opgebouwd door bij deur aan bezoekers koptelefoons uit te delen. Het publiek wordt opgedeeld in vijf groepen die vervolgens door verschillende medewerkers van CREW een andere deel van een enorme zaal ingeleid worden, die door een gordijn opgedeeld is in twee stukken. Afhankelijk van in welke groep de bezoeker zit, komt hij als eerste in een klein donkere ruimte met stoelen op verhogingen. Daar doet acteur Robby Cleiren verslag van een mythische reis naar Antarctica, gebaseerd op het verslag van Robert F. Scott uit 1911 en die op het laatste nippertje afgetroefd werd door Roald Admundsen. Het is een tekst geschreven door Peter Verhelst  voor de speurtocht naar de eigen identiteit. Daarbij weet hij de inzichten van hedendaagse filosofen en cognitieve neurowetenschappen over de aard van het bewustzijn en het zelf kunstig te verwerken dankzij geheimzinnige metaforen. Een fluorescerende plaat aan zijn voeten doet de blote bast van Cleiren oplichten in de polaire duisternis.

IMG 3794
CREW - Terra Nova, vrijwilligster test immersie

Aldus in de stemming gebracht wordt het publiek geleid naar het andere deel van de zaal. Voor een groot projectiescherm staan een rij langewerpige, rechtopstaande tafels te baden in een vreemde, onwerkelijke gloed. Bij elke tafel staat een assistent in uniform. Afhankelijk van de groep waarin men ziet men beurtelings hoe zijn voortgangers allemaal door de assistenten een lap voor de mond gebonden krijgen, en daarna op een hoofd een videohelm op hun hoofd krijgen met een koptelefoon. Ze zijn klaar voor immersie.

Op het videoscherm verschijnt een strenge dame in een catacombe. Op barse toon informeert ze naar de naam van het slachtoffer, die genoteerd wordt door een man achter een tafel. Dit is het laatste dat het publiek nog kan volgen, daarna begint voor degenen met de videohelmen en de koptelefoons de trip.

Aan de binnenkant van zijn of haar videohelm ziet deze nu een lange gang waar hij willoos door heen geduwd wordt. Aan het eind van de gang wachten hem tal van vreemde experimenten waarna hij weer wordt verder geduwd. Afhankelijk van welke groep de toeschouwer in zit, krijgt deze telkens een ander stuk van een verhaal te zien waarvan hem de uiteindelijke betekenis onduidelijk blijft.

Wel wordt er voortdurend een spel gespeeld met zijn gevoel voor lichamelijke en geestelijke identiteit. Zo krijgt hij bijvoorbeeld een afgehakte hand te zien, die voor hem op een tafeltje gelegd wordt, ergens in de buurt waar zich zijn echte arm bevindt. De strenge dame van zonet strijkt dan met een kwastje over de vingers van de hand. Zonder dat de toeschouwer daar zicht op heeft, blijkt echter dat  wat er op scherm gebeurd, in werkelijkheid uitgevoerd wordt door de assistenten.

Hoewel de toeschouwer dan duidelijk kan zien dat de hand op het scherm niet de zijne is, krijgt hij de illusie dat hij het kwastje kan voelen tussen de vingers van de hand. Uiteindelijk wordt hij tegen een van de rechtopstaande tafels gebonden, die daarna gekanteld wordt. In horizontale positie worden de tafels rondgereden, waarna de tafels weer rechtop woren gezet. De videohelm wordt afgenomen, en enigszins daas kan de toeschouwer weer kennis maken met wat voor de realiteit doorgaat.

IMG 3810
CREW - Terra Nova, immersie?

Alles bij elkaar genomen is de immersie een behoorlijk overtuigende ervaring. Toch zijn er wel wat kritische kanttekeningen te plaatsen – het is niet helemaal duidelijk wat precies de relatie is tussen het verhaal over Robert F. Scotts metafysische reis, en de uiteindelijke immersie, net zo min als veel chocola te maken valt van de geprojecteerde beelden, die behalve een fictieve omgeving ook een verhaal lijken te suggereren.

De filosofische overwegingen en vragen die dit spektakelstuk oproept doen wel twijfelen wat voor gevolgtrekkingen de toeschouwer moet trekken uit het idee van  ‘immersie’. De toeschouwer moet bijvoorbeeld wel echt openstaan voor de immersie wil dat gevoel van disorientatie slagen. Sommigen laten zich moeiteloos meeslepen, anderen nauwelijks. Dit suggereert dat er voor de tot stand te brengen identiteiscrisis meer nodig is dan louter het aanbieden van verwarrende zintuigelijke ervaringen. De toeschouwer moet grinniken om het kwastje tussen de vingers van een afgehakte hand,  maar ook die reactie is nog steeds de reactie van een persoon, en niet van verschillende losse zintuiglijke indrukken. Het is niet eens duidelijk of er geen contradictie zit in het idee om een toeschouwer in de war te brengen over zijn identiteit – de paradox van de immersie moet zijn, dat als ze daadwerkelijk slaagt, er in feite helemaal geen sprake meer kan zijn van verwarring. Er is dan immers niets meer om te verwarren, enkel een ongeorganiseerde verzameling visuele, tactiele en auditieve ervaringen. Anders gezegd, het lijkt erop dat het concept verwarring een concept van persoonlijke identiteit veronderstelt, een ik die in verwarring gebracht kan worden. Samengevat: het is niet duidelijk waarom immersie een geëigend middel is om persoonlijke identiteit te onderzoeken.

Dat de persoonlijke identiteit louter bepaald wordt door zintuigelijke ervaringen is niet een wetenschappelijke ontdekking maar maakt deel uit van een oeroude filosofische traditie die teruggaat tot Aristoteles en Plato. Terra Nova  mag op het eerste gezicht heel radicaal lijken, in werkelijk hebben de experimenten een eerbiedwaardig verleden. Of die ideeën die daarmee gerechtvaardigd dan wel ontkracht worden, laat zich hier niet zo makkelijk beantwoorden.

Hopelijk wordt met bovenstaande filosofische opmerkingen rechtgedaan aan de performance en aan de intenties van CREW. Die kanttekeningen willen niet zeggen dat de performance daardoor niet geslaagd zou zijn – integendeel zelfs, het zijn precies de vragen en overwegingen die deze performance succesvol aan de orde stelt. En dat maakte van Terra Nova veel meer dan zomaar een zinsbegoochelend spektakel.

WORM organiseerde een voorstelling van de films Rohfilm en Material Film van de Duitse underground filmmaker Wilhelm Hein. Zijn radicale films uit de jaren 1960 zetten de Duitse experimentele film weer op de kaart, na een opwindende periode in de jaren 1920. Hein experimenteert uitvoerig met de materialiteit van het film medium. Zo zijn beide vertoonde films samengesteld uit allerlei fragmenten. Rohfilm uit 1968 is daarmee een schier chaotische verzameling zwartbeelden die op willekeurige wijze aan elkaar geplakt lijkt met een pot lijm. In combinatie met een geluidsband die Throbbing Gristle 10 jaar later nog iets had kunnen leren, onstaat er een overweldigende nihilistische ervaring – pure White Light White Heat, de seksuele fantasie van een op hol geslagen stroboscoop.

Material Film die acht jaar later gemaakt werd doet serener aan. Hier heeft Hein de begin- en eindstukken van verschillende films aan elkaar geplakt, met als middenstuk een collage van de kleurmarkeringen op de rollen films, die in de bioscoop de jongen achter de filmprojector in staat stellen de films uitelkaar te houden. Er heerst een vreemde visuele stilte als die gekleurde banden minutenlang over het scherm draaien, terwijl de ruis van de beschadigingen en krassen op de filmbanden een eigen statisch leven gaan leiden. Roel Meelkoop van Kapotte Muziek, GOEM  en Zèbra maakte een soundtrack bij de film door met contactmicrofoons het geluid op te nemen van een draaiende projector, en die te bewerken. De hypnose die dat opleverde past prima bij Material Film. Hein was zelf aanwezig bij de vertoning en maakte kenbaar deze soundtrack een geslaagd experiment te vinden. Amusant was de anecdote dat hij als eigenaar van een underground-filmtheater in de jaren 1960 en 1970 nogal wat porno draaide – ‘sometimes underground is a bit boring’, waarmee ook zijn eigen status als underground-held op grappige wijze wist te relativeren.

IMG 3852
Experimenten met Philip Beesley

Een beetje zelfrelativering had Philip Beesley wel kunnen gebruiken. De zaal zat tjokvol bij An Evening with Philip Beesley, maar tegen het eind leek het erop alsof de meesten niet gauw genoeg wisten hoe ze weg moesten komen van deze veel te lang durende avond. Niemand twijfelt aan Beesley’s voortrekkersrol bij het ontwikkelen van responsive architecture. En ook al doen zijn installaties aan als opgedirkte kerstbomen, ze hangen in de ruimte als oerwouden van plastic buisjes die wuiven bij het naderen van toeschouwers en waarvan de biochemische elementen ondefinieerbare geuren afgeven die doen wegzweven naar eeuwig zingende velden. Maar de met termen uit de biochemie, genetic engineering en Artificiële Intelligentie doordrenkte lezing Extimacy was eenvoudig een beetje teveel van het goede. Beesley liet prachtige plaatjes zien vanonder andere de Hylozooic Series, maar verloor zich vervolgens in bloemrijke beschrijvingen van de vermeende kwaliteiten van zijn eigen werken. Zo verwerd zijn verhaal algauw een verkooppraatje voor een utopia van door opium verdoofde Great Barrier Reefs die zwaaien en zwalken op de muziek van de sferen en waarin louter goede mensen wonen die nooit luisteren naar heavy metal.

Hiep hiep hoera dus voor compaan Philippe Baylaucq, die niet al te veel zei wegens te bescheiden, en in plaats daarvan een korte film liet zien vol gestileerde sensualiteit. Geschoten door infrarood camera’s van het Amerikaanse leger in het absolute donker pirouetteerden dames van heren waarvan alleen de lichaamswarmte waarneembaar was door de duisternis waarbij spiegels en zilverfolie zorgden voor symmetrische effecten.

Het hoofdonderdeel van de avond was een experiment waarbij vrijwilligers met een draagbare electro-encephalogram om hersengolven te meten. Na een demonstratie van de wonderen van een dergelijke ‘emotive’, gingen een een reeks vrijwilligers en Beesley zelf staan bij een reeks van Beesley’s kerstbomen. Op de een of andere manier was het de bedoeling dat met behulp van de nodige elektronica de hersengolven van Beesley en zijn proefkonijnen gesynchroniseerd werden. Als er een ‘unisono’ van hersenactiviteir bereikt was kon die collectieve hersengolf gebruikt worden om een protocelformatie te kweken voor een van Beesley’s Hylozoic Series. Als de lezer deze hocus-pocus niet kan volgen, dan is hij niet de enige. Het publiek begreep het niet, de vrijwilligers hadden geen benul en ik twijfel of Beesley er zelf chocola kon maken.

Een gemurmel van E.T.-muziek steeg op, en de lichtjes in de kerstbomen gingen aan. Het E.T.-muziekje werd wat egaler van toon. En na een poosje hield het weer op. De kerstbomen en de vrijwilligers verdwenen van het podium. Beesley zette zich achter het katheder. Of er nog vragen waren bij het publiek. “What has just happended? I didn’t understand.” Beesley beschikte over genoeg gevoel voor humor om te lachen. En gaf daarna een antwoord met de inmiddels welbekende bio-babbel. Het werd een lange avond.

Dag 3 Van Palmtoppen, MacBook Pro en The Feeding Of The 5000 (en meer)

Op zaterdagochtend werd het Palm Top Theater, een uitbreiding voor iPhone, iPod Touch en iPad. Het bestaat uit een dakje dat je op de  iPhone etc plaatst en waarin holografische schermpjes verwerkt zitten.

IMG 3876a
Presentatie Palm Top Theater

Je kan dan in 3D kleurige plaatsjes zien. De meeste toepassingen die op DEAF2012 te zien waren een soort abstracte animaties. Het 3-D effect was okay, maar zoals het altijd gaat in dit wereldje-het gaat pas lopen als de porno-wereld er een mooi filmpje voor schiet en dat kan gezien het esthetische karakter van het Palm Top Theater wel even duren. Maar we blijven hopen.

In een uithoek van het festival, in de Suburban Videolounge viel de film Dear Steve van Herman Asselberghs te bewonderen. Het is een sobere registratie van een jongeman die onderdeel voor onderdeel een MacBook Pro uitelkaar haalt.

Terwijl de tafel geleidelijk aan er steeds meer uitziet als een uitstalling van voor tweedehands computeronderdelen begint een stem een brief voor te lezen, gericht aan Steve Jobs. Na een opsomming van de astronomische omvang van het Apple-imperium dat onder zijn strenge hand ontstond, verandert de brief in een aanklacht tegen het kapitalisme waar Jobs en zijn bedrijf Apple voor zou staan. Een kapitalisme dat zich grotendeels virtueel waant, maar ondertussen niet nalaat zijn kwalijke effecten op onze materiële werkelijkheid na te laten. De te demonteren MacBook Pro blijkt dan een verzamelbak van morele contradicties. Dat uit elkaar halen is de letterlijke deconstructie van een virtueel wereldbeeld dat uiteindelijk blijkt te bestaan uit schroefjes en moertjes.

Die brief riep in elk geval bij een ondertekende een zekere mate van irritatie – het verpeste wat in feite een prachtige, droge uit-elkaar-haal-sessie was. Gonzo(circus) is niet de plaats voor een persoonlijk politiek manifest, maar de (links)-politieke ondertoon van  Dear Steve is zo sterk dat ik toch een reactie hierop wil geven.

Ook voor mensen die niet lid zijn van de hockey-club en die niet op zondagmiddag  in bretels onder het genot van een borrel een sigaar roken in de achtertuin moet Asselberghs kritiek iets larmoyants hebben. Zoals het er nu voor staat lijkt Dear Steve een uiting van regelrechte zelfhaat (wat ronduit zonde is). Bijna elke kunstenaar liep de afgelopen dagen rond met een MacBook onder de arm. V2_, die Dear Steve  aangeleverd hebben, organiseren nota bene een promo-ochtendje voor het Palm Top Theater, een snufje bestemd voor Mac producten. Het zou me niet verbazen als Dear Steve op een Mac gemonteerd was. Het hele filmpje zelf kan moeiteloos opgevat worden als een reclamespot voor de Mac, een contradictie die Asselberg blijkbaar zelf niet ziet, want hij vermeld hem nergens in zijn toch tamelijk complete opsomming van culturele en politieke contradicties die Apple zou belichamen.

Hebben we allemaal niet een vriend of vriendinnetje gehad dat midden in de nacht met de koffers gepakt en in de hand ons langdurig de les leest over al onze tekortkomingen om dan met tranen in de ogen en verstikte stem te verkondigen dat hij of zij ‘ook best zonder jou verder kan’. Dat er zijn meer mensen die van hem of haar houden, dat die op hun knieën zouden gaan voor zo’n leuke vent/toffe meid, dat ze zich nog voor de kop slaan niet met …. gegaan te zijn, enzovoorts. En dan geen kans krijgt om de deur achter zich dicht te slaan omdat je hem of haar zelf al op straat hebt gezet.

Wat het allemaal weer goed maakt is dat prachtige laatste beeld van een MacBook Pro die in al zijn details uitelkaar gehaald is, elk stukje geordend in een weids vergezicht van electronica. Ik vraag me af of Asselbergh zelf de dubbelzinnigheid van dat beeld begrijpt, of de schoonheid. (En nee – hoewel ik zelf een Apple-bezitter ben, kan ik me nauwelijks fan noemen van een computer die totaal vastliep terwijl ik dit artikel erop schreef, zodat ik helemaal opnieuw kon beginnen)

Van een heel andere orde was An Evening with Symbiotica. Met aan het hoofd Oron Catts, die ook de avond presenteerde, is Symbiotica een onderzoekslaboratorium dat verbonden is aan de  University of Western Australia  waarin kunstenaars en wetenschappers samenwerken aan projecten met betrekking tot biologische processen.

De presentatie van vanavond heette: ARTMEATFLESH en draaide rond het kweken van reageerbuis vlees. Uit stamcellen wordt spierweefsel gekweekt in een reageerbuis –  in vitro. Het maatschappelijk nut ervan is meteen duidelijk: vegetariërs hoeven zich nooit meer schuldig te voelen over al dan niet lijdende dieren. Aan de hand van een aantal sprekers werd de geschiedenis, procedures en maatschappelijke gevolgen achter in vitro vlees gepresenteerd. Net als bij Philip Beesley lag utopia hier op de loer, maar de voorspelling dat de consument op termijn, zeg binnen een jaar of tien, in de supermarkt kunstmatig gekweekt vlees kan aantreffen klonk in elk geval realistisch. Geen zilverglanzende torens van 30 februari die aan de horizon vervagen tegen de oneindig blauwe einders, eerder een biefstuk op je bord waar geen dier aan te pas kwam, en die door de industrie hopelijk op betaalbare wijze geproduceerd kan worden. De dieren gelukkig, de mensheid te eten, en de handige jongens die er op tijd bij waren een grote zak geld.

Het oog wil echter ook wat, en dus werden de vier sprekers opgedeeld in twee teams in een kookwedstrijd met als ingredienten allerleis soorten ‘verantwoord vlees’ – Kunstenaar John O’Shea kwam met Black Pudding waarin bloed zat verwerkt van een levend varken, zijn kookpartner en filosofe Monica Bakke doneerde regenwormen. Het andere team, wetenschapper Mark Post gooide een mengsel van kreeft en biefstuk in de blender, en Symbiotica-man Zackery Denfeld zette meelwormen in voor een reeks sushi-gerechten. Een en ander werd afgemengd met laboratorium-plasma. Een gevoel van afgrijzen maakte zich meester van de zaal bij de vriendelijke uitnodiging te eten van al dit onalledaagse voer. De geur van hapjes haalde echter algauw zelfs de grootste scepticus over de brug, en de avond eindigde in een even hilarische als aanstekelijke vreetpartij waarbij alle aanwezigen zich tegoed deden aan Surf & Turf Slurry, Metabolic Soup, Rendered Pork Fat and Omega-3 pills, Fetal Bovine Serum en Failed Food Utopia Amuse Bouche. En de vraag of de avond met Symbiotica meer was dan een ludieke voorlichtingsavond is dan niet meer zo belangrijk.

tekst:
Peter Vianen
beeld:
IMG_3696
geplaatst:
ma 28 mei 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!